Wapen van hulpbisschop: Eucharistie, Maria en Johannes
Het bisschopswapen van mgr. dr. J. Hendriks, de nieuwe hulpbisschop, bevat naast tweemaal het bisdomwapen, de Eucharistie, de lelie als symbool van Maria en de Adelaar, symbool van Sint Jan, de patroonheilige van de nieuwe bisschop. Het wapen is ontworpen door ir. Anders Daae.
Verklaring van het wapen
In het hartschild van het wapen bevindt zich de adelaar met inktflacon, die de heilige Johannes, apostel en evangelist symboliseert, de patroonheilige van mgr. Hendriks. De roodomrande hostie omgeven door een vlammende zon, verwijst naar de heilige Eucharistie en bijzonder naar het mirakel van Amsterdam. Dit mirakel betreft een H. Hostie die gaaf te midden van de vlammen van de haard werd teruggevonden, nadat die door een ernstig zieke was uitgespuwd. Dit deel van het wapen geeft de bijzondere eerbied en verering voor de Eucharistie aan van de bisschop. Tevens wordt hiermee de band aangegeven van mgr. Hendriks met zijn voorganger, mgr. Van Burgsteden, sacramentijn en woonachtig in het heiligdom van het Mirakel.
De lelie in azuur symboliseert de Moeder Gods Maria en is overgenomen uit het bisschopswapen van mgr. Punt. Dit deel van het wapen geeft de bijzondere verering van de bisschop voor de heilige Maagd Maria aan en brengt tevens zijn band met mgr. Punt als diocesane bisschop tot uiting.
Beide velden zijn bovendien uitdrukking van de wapenspreuk: Quodcumque dixerit Vobis, facite (Doe maar wat Hij u zeggen zal), woorden door Maria gesproken tot de dienaren op de bruiloft van Kana, beeld van het Messiaanse maal en het Paasmysterie dat in de heilige Eucharistie tegenwoordig wordt gesteld. Deze woorden komen uit het evangelie van Johannes, patroonheilige van de bisschop (Jo. 2, 5).
De beide andere velden met het kruis en de schuinkruisjes zijn ontleend aan het wapen van het bisdom Haarlem-Amsterdam, waarvan mgr. Hendriks hulpbisschop is.
De kleding van een bisschop
De rooms-katholieke kerk kent drie graden in het wijdingssacrament. De diaken en de priester delen in de wijding van bisschop die de volheid van het sacrament van de wijding heeft ontvangen. Omdat de bisschop gewijd wordt door drie andere bisschoppen wordt de lijn van wijdingen voortgezet die al begon bij de apostelen, de zogenaamde apostolische successie. De diaken, priester en bisschop dragen tijdens de liturgie van elkaar te onderscheiden kledingstukken, die paramenten genoemd worden. Hieronder volgt een korte uitleg van de paramenten en tekens van waardigheid die de bisschop draagt in de liturgie, maar ook wat hij draagt in het dagelijks leven.
In het dagelijks leven
In het dagelijks leven draagt de bisschop een donker pak met een Romeins collaar, de priesterboord. Men kan hem dan herkennen aan de pectorale/ bisschopskruis en de bisschopsring. Dit onderscheidt hem van de andere geestelijkheid. Bij belangrijkere niet-liturgische gelegenheden draagt hij een zwarte toog met knopen, sjerp en zoom in de kleur paars. Wanneer hij deelneemt aan liturgische plechtigheden draagt hij een geheel paarse toog (“groot-paars”). In beide gevallen draagt hij ook een solideo in de paarse kleur, zo geheten omdat het alleen (soli) voor God (Deo) wordt afgezet tijdens het eucharistisch gebed in de mis. De kleur paars verwijst volgens de Romeinse traditie naar de dienstbaarheid van de bisschop aan de kerk, speciaal aan het bisdom waarin hij werkzaam is. Ook was paars of purper in het Romeinse rijk de kleur die gedragen werd door de keizer en ook senatoren droegen aan hun toga een paarse bies. Het gaf aan dat zij belast waren met het bestuur en de daarbij passende waardigheid. De bisschop is bestuurder, altijd in dienstbaarheid aan Christus en Zijn Kerk.
Tijdens de liturgie van de wijding
Tijdens de liturgie van de wijding draagt de bisschop-elect bij binnenkomst dezelfde kleding als de priester in de liturgie met enkele kleine verschillen. Onder de liturgische kleding draagt hij de geheel paarse toog met daarover heen de albe, het witte kleed dat ieder christen kan dragen als teken van het gedoopt zijn. Over de albe draagt hij een dalmatiek, het liturgische kledingstuk van de diaken. Ook draagt hij de stola met daaroverheen het kazuifel, de liturgische kleding van de priester. Als bisschop ontvangt hij immers de volheid van het wijdingssacrament. Ook draagt hij de paarse solideo.
Tijdens de wijding wordt hij bisschop gewijd door handoplegging en het uitspreken van het wijdingsgebed. Zijn hoofd wordt gezalfd met het chrisma. Dit is de welriekende olie die ook wordt gebruikt bij het vormsel en de wijding tot priester. Hij krijgt ook de diverse pontificalia, de tekenen van zijn episcopale waardigheid, overhandigd.
Mijter en staf
Het meest herkenbaar zijn de staf, die verwijst naar het herderschap van de bisschop en de mijter. Het is moeilijk aan te geven waar dit hoofddeksel naar verwijst. Het is in ieder geval een privilege door de paus geschonken aan bisschoppen en abten om de mijter te dragen. De mijter zou kunnen afstammen van een “frygische muts” een kledingstuk gedragen door soldaten. In dat geval zou men kunnen zeggen dat de mijter symbool is voor het verdedigen van het ware geloof, waartoe de bisschop een bijzondere taak heeft. Onwaarschijnlijker, maar symbolisch wel krachtig, is dat de mijter afstamt van de hoofddracht van Joodse hogepriesters. De twee losse punten van de mijter verwijzen dan naar het Oude en het Nieuwe Testament. Op deze manier wordt er een relatie gelegd tussen het hogepriesterschap uit het oude verbond en het nieuwe altijddurende hogepriesterschap van Christus.
Bisschopsring
De ring die de nieuwe bisschop krijgt aangereikt verwijst naar de verbondenheid met het bisdom waarin hij werkzaam is en is tevens een teken van bestuurlijke macht.
Bisschopskruis
Het bisschopskruis dat tijdens liturgische plechtigheden aan een groen koord hangt en op de borst gedragen wordt verwijst naar het getuigen van het geloof waartoe de bisschop bij uitnemendheid is geroepen en zou ook kunnen worden gezien als een teken dat hij het bisdom “op het hart draagt”. Het herinnert hem eraan dat hij zich het lot van de christengelovigen in zijn diocees moet aantrekken.
Kortom: de verschillende tekens laten iets zien van de waardigheid van de bisschop als bestuurder en opvolger van de apostelen en zij herinneren de bisschop aan zijn taak als verkondiger van het geloof in de verrezen Heer, een taak die overigens iedere christen heeft. Of zoals Augustinus zei: “Met u ben ik christen, voor u ben ik bisschop”
Gerelateerde nieuwsberichten | ||
maandag, 2 januari 2012 | Nieuwe rector Tiltenberg geďnstalleerd | |
zaterdag, 10 december 2011 | Fotoreportage bisschopswijding mgr. Hendriks | |
zaterdag, 10 december 2011 | Nieuwe website van Mgr. Hendriks: Arsacal.nl | |
zaterdag, 10 december 2011 | Woord aan het einde van de bisschopswijding | |
zaterdag, 10 december 2011 | Benoemingsoorkonde | |
donderdag, 8 december 2011 | “Doe maar wat Hij zeggen zal” | |
woensdag, 7 december 2011 | Alle Nederlandse bisschoppen bij wijding hulpbisschop Hendriks | |
vrijdag, 28 oktober 2011 | Wijding hulpbisschop Hendriks in Hilversum, niet in kathedraal | |
dinsdag, 25 oktober 2011 | Nederlandse bisschoppen verheugd over benoeming nieuwe hulpbisschop | |
dinsdag, 25 oktober 2011 | Nieuwe hulpbisschop voor Haarlem-Amsterdam | |
dinsdag, 25 oktober 2011 | Mgr. Dr. Jan Hendriks |