Bisdom Haarlem-Amsterdam









Brood uit de hemel

gepubliceerd: donderdag, 1 augustus 2024

Deze zomer wordt in de zon­dagse li­tur­gie het zesde hoofd­stuk van het Johannese­van­ge­lie gelezen, met onder meer een toe­spraak van Jezus over het ‘Brood uit de hemel’. Ik neem u dit keer graag mee om iets van de rijkdom hier­van te proeven en de samenhang van deze evan­ge­lie­le­zingen te zien.

De toe­spraak van Jezus volgt op de broodvermenig­vul­diging (Joh. 6,1-15). Dit verhaal begint met de terloopse opmer­king dat het “kort voor Pasen” was. Johannes zegt dit niet zon­der reden. Zoals bij deze evangelist gebruike­lijk is, geeft Johannes kleine ‘hints’, die naar de diepere bete­ke­nis van het won­der ver­wij­zen. Het is van­wege die diepere bete­ke­nis dat Johannes de won­de­ren, die Jezus doet, ‘tekens’ noemt. Dat wil zeggen: Wij moeten niet zozeer op het won­der zelf letten, maar meer op de bete­ke­nis ervan (vgl. Joh. 6,26).

Nieuwe Mozes

In zijn evan­ge­lie toont Johannes Jezus als de nieuwe Mozes. Mozes had het volk van de joden onder Gods lei­ding bevrijd uit de slavernij van Egypte. Door de woes­tijn was het volk naar het Beloofde Land gegaan. In die woes­tijn had Mozes water uit de rots geslagen en er was manna, brood uit de hemel, gevallen om het volk te voe­den. Jezus geeft daar­en­te­gen levend water, waardoor je in eeuwig­heid geen dorst krijgt (Joh. 4,10- 15). Door Hem krijgen we eeuwig leven. En Hij geeft levend Brood. Hij zegt: “Ik ben het brood des levens, wie tot Mij komt zal geen hon­ger meer hebben”. Jezus is groter dan Mozes, Hij is God zelf, mens gewor­den, en geeft zich­zelf aan ons.

Wij kunnen het niet

Het verhaal van de broodvermenig­vul­diging vin­den we in alle evan­ge­lies, maar Johannes legt er veel nadruk op dat de grote menigte, die naar Jezus is geko­men, zelf niet voor eten kan zorgen. Filippus zegt dat je bijna een jaarsala­ris nodig hebt om voor al die mensen brood te kopen (“Wil ieder ook maar een klein stukje krijgen, dan is voor twee­hon­derd denariën brood nog te weinig” - Joh. 6,7). Andreas komt naar voren met een jongen, die vijf gerstebro­den en twee vissen heeft. Dat is alles wat er is. Dit maakt dui­de­lijk dat wij mensen het zelf niet kunnen red­den; het geeft aan dat wij mensen ster­fe­lijk zijn en ons­zelf geen leven kunnen geven.

Eucha­ris­tie

Dan neemt Jezus de bro­den, spreekt het dank­ge­bed uit en laat de bro­den rond­de­len. Zo be­schrij­ven de andere evangeliën het Laatste Avondmaal (dat bij Johannes niet wordt verhaald). En ver­vol­gens is er overvloed: twaalf man­den vol met bro­den blijven over! Op­val­lend is dat de nadruk hier helemaal op het brood ligt; de vissen wor­den alleen terloops genoemd. Dat hierbij in feite aan de eucha­ris­tie wordt gedacht, wordt dui­de­lijk uit de toe­spraak, die Jezus ver­vol­gens houdt nadat Hij met zijn leer­lin­gen het meer is overgestoken. Zo staat er in Joh. 6,53: “Ik zeg U, als gij het vlees van de Mensen­zoon niet eet en zijn bloed niet drinkt, hebt ge het leven niet in U”.

Ik ben

De mensen kunnen zich­zelf het leven niet geven, zo liet het teken van de broodvermenig­vul­diging zien. De onmacht van de mensen, die zich­zelf niet kunnen red­den, wordt onder­streept doordat de leer­lin­gen na de broodvermenig­vul­diging zon­der Jezus over het meer varen, waar het donker wordt en het hevig begint te waaien. Dan komt Jezus naar hen toe en zegt: “Ik ben het, wees niet bang”. Eigen­lijk staat er in het Griekse ori­gi­neel ‘Ik ben’ (ego eimi), de Naam waar­mee God zich aan Mozes open­baarde (Ex. 3,14), toen Hij hem zond om het volk van de Joden uit de slavernij te red­den. Daarna zijn de leer­lin­gen ineens bij de andere oever aange­ko­men (Joh. 6,21). Jezus is niet alleen de nieuwe Mozes, Hij is ook de God, die ons redt.

Brood des levens

Aan de over­kant van het meer begint ver­vol­gens de toe­spraak van Jezus over het brood uit de hemel, dat leven geeft aan de wereld. Hijzelf is het Brood des levens. Wie tot Hem komt, zal nooit meer hon­ger hebben en wie in Hem gelooft, zal nooit meer dorst krijgen (Joh. 6,35) en: “Het brood dat ik zal geven, is mijn vlees, ten bate van het leven van de wereld”(Joh. 6,51).

De zon­dag

In de eucha­ris­tie ont­moe­ten we de Heer, die zijn leven voor ons geeft, die ons verlost. De vie­ring van de eucha­ris­tie hoort tot de kern van ons geloof, daar vieren en ont­van­gen we zijn leven en verlossende liefde. Hij is ons Brood des levens. Het heeft dan ook een diepe bete­ke­nis dat de Kerk vraagt om tenminste op zon­dag (of de voor­avond van de zon­dag) de eucha­ris­tie mee te vieren. Daarom kunnen niet-eucha­ris­ti­sche vie­rin­gen op zon­dag alleen ver­vangend zijn, als er geen eucha­ris­tie gevierd kan wor­den. De zon­dag is de dag van de Heer, de dag van de eucha­ris­tie.

Naar wie?

Nog een laatste op­val­lend ele­ment in dit zesde hoofd­stuk van het Johannese­van­ge­lie: Aan het begin, bij de broodvermenig­vul­diging, is er een grote menigte (Joh. 6,5), want ie­der­een wil graag het mate­rië­le voedsel genieten (vgl. Joh. 6,26-27). Maar aan de over­kant van het meer, als Jezus in de synagoge zijn toe­spraak uitspreekt (Joh. 6,59), en de mensen met bootjes zijn overgevaren (Joh. 6, 24), zijn dat er dus al veel min­der. Aan het einde van die toe­spraak, trekken velen zich terug, en wordt het gezel­schap van gelo­vi­gen nog kleiner (Joh. 6,66). Tenslotte vraagt Jezus aan de twaalf apos­te­len of zij Hem ook willen verlaten, waarop Petrus ant­woordt met een prach­tige belij­denis van zijn geloof: “Heer, naar wie zou­den wij gaan? Uw woor­den zijn woor­den van eeuwig leven” (Joh. 6, 68).

Gees­te­lijk voedsel

Naar wie zou­den wij gaan? Het zesde hoofd­stuk van het Johannese­van­ge­lie is een uit­no­di­ging tot geloof en trouw, een uit­no­di­ging ook om je te voe­den met gees­te­lijk voedsel, in het bij­zon­der door het bewust, waar­dig en gelovig vieren en ont­van­gen van de eucha­ris­tie.

+ Bis­schop Johannes Hendriks

overzicht van bijdragen:
dinsdag, 1 oktober 2024Het rozenkransgebed
donderdag, 1 augustus 2024Brood uit de hemel
donderdag, 6 juni 2024Op bezoek bij de paus
zondag, 24 maart 2024Het leven overwint de dood
zondag, 28 januari 2024Het mysterie van het kwaad
woensdag, 20 december 2023Vrede op aarde?
donderdag, 2 november 2023Wat gaan we stemmen?
donderdag, 7 september 2023In Gods naam samenkomen
donderdag, 6 juli 2023De stilte in
donderdag, 4 mei 2023Door welke geest laat je je leiden?
donderdag, 2 maart 2023Vasten?
donderdag, 19 januari 2023Verwelkomen - Nabij-zijn - Begeleiden
donderdag, 15 december 2022De stijl van Jezus
donderdag, 6 oktober 2022Vrouwen in de Kerk
donderdag, 4 augustus 2022Leren uit het verleden
donderdag, 2 juni 2022Moedig en principieel
donderdag, 7 april 2022Oog voor het wonder
maandag, 28 februari 2022Aan het begin van de veertigdagentijd
dinsdag, 25 januari 2022Bedankt!
donderdag, 23 december 2021Vrede op aarde
woensdag, 1 december 2021Advent
maandag, 1 november 2021Allerzielen
zaterdag, 28 augustus 2021Geluk
donderdag, 1 juli 2021Vrijheid
maandag, 3 mei 2021Mei - een maand voor Maria
donderdag, 1 april 2021Paasboodschap 2021
donderdag, 4 maart 2021Geïnspireerd leven in dienst van God en mensen
donderdag, 21 januari 2021Paus Franciscus nodigt ons uit...
donderdag, 17 december 2020Toch wordt het Kerstmis
donderdag, 1 oktober 2020Mijn wensen voor u in coronatijd



Bisdom Haarlem - Amsterdam • Postbus 1053 • 2001 BB  Haarlem • (023) 511 26 00 • info@bisdomhaarlem-amsterdam.nlDisclaimerDeze website is gerealiseerd door iMoose