Maria is in de hemel maar ook op aarde
gepubliceerd: donderdag, 2 augustus 2018
Woensdag 15 augustus vieren we het feest van Maria Tenhemelopneming. Al sinds de vijfde eeuw leeft de overtuiging in de Kerk dat het lichaam van Maria na haar ontslapen niet aan het bederf is prijsgegeven, maar is getransformeerd in een verheerlijkt, vergeestelijkt lichaam, zoals bij haar Zoon na zijn opstanding uit de dood, en zo haar ziel is gevolgd naar de hemel. Daarom vereren we ook geen graf van Maria. In 1950 heeft paus Pius XII deze overtuiging tot dogma verklaard. Hij wilde Maria daarmee de eer en de plaats geven die haar toekomt.
Pius XII en het dogma
Zoals bij alle dogma’s ging er een lange en heftige discussie aan vooraf. Uiteindelijk moet dan een paus een zware eenzame beslissing nemen. Maar de hemel kwam hem tegemoet. Kort daarvoor was Maria verschenen aan een kleine Franse jongen, Gilles de Bonheure, en ze had hem laten zien hoe haar lichaam door engelen naar de hemel werd gedragen. Hij moest dit aan de paus gaan vertellen. Pius XII was eenvoudig genoeg om zich ook door een klein kind te laten beleren, en ontving Gilles in audiëntie. Ook een paus heeft soms een bemoediging of bevestiging van de hemel nodig. Dit was overigens niets ongewoons. Vele kerkelijke gebruiken of feesten, maar ook gebeden zoals het rozenkransgebed, en zelfs theologische inzichten en dogma’s zijn door zogenaamde private openbaringen gevraagd of bevestigd.
Maria is in de hemel, maar ze is ook op aarde. Net als haar Zoon, die zich na z’n verrijzenis zelfs door zijn leerlingen liet aanraken, kan ook Maria aan mensen verschijnen in de geest, maar ook met haar verheerlijkt lichaam. En ze is gekomen, ontelbare malen, in alle delen van de wereld, onder vele verschillende namen en titels. Maar altijd als Moeder. Dat was de zending die de Heer haar op het kruis met zijn laatste woorden had gegeven, woorden met de kracht van een testament: “Vrouw, zie daar uw zoon. Zoon, zie daar uw moeder” (Joh. 19:26.27). Maria is een schepsel, maar als ‘Bruid van de heilige Geest’ in zijn kracht nieuw gemaakt voor haar wereldomspannende taak. Als moeder komt ze om te troosten, te bemoedigen, te waarschuwen, maar altijd om mensen terug te voeren naar haar Zoon, naar de immense liefde van God. Zoals een moeder werkt ze vaak op zachte, subtiele wijze in mensenlevens.
Maria bedankt een clochard in Parijs
Ooit las ik het verhaal van Abbé Pierre, de bekende Franse priester die werkte onder de clochards van Parijs. Bij de Seine was een kind in het water gevallen. Een zwerver was het na gesprongen en had het kind gered. De omstanders verdrongen zich om het kind en vergaten de redder, die zich stilletjes uit de voeten maakte. Maar Abbé Pierre had het gezien en volgde hem. Hij vond hem uiteindelijk onder een brug, waar hij bezig was z’n kleren bij een vuurtje te drogen. “Ik wil u bedanken voor wat u zojuist gedaan heeft”, zei de priester. “Ik heb geen dank nodig”, mopperde de man. “Maar God heeft het gezien en zal het niet vergeten”, hield de abbé vol. “Ik geloof niet in God, gaat u maar weg”, antwoordde de man geërgerd. Abbé Pierre wist niet goed meer wat te doen of te zeggen. Toevallig voelde hij een zilveren rozenkrans in z’n zak, die hij kort tevoren van iemand had gekregen. Hij gaf hem aan de man, en kreeg de inspiratie om te zeggen: “Uw hemelse Moeder wil u hiermee belonen”. Toen werd de man stil. “Het is de rozenkrans van mijn moeder”, zei hij verbluft. Het was de rozenkrans die zijn moeder steeds had gebeden, vooral ook voor hem. Na haar dood had hij hem vanwege de zilverwaarde snel verpatst. Nu, na jaren, had hij hem weer terug, met woorden van dank en troost. Er brak iets in hem. Er kwam weer ruimte voor wat licht, voor de liefde van God en mensen, getuigde de priester later.
De Vrouw, bekleed met de zon
Maar Maria is ook een geducht strijdster tegen het Kwaad. Op het feest van Maria Tenhemelopneming wordt altijd gelezen uit het Bijbelboek Openbaring, waar Johannes schrijft: “Er verscheen een groot teken aan de hemel. Een vrouw, bekleed met de zon, de maan onder haar voeten, en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren” (Openb. 12:1). In dit beeld herkent de Kerk zichzelf, maar vooral Maria. Zij staat tegenover de draak, schepsel tegenover schepsel; nederigheid tegenover hoogmoed; Lucifer, de gevallen ‘Lichtdrager’, tegenover de Vrouwe, de nieuwe ‘Morgenster’. Aan haar is het gegeven, profeteert Johannes, “de kop van de slang te verpletteren”. Zij zal dat doen in het klein, in het hart en het leven van ieder die zich onder haar bescherming stelt. Zij zal dat doen in het groot, in de wereld, waar zij de macht van de Boze zal breken. Zij moet de verlossing door Christus op het kruis verworven, in tijd en geschiedenis aan de schepping voltrekken. Dat is haar taak. Daartoe is zij uitverkoren.
Dat is wat we op het feest van Maria Tenhemelopneming eigenlijk vieren. Maria wordt ons gepresenteerd in haar sterke rol van overwinnares. En dat mag weleens. Te vaak wordt haar beeld gekleurd door alleen zoetheid en stilte. Maar in die stilte, in de verborgenheid van Nazareth, heeft dit meisje een eenzame strijd gevoerd. De strijd die elke mens moet voeren in de verborgenheid van zijn eigen hart, de strijd om liefde en gerechtigheid, waarheid en zuiverheid. En meer dan wie ook is Maria daarin belaagd. Het is dan ook niet door zoete kinderlijkheid, maar door de wilskracht en volharding van een sterke vrouw, die het Godsgeschenk van haar zuiverheid wist te bewaren, dat de Verlosser geboren kon worden. In de ogen van de wereld een volstrekt onbelangrijk mensenkind. In Gods ogen de ‘reinste der schepselen’, de Koningin en Moeder van de hele mensheid. Door Maria is onze tijd van crisis en chaos toch ook een tijd van hoop; hoop op een nieuwe komst van de heilige Geest door haar bemiddeling. Zo’n nieuw Pinksteren hebben Kerk en wereld zo dringend nodig. Vele mystici hebben het voorspeld. De laatste drie pausen hebben er voor gebeden. Moge het ons gegeven zijn.
In die hoop wens ik u een fijne vakantietijd toe.
+ Mgr. dr. Jozef M. Punt
Bisschop van Bisdom Haarlem-Amsterdam