Een wereld in beweging
gepubliceerd: vrijdag, 28 augustus 2015
We beleven in onze dagen een werkelijke volksverhuizing. Tenminste 60 miljoen mensen wereldwijd hebben huis en haard verlaten op zoek naar vrede en een beter leven. En het zullen er nog veel meer worden. Velen zijn letterlijk verdreven door oorlog, geweld en vervolging. Anderen ontvluchten de armoede en uitzichtloosheid van hun vaderland. Voor velen is Europa het beloofde land.
De Europese politici weten zich duidelijk geen raad en kunnen geen visie presenteren. Iedereen doet maar wat. Sommige landen richten prikkeldraadversperringen op, anderen zetten het leger in, en weer anderen bouwen uit nood tentenkampen en sleutelen aan hun procedures. Ondertussen groeit de stroom aan, en straks wordt het winter. Wat moeten we in Godsnaam doen?
Broeders en zusters van elkaar
Ik zeg bewust ‘in Gods naam’. Het gaat tenslotte al lang niet meer alleen om goede asielprocedures en opvangmogelijkheden. We staan voor fundamentele humanitaire en daarmee ook religieuze vragen. Natuurlijk heeft ook de Kerk niet de pretentie alle antwoorden op deze sociale en politieke vragen te hebben, maar we hebben wel de taak om mee te denken met de samenleving vanuit het Evangelie en de sociale leer van de Kerk.
Het eerste is: Hoe kijken we naar al die ontheemde mensen? De verleiding is erg groot om hen vooral te zien als gevaar, als vreemdelingen, indringers zelfs, die een bedreiging vormen voor onze eigen cultuur, voor onze sociale systemen en werkgelegenheid. En voor een deel is dat ook waar. Het zal onze samenleving onder druk zetten. Toch mag dat ons er niet van weerhouden hen allereerst te zien als mens, als broeder en zuster in nood. Iedere mens, zeggen wij in geloof, is geschapen naar Gods beeld en gelijkenis, en wordt door Hem bemind met een liefde die al ons begripsvermogen ver te boven gaat. We zijn in de meest existentiële zin met elkaar verbonden, niet alleen fysiek of materieel, maar ook geestelijk en bovennatuurlijk. Zoals Jezus het ons zelf zegt: “Ge hebt maar één Vader, en allen zijt ge broeders en zusters”. Het zijn onze broeders en zusters, ons eigen vlees, dat een beroep op ons doet.
Er zijn nieuwe wegen en procedures nodig
Nu betekent dat natuurlijk niet dat we dus alle deuren van ons land wagenwijd open moeten zetten en iedereen opnemen. Dat kan gewoon feitelijk niet. Wel is de nood zo groot dat we, denk ik, tot de grenzen van onze mogelijkheden zullen moeten gaan, maar zonder dat een samenleving ontwricht wordt. Het is niet onethisch voor politici om te proberen orde te scheppen in een anders onhanteerbare noodsituatie. Het is niet immoreel om onderscheid te maken tussen de verschillende groepen vluchtelingen. Velen zijn letterlijk verdreven door een uiterst wrede oorlog in hun land, hebben gezinsleden zien sterven, worden met de dood bedreigd omwille van hun geloof of overtuiging. Voor hen moet allereerst een veilige weg worden geopend.
Niemand komt rechtstreeks uit een oorlogsgebied, maar uit relatief veilige buurlanden, zoals Turkije, Libanon, Jordanië e.d. Ik zie niet goed in waarom Europa geen mogelijkheden kan creëren dat mensen dáár asiel kunnen aanvragen, en het daar ook beoordeeld kan worden. Nu moeten ze eerst hun hele vermogen uitgeven aan mensensmokkelaars, op gammele bootjes naar Europa oversteken, en dan lange tijd in ontbering leven, alvorens een land te bereiken waar ze hun asielaanvraag kunnen indienen. Hier is politieke wil gevraagd.
Ook zou de internationale gemeenschap aan landen die veel mensen opvangen wellicht een bedrag per vluchteling kunnen geven, opdat de mensen daar waardig kunnen leven, en niet alleen om reden van gebrekkige opvang de reis naar Europa aanvangen. Tegelijk zullen de procedures natuurlijk ook moeten waarborgen dat geen radicale Islamisten zich tussen de vluchtelingen mengen en asiel krijgen. En tenslotte mag er, naar mijn mening, wel wat meer druk worden uitgeoefend op enkele schatrijke golfstaten die nu bijna niets doen.
Gevlucht en niet meer terug kunnen
Moeilijker is het om beleidsmatig om te gaan met al die mensen die de armoede in hun land ontvluchten en een betere toekomst zoeken voor zichzelf en hun kinderen. Je kunt er alle begrip voor hebben, en mededogen. We zouden het waarschijnlijk zelf ook proberen als we in hun schoenen zouden staan. In vroeger tijden zijn ook miljoenen Europeanen om precies die reden vertrokken naar Amerika, Canada, of Australië in de hoop een nieuw bestaan te kunnen opbouwen.
Ook hen mogen we niet te gemakkelijk wegzetten als ongenode gasten, illegale immigranten. Ook hun nood is reëel. Ook zij hebben vaak het hele vermogen van hun familie uitgegeven om Europa te bereiken. Om die reden kunnen ze ook vaak niet terug, zoals een uitgeprocedeerde asielzoeker me letterlijk zei. Met hangende pootjes, en het laatste geld van de familie verspild. Daarbij willen ook vele regeringen, m.n. in Afrika, ze gewoon niet terug, en weigeren de nodige papieren.
Ook hier heeft Europa een verantwoordelijkheid: Allereerst, denk ik, het geven van goede voorlichting in die landen zelf, opdat mensen niet vanuit irreële, romantische voorstellingen over Europa, het leven van zichzelf en hun familie op het spel zetten, zonder dat er werkelijk uitzicht op asiel is. Voor hen die hier reeds zijn, al zoveel ontberingen en gevaren hebben doorstaan, en geen echte mogelijkheid hebben om terug te keren, de regels zo ruim mogelijk interpreteren. En voor hen die werkelijk geen enkele asielgrond hebben, wellicht het geld dat ze hebben uitgegeven om hier te geraken teruggeven, opdat ze in ieder geval eervol kunnen thuiskomen. Ook opvang kost tenslotte veel geld. Misschien kan hiervoor een Europees of nationaal fonds gecreëerd worden.
We zijn ook zelf vreemdelingen op aarde
Ik weet het, ik werp ideeën op waarvan ik ook zelf de realiteit niet geheel kan beoordelen. Maar nogmaals, waar het mij primair om gaat is dat we niet in een vijanddenken tegenover vreemdelingen terechtkomen. Juist in de Bijbel is de houding tegenover vreemdelingen een centraal criterium waar Gods zegen vanaf hangt. Tenslotte zijn we ook zelf vreemdelingen op deze aarde. “Maakt u op aarde geen vaste woon en verblijfplaats”, zegt de Heer “uw vaderland is de hemel”.
Als we eenmaal onze reis op aarde hebben beëindigd, en aankloppen aan de hemelpoort, dan zullen we vooral beoordeeld worden naar de wijze waarop we zelf gehandeld hebben tegenover anderen. “Met de maat waarmee gij meet, zult ge gemeten worden”, zegt Jezus. “Oordeelt niet, en je zult niet geoordeeld worden... Wees barmhartig, en je zult barmhartigheid ondervinden... Geef, en je zal gegeven worden, een gevulde, gestampte, en overvloeiende maat zal men je in de schoot werpen”. Dat is goddelijke logica, volkomen rechtvaardig en oneindig barmhartig. Als wij anderen iets kleins vergeven, zal Hij ons grote dingen vergeven. Als wij mild oordelen over anderen, zal Hij oneindig mild oordelen over ons. Als wij van onze aardse goederen schenken aan onze naasten, zal Hij ons daarvoor hemelse rijkdom teruggeven. God laat zich in edelmoedigheid nooit overtreffen.
+ Mgr. dr. Jozef M. Punt
Bisschop van Bisdom Haarlem-Amsterdam