Over de vreugde van de liefde
gepubliceerd: zaterdag, 16 juli 2016
Onlangs verscheen Amoris laetitia, het geruchtmakende document van paus Franciscus over huwelijk en gezin. Wat staat erin? En waarover gaat de veelbesproken voetnoot 351? Een korte reflectie.
Op vrijdag 8 april is het pauselijk document verschenen dat geschreven is naar aanleiding van de laatste bisschoppensynodes over huwelijk en gezin: de postsynodale apostolische exhortatie (brief van de paus gericht aan de Kerk, red.) Amoris laetitia, gedateerd op 19 maart van dit jaar. Het is een van de omvangrijkste pauselijke documenten ooit: negen hoofdstukken over 303 pagina’s (in de Duitse editie), binnen vijf maanden na de afsluiting van de laatste synode op 25 oktober 2015 gereed. Sommigen dachten dat de paus de leer van de Kerk over communiceren en relaties zou veranderen, maar dat is niet direct de insteek van dit document, al is er de intussen befaamde voetnoot 351 die verschillend kan worden geïnterpreteerd.
Écht paus Franciscus
De tekst draagt alle kenmerken van paus Franciscus: aan de ene kant houdt de paus volledig vast aan de geloofsovertuigingen van de katholieke Kerk, ook op het gebied van de moraal. Zo schrijft hij in n. 311 van de exhortatie dat de Kerk vasthoudt aan de onverkorte volledigheid van de morele leer van de Kerk. Aan de andere kant mag dit geen koude bureau-moraal zijn (n. 312), maar moeten de leden van de Kerk en haar herders er altijd toe geneigd zijn “te begrijpen, te vergeven, te begeleiden, te hopen en vooral te integreren” (n. 312).
Deel van de Kerk
De paus gebruikt in de exhortatie de uitdrukking “irreguliere situaties”, waarmee hij relatievormen aanduidt die geen geldig huwelijk van man en vrouw betreffen. Hij vraagt om degenen die in deze situaties zijn, te laten ervaren dat zij deel van de Kerk zijn, om hen met respect tegemoet te treden, zich niet discriminerend uit te laten naar hen toe en hun deelname aan het kerkelijk leven te bevorderen (n. 243).
Goddelijke pedagogie
Verschillende keren wijst de paus op de goddelijke pedagogie, die we in de omgang van God met zijn volk in de Bijbel ontmoeten: het gaat om een geduldig begeleiden, onderscheiden en de breekbaarheid begeleiden. We kunnen het geweten van mensen niet vervangen (n. 37). Het is belangrijk te onderscheiden wat de menselijke en geestelijke groei van mensen kan bevorderen (n. 293).
Begrip
De paus vraagt daarentegen oordelen van buitenaf te vermijden, onder meer omdat de graad van verantwoordelijkheid van mensen voor de situatie waarin zij leven, verschillend is (n. 79). Zo zijn niet alle gescheidenen die hertrouwd zijn, gelijk (n. 298). Dit onderscheidingsproces moet plaats vinden in het forum internum, dat wil zeggen: in een persoonlijk gesprek of in de biecht, en daarin moet men niet afzien van de eisen van de waarheid en de liefde. Hoewel dus de morele leer overeind blijft, moet men de mensen die in irreguliere situaties leven die morele wetten niet als rotsblokken toewerpen (n. 305). Zo verkeren mensen soms in een perplexe situatie waarin zij een irreguliere relatie niet kunnen verbreken zonder nieuwe schuld op zich te laden, bijvoorbeeld door de zorg die zij hebben voor kinderen.
Integreren
Een herhaaldelijk terugkerend thema in de exhortatie is het verlangen van de synodevaders en de paus om mensen bij het kerkelijk leven te betrekken, hun te laten merken dat zij niet afgewezen worden, maar met hen een weg van groei naar Christus te gaan. Het thema van het Heilig Jaar van de Barmhartigheid komt hier natuurlijk sterk naar voren. Ik geloof dat Jezus Christus een Kerk wenst die aandacht heeft voor het goede dat de heilige Geest onder mensen uitdeelt te midden van hun zwakheid en breekbaarheid, zo stelt paus Franciscus (n. 308). In n. 299 worden enkele mogelijke terreinen van het kerkelijk leven genoemd waaraan mensen in irreguliere situaties zouden kunnen gaan deelnemen, zonder dat de paus op dit moment hierin op al die terreinen een duidelijke beslissing treft. Deelname aan sociale activiteiten en aan het gebed worden in n. 297 in ieder geval als mogelijkheid genoemd.
De voetnoot
In voetnoot 351 wordt gezegd dat er in zekere gevallen ook de hulp kan zijn van de sacramenten en dat de paus daarom de biechtvaders eraan herinnert dat de biechtstoel geen martelkamer is maar een plaats van barmhartigheid. Deze voetnoot staat bij de tekst in n. 305 waarin wordt gezegd dat er in een objectieve situatie van zonde toch de mogelijkheid is om te groeien in genade en liefde met de hulp van de Kerk. De voetnoot is er in veel commentaren “uitgepikt” en doet enigszins denken aan de befaamde voetnoot 14 bij Gaudium et spes n. 51. Het is duidelijk dat de paus wenst dat priesters verwelkomend zijn en proberen wegen te vinden waardoor
mensen zich betrokken kunnen voelen en kunnen groeien in geloof. Paus Johannes Paulus II noemde in Familiaris consortio al de mogelijkheid dat iemand die geen door de kerk erkend huwelijk had, te communie zou kunnen gaan waar de situatie niet bekend was, als die persoon zich van seksueel verkeer onthield.
Spiritualiteit
Het document bevat een spiritualiteit van het gezin en zal velen kunnen inspireren, zoals bijvoorbeeld het vierde hoofdstuk over de liefde, het zevende hoofdstuk over de opvoeding en het negende hoofdstuk over de spiritualiteit van het gezin.
Andere thema’s
Nog enkele thema’s die worden behandeld, kunnen hier kort worden opgesomd: over genderideologie gaat het in n. 56. Een mooi gedeelte is ook nn. 73-75 over de sacramentaliteit van het huwelijk van twee gedoopten. In n. 80 en volgende gaat het over de openheid voor het leven. In n. 167 spreekt de paus over kinderrijke gezinnen als een vreugde en iets positiefs. Ook het thema van adoptie komt enkele keren aan de orde, onder meer in n. 179. In n. 54 gaat het over emancipatie en de rechten van de vrouw, waarvan het belang door de paus wordt onderstreept. Over de nieuwe procedure voor de nietigverklaringen heeft Amoris laetitia het in n. 244 en verder. In n. 247 gaat het over het gemengde huwelijk en wordt aangegeven dat de normen over het ter communie gaan van de niet-katholieke partner gelijk blijven. Waarschijnlijk is dit om een antwoord te verduidelijken dat de paus op de vraag van iemand enige tijd geleden spontaan had gegeven in een protestantse kerk in Rome. In n. 250 worden woorden gewijd aan mensen die homoseksueel zijn en wordt opgeroepen tot een respectvolle bejegening. Het standpunt van de Kerk ten aanzien van het homohuwelijk wordt herhaald in n. 250; over de bescherming van het menselijk leven gaat het in n. 83.
Besluit
De exhortatie ademt een heel sterk pastorale geest. De tekst ademt begrip en liefde voor alle mensen. Er wordt niets goedgepraat of weggepraat, er worden geen nieuwe deuren geopend die voor hen gesloten waren, maar er waait door het hele document een hartelijke, ‘inclusieve’ geest: je mag erbij horen, ook al is de situatie waarin je je bevindt niet perfect. We zijn trouwens allemaal mensen “op weg”. Het goede ontwikkelen en mensen erbij betrekken waar dat kan, is uitgangspunt van de “goddelijke pedagogie” die het document wil ademen. De leer blijft de leer, maar het gaat hier om de benadering van mensen en die is open, hartelijk en pastoraal.
+ Mgr. Jan Hendriks