Brexit
gepubliceerd: vrijdag, 23 augustus 2019
Eind augustus wordt het nieuws beheerst door de naderende Brexit. Londen en Brussel schuiven elkaar de zwarte piet toe. De onderhandelingen zijn een pokerspel geworden. De Britse minister-president Boris Johnson speelt met bluf de ‘no deal’ kaart, in de hoop Brussel nerveus te maken en met een goede deal de EU te kunnen verlaten. De Britten willen er uit, maar wel in de vrijhandelszone blijven.
Brussel wil dit niet toestaan. Het pokert ook, en speelt de alles of niets kaart. Uit de Politieke Unie, dan ook uit de gemeenschappelijke markt, en een buitengrens tussen Ierland en Noord-Ierland. Dat willen de Ieren absoluut niet accepteren. Als die er komt dreigt opnieuw geweld. De gevolgen van een ongeordende Brexit zijn enorm, voor Ierland, Engeland, Wales en Schotland, maar ook voor Europa, en zeker voor Nederland. Groot-Brittannië is onze tweede grootste handelspartner. We kunnen ons helemaal geen Brexit veroorloven. Veel Britten hebben een zeker heimwee naar het oude empire. Ze willen hun autonomie terug, met name over grenzen en migratie, maar onderschatten te zeer de gevolgen na vijfig jaar vervlechting met de andere Europese landen, niet alleen economisch, maar ook op het gebied van veiligheid, wetenschap, werk etc. Maar ook bij Brussel speelt ideologie, naar mijn mening, een te grote rol. Het blijft zich opstellen als een soort ‘Verenigde Staten van Europa’, ook al is de meerderheid van de Europese burgers en naties daar nog lang niet aan toe is. Als Groot-Brittannië uit de EU treedt, maar wel toegang houdt tot de gemeenschappelijke vrije markt, vreest men dat ook andere landen zullen volgen. Die vrees is begrijpelijk, maar ook relatief. De Oost-Europese landen gaan sowieso hun eigen weg. De Zuid-Europese landen hebben hun eigen grote problemen, en weinig op met Brussel. De Europese Centrale Bank houdt alles kunstmatig bij elkaar door de geldpers flink aan te zetten. En niemand lijkt het proces te kunnen sturen. Frankrijk werpt zich op, maar heeft te veel eigen belangen. Duitsland voelt zich uit historische gronden verplicht tot maximale solidariteit, en leunt tegen Frankrijk aan.
Wat kan Nederland doen?
Blijft over Nederland. We zijn een van de oprichtingslanden, de vijfde grootste economie van Europa, nettobetaler, en uiteindelijk ook nog mede verantwoordelijk voor het probleem in Noord-Ierland. Toen onze koning Willem III van Oranje in 1688 met een invasie de Engelse protestanten te hulp kwam, stootte hij door tot in Noord-Ierland, en versloeg daar de katholieke Engelse koning, die vervolgens naar Frankrijk vluchtte. Een van de oorzaken van het huidige grensconflict. Mijn hoop is dat Nederland in Europa het ideologisch denken doorbreekt, en pragmatisch doorzet dat de Britten, zelfs bij een Brexit, in de gemeenschappelijke markt kunnen blijven. Natuurlijk moeten zij wel de Europese productregulering accepteren. Daar is best een creatieve oplossing voor te vinden. De andere risico’s moet Europa maar nemen. De Britten worstelen met felle polarisatie en emoties onder de bevolking. Het is onverantwoord om de bal alleen bij hen neer te leggen, en daarmee economische chaos en nieuw geweld in Noord-Ierland te riskeren. Europese eenwording is een prachtig project, maar je kunt het niet afdwingen met sancties. Het moet gebaseerd zijn op vrije solidariteit en gedeelde waarden en normen. Daarover zou de interne Europese dialoog vooral moeten gaan, want daar ligt nog een veel fundamenteler probleem. Daarmee kom ik nu meer op ‘eigen’ terrein.
Een groter perspectief
In mijn visie worstelt Europa vooral met zichzelf en zijn identiteit. Deze werd eeuwenlang, ja vrijwel vanaf de Romeinse tijd, verregaand bepaald door het christendom. Nu dit geestelijk fundament bij velen is weggevallen, zijn er eigenlijk geen gemeenschappelijke waarden, normen en idealen meer. Velen trekken zich terug op hun privé-idealen, de carrière, het huis, de auto... Maar daar kan het hart van een mens niet van leven. Die kunnen een volk of gemeenschap niet dragen. Anderen zetten zich met ijver in voor sociale gerechtigheid, het klimaat, de democratie etc. Maar ook die idealen hebben uiteindelijk een groter perspectief nodig. De mens heeft een visie nodig op wie en wat hij is als mens, wat de oorsprong, doel en bestemming zijn van zijn leven, waar kracht, liefde, vergeving, hoop te vinden is... Zonder een blik die verder reikt dan de grenzen van aarde en tijd, verschrompelt de mens, verkwijnt zijn morele kracht, en zakt hij weg in het hier en nu. “Waar het visioen verdwijnt, verwildert het volk”, zegt al de Schrift (zie Spreuken 29,18). Alleen vanuit het perspectief van toekomst en eeuwigheid kan een mens boven zichzelf uitstijgen, en zich vinden zoals God hem of haar bedoeld heeft.
De ziel van Europa
Wat Europa weer nodig heeft is een ziel, een identiteit met geestelijke spirituele dimensie. Een volledig seculier en moreel neutraal Europa is een illusie. Het spirituele vacuüm zal zich onherroepelijk weer vullen, met seculiere ideologieën, met religieus fundamentalisme of militant nationalisme. We zien het allemaal al gebeuren. Het christendom is de mortel waarmee het Europese Huis is gebouwd. Als de mortel vergaat, zal het huis instorten. Zonder de eerbied voor God, verdwijnt uiteindelijk ook de eerbied voor de mens, voor het leven, voor de natuur. Hier ligt een opdracht, niet alleen voor kerken en religies, maar ook voor de politiek. In mijn ogen een opdracht om een klimaat te scheppen waarin geloof en idealen kunnen gedijen. Een klimaat waarin de eerbied voor het leven kan gedijen, vooral waar het bedreigd is, het ongeboren leven, het gehandicapte leven, het schijnbaar onnutte leven. Een klimaat waarin de eerbied voor de waardigheid van de mens kan gedijen, de verdrukte en vervolgde mens, maar ook de mens in zijn lichamelijke integriteit, en grenzen te stellen aan de schaamteloosheid die onze cultuur in haar greep houdt. Er zijn gelukkig tekenen van een herbezinning. Wellicht kan juist de politieke en economische crisis in Europa de ogen openen voor de waarden die dit continent hebben groot gemaakt, en die het nog steeds nodig heeft.
+ Mgr. dr. Jozef M. Punt
Bisschop van Bisdom Haarlem-Amsterdam