De paus en het milieu
gepubliceerd: vrijdag, 10 juli 2015
Op 18 juni stapte paus Franciscus in een profetische rol. Hij presenteerde zijn nieuwe milieuencycliek. Niet zomaar een encycliek, die politiek correct oproept tot minder vervuiling, maar een spiritueel document dat onze hele visie op de natuur, op de mens en zijn toekomst kritisch ontleedt in het licht van het evangelie.
Hij gaf het de naam ‘Laudato Si’, ontleent aan een lied van de heilige Franciscus: “Geprezen zijt Gij, Heer, door onze zuster, moeder aarde, die ons onderhoudt en stuurt, en veelsoortige vruchten voortbrengt, bonte bloemen en kruiden”. Voor Franciscus is de natuur als een prachtig boek, waarin God tot ons spreekt, en ons leert wie we zijn. Daarmee begint alles.
Kijken naar de natuur
foto’s: Staatsbosbeheer Schoorl
Als je het universum, de natuur en zelfs de mens alleen maar ziet als product van toevallige kosmische ontwikkelingen zonder zin of doel, dan – waarschuwt de paus –“dreigt ons geweten het bewustzijn van verantwoordelijkheid te verliezen”. Dan vervallen we gemakkelijk in een “relativisme”, een soort ‘na ons de zondvloed’-mentaliteit. Maar als je de natuur, de aarde ziet als wat het is, een geschapen wonderland, dat ons draagt en voedt, een plaats die ons gegeven is om te leven, te groeien, op weg naar onze eeuwige bestemming; een plaats ook die zelf op weg is om omgevormd te worden tot een nieuwe hemel en nieuwe aarde, dan raak je vol van bewondering en vreugde... en dan verandert ook je handelen.
Wat zien we als we kijken naar de natuur? Als we kijken naar een boom? Zo veel kubieke meter hout? Of een levend organisme, pure schoonheid? St. Franciscus noemde de planten en dieren, de zon, maan en sterren zijn broeders en zusters. Niet vanuit een naïeve romantische houding, maar vanuit een diep besef van eenheid van alle dingen. Dat is het eerste waartoe de encycliek uitnodigt: intenser en anders te kijken naar de natuur, naar de ander en naar onszelf. Toen ik jong was woonden we in Bergen vlak bij de bossen en de duinen. Urenlang zwierf ik elke dag door de natuur. Als het donker werd zat ik vaak op een duintop, zomaar te kijken naar de maan en de sterren. Ik liet de stilte op me inwerken. Eenmaal heb ik een soort spirituele ervaring gehad. Alles werd ineens veel mooier. In alles voelde ik verbondenheid en liefde. Het duurde maar kort. Bij Franciscus was het de grondtoon van zijn leven. Maar hij is tenslotte heilig. Ik moet nog maar zien het te worden. U trouwens ook.
De noodzaak van verandering
We horen bij de natuur, maar tegelijk overstijgen we het verre. We zijn gemaakt uit het slijk van de aarde, maar dragen ook Gods Geest in ons. Zo leert het ons het boek Genesis. Als geestelijke wezens zijn we kinderen van God, broeders en zusters van elkaar. Dat besef van fundamentele eenheid en verantwoordelijkheid voor elkaar, wil paus Franciscus sterken. Op z’n bekende directe wijze kan hij dan ook heel praktisch en concreet worden.
Als we doorgaan met produceren en consumeren zoals we nu doen, zegt hij, dan vernietigen we in snel tempo onze planeet. Als we onszelf beschouwen als bevoorrechte minderheid, ”die meent recht te hebben om te consumeren op een wijze die niet te veralgemeniseren is, omdat onze planeet niet in staat is om het afval van een dergelijke consumptie op te slaan”, dan doen we groot onrecht aan de armen van deze wereld wat “alleen maar kan leiden tot geweld en wederzijdse vernietiging”.
Vooral politici krijgen de wind van voren. Hij verwijt hen een “opvallende zwakheid van handelen”. De economische crisis van 2008 was ook een kans om zwakheden in het systeem te herstellen, maar – klaagt Franciscus – het is niet gebeurd. De encycliek is een soort ultieme poging om op te roepen tot een existentiële dialoog tussen volkeren, culturen en religies, om te komen tot een “integrale ecologie”, die de mens centraal stelt.
De creativiteit van de heilige Geest
Maar niets zal slagen zonder Godsbesef. Ook daarin is Franciscus heel direct. “Zonder een besef van God als Schepper, van z’n Almacht en Majesteit, dringen we de realiteit onze eigen menselijke wetmatigheid op”. Hij roept ons ook op om vertrouwen te stellen op de oneindige creativiteit van de heilige Geest, die het onmogelijke mogelijk kan maken, de meest complexe situaties kan ontwarren, en zelfs uit het kwade nog het goede kan halen. In alles wat gebeurd, de rampen, de gevaren, en het lijden van zo velen, ziet de paus ook de “barensweeën” van een nieuwe tijd. Net als een barende vrouw voelen we alleen de pijn, maar zien nog niet het kind dat komen gaat. God ziet het wel.
Die nieuwe tijd zal komen, een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, maar hoé het zal komen hangt van ons af. Komt het vanuit chaos en algemene collapse, of zullen we nog de wonderen van Gods barmhartigheid zien. Het hangt af van onze bereidheid tot verandering, ommekeer van leven, persoonlijk en collectief, van een terugkeer naar God, naar zijn liefde en zijn gerechtigheid, maar ook – benadrukt hij – van het inroepen van de voorspraak en bescherming van Maria, “de Vrouw, bekleed met de zon”.
In de sacramenten is de natuur verheven
In Christus, getuigt de paus, is onze toekomst al verzekerd. In Hem is alles nieuw gemaakt. Hij is opgestaan uit de dood in een nieuwe verheerlijkte lichamelijkheid. Wij zullen volgen, als we met Hem verbonden blijven. Al het kwaad van onszelf en de wereld is door Hem al gedragen en uitgeboet. Je moet het alleen erkennen, berouwen en bij Hem brengen. In de sacramenten is ons de voorsmaak van de eeuwigheid al gegeven, schrijft Franciscus. Daarin “heeft God de natuur verheven tot medium voor deelname aan Zijn bovennatuurlijk leven”. De heilige Eucharistie is hiervan de hoogste manifestatie. De natuur wordt hier verheven en vergeestelijkt, brood en wijn gemaakt tot Lichaam en Bloed van de Opgestane Heer. De paus beschrijft dit dagelijks wonder als “levenselixer van onze wereld”, als act van kosmische goddelijke liefde, als krachtbron voor ziel en lichaam voor ieder die het met geloof en liefde, en in staat van genade, ontvangt. De schepping roept ons tot bezinning.
Ik wens u in deze vakantietijd toe dat u de schoonheid en vreugde van de natuur mag beleven, het met nieuwe ogen mag zien als geschenk van Gods liefde, en dat het u dichter brengt bij God en bij elkaar.
+ Mgr. dr. Jozef M. Punt
Bisschop van Bisdom Haarlem-Amsterdam