Bisdom Haarlem-Amsterdam









Voortgang synode

gepubliceerd: woensdag, 23 oktober 2024
de werkgroep met leden uit Canada, Afrika, Ierland, India, Sri Lanka, de Filipijnen, Australië, Colombia en Nederland.
de werkgroep met leden uit Canada, Afrika, Ierland, India, Sri Lanka, de Filipijnen, Australië, Colombia en Nederland.

Mgr. mr. drs. Th.C.M. Hoogen­boom neemt deel aan de tweede zit­ting van de 16e gewone algemene Bis­schop­pen­synode ‘Voor een synodale Kerk: communio, participatio, missio.’ In de derde week van het synode­tra­ject deelt hij in een aantal per­soon­lijke notities en foto’s zijn erva­ringen tot nu toe. U leest zijn ver­slag hier­on­der:

Een herhaling van zetten?

Inmiddels ben ik nu meer dan drie weken in Rome om deel te nemen aan de tweede zit­ting van deze Bis­schop­pen­synode. Soms vraagt men mij of de tweede zit­ting niet groten­deels een herhaling is van de eerste zit­ting. Dat is echter maar zeer ten dele het geval. Vorig jaar, tij­dens de eerste zit­ting van de synode, ston­den vooral vragen centraal naar het ‘wat’: Wat is synodali­teit? Wat bedoelen we met de zen­ding van de Kerk in de wereld van vandaag? De centrale vraag die tij­dens deze tweede zit­ting centraal staat is: ‘Hoe kunnen we een meer synodale en missio­naire Kerk zijn?’ De vragen tij­dens de gesprekken cirkelen dus meer rond het ‘hoe?’, ‘waar?’ en ‘wanneer?’ van synodali­teit in de Kerk.

De synodele­den wor­den uit­ge­no­digd om te spreken over de vraag: ‘Hoe kunnen we als leer­lin­gen van de Heer in­di­vi­dueel en ge­za­men­lijk, ieder vanuit zijn/haar eigen plaats en verant­woor­de­lijk­heid in de Kerk en met gebruikma­king van de verschei­den­heid van genadegaven die de Heilige Geest ons zo over­vloe­dig ge­schon­ken heeft in de wereld getuigen van de verrezen Heer en Zijn Evan­ge­lie?’

Deze vraag is uit­ge­werkt in het Instru­mentum Laboris (het werk­do­cu­ment dat de leidraad is voor de synodale gesprekken) waar­van de res­pec­tie­ve­lijke hoofd­stukken leidraad zijn voor het ‘gesprek in de Geest’ tij­dens de synode. Over de metho­diek van deze gespreks­vorm heb ik eer­der ge­schre­ven.

In de gesprekken aan de synodetafels merk ik dat het nog niet zo een­vou­dig is om ant­woord te geven op de vraag ‘hoe?’, ‘waar?’ en ‘wanneer?’ de Kerk heel concreet meer synodaal en missio­nair kan wor­den. Ik merk wel dat ik als ‘nuchtere Neder­lan­der’ tij­dens het ‘gesprek in de Geest’ niet zel­den wat prak­tischer over bo­ven­ge­noem­de vragen denk en spreek dan ‘gespreks­ge­no­ten in de Geest’ afkoms­tig uit andere lan­den en culturen.

Een synodale, missio­naire, maar ook vergrijzende Kerk

Mgr. Hoogenboom in de Sixtijnse kapel
Mgr. Hoogen­boom in de Sixtijnse kapel

Zo heb ik tij­dens de eerste zit­ting van de synode en ook dit jaar weer in mijn bijdragen bena­drukt dat synodali­teit begrepen als samen op weg zijn met de Heer ook betekent dat de Bis­schop­pen­synode zich reken­schap moet geven dat de Kerk op meer­dere plaatsen in onze wereld om allerlei redenen een Kerk van hoofd­za­ke­lijk ouderen is gewor­den. Een van de redenen daarvoor is zeker ook de ‘demo­gra­fische winter’ in lan­den (niet alleen Europese!) met sterk dalende geboorte­cij­fers. Het ver­baast mij zeer dat ik daar tij­dens de twee zit­tingen van de synode bijna niemand over heb gehoord. Daarom heb ik er ook voor gepleit dat de synode een woord van bemoe­diging en troost spreekt voor de oudere katho­lie­ke gelo­vi­gen die met lede ogen moeten aanzien dat veel van wat hen zo geliefd en ver­trouwd is verloren gaat. Talloze malen hebben synodele­den uit alle wereld­de­len mij gezegd dat zij dank­baar zijn voor de vele mis­sio­na­rissen die Neder­land heeft voort­ge­bracht. Daarom heb ik gezegd dat de synode aan zich­zelf verplicht is aan­dacht te beste­den aan de vraag hoe de vele oudere manne­lijke en vrouwe­lijke reli­gi­euzen die hun leven in dienst van de Kerk hebben gesteld op een waar­dige wijze als reli­gi­euzen hun ouderdom kunnen beleven. Wat zou het mooi zijn als de synode een woord van waar­de­ring zou uit­spre­ken voor de ouderen die bijdragen aan de synodale gestalte van de missio­naire Kerk doordat zij dag in dag uit bid­den voor de zen­ding van de Kerk, de nieuwe evangeli­sa­tie en de vele noden in de Kerk en de wereld! Ik koester de stille hoop dat het slot­do­cu­ment daar een passage aan zal wij­den.

Synodali­teit en de initiatie­sa­cra­menten

Tijdens de synode hebben we ook ge­spro­ken over de zoge­naamde initiatie­sa­cra­menten van de Kerk (doop, vormsel en Eucha­ris­tie). In mijn toe­spraakje van drie minuten voor alle synodele­den (ongeveer 365 personen) heb ik ervoor gepleit om geloofsopvoe­ding te verbin­den met ker­ke­lijke sociali­sa­tie. Dat wil zeggen om catechese bre­der te doen zijn dan slechts het geven van gods­dienstlessen die alleen maar het verstand en niet de hele men­se­lijke persoon aanspreken. Ik heb gezegd dat in een synodale missio­naire Kerk kin­de­ren, jon­ge­ren en vol­was­se­nen die toetre­den tot de Kerk veel meer actief betrokken moeten wor­den door gods­diens­tige vor­ming in de geloofs­ge­meen­schap die de hele men­se­lijke persoon (hoofd, hart en han­den) raakt. Dit kan geschie­den door een aan­spre­kende li­tur­gie, door samen op bede­vaart te gaan, door in vormsel­pro­jecten aan­dacht te beste­den aan het omzien naar de armen, door jonge ge­zin­nen te verwel­ko­men op gezins­zon­dagen. Mijn bood­schap in de plenaire ver­ga­de­ring was: Reli­gi­euze opvoe­ding in de synodale missio­naire Kerk van de 21ste eeuw gebeurt pas echt door ‘reli­gi­euze sociali­sa­tie’ die de hele men­se­lijke persoon betreft, dat wil zeggen door gelo­vi­gen het Kerk-zijn te laten ervaren in li­tur­gie en gebed, in catechese en geloofs­ge­sprek, door hen te vormen tot getuigen van de liefde van Christus in caritas en diaconie. Met andere woor­den; vor­ming van gedoopten zal altijd ten doel moeten hebben om hen toe te rusten voor de zen­ding die de Heer hun geeft.

De bete­ke­nis van de gees­te­lij­ke en licha­me­lijke werken van barm­har­tig­heid voor een synodale missio­naire Kerk

Tijdens mijn toe­spraakje in de plenaire ver­ga­de­ring van de synode heb ik in het bij­zijn van paus Fran­cis­cus met een ver­wij­zing naar het Heilig Jaar van de Barm­har­tig­heid (dat de Katho­lie­ke Kerk in 2015-2016 heeft gevierd), ook aan­dacht gevraagd voor de grote bete­ke­nis van de zoge­naamde licha­me­lijke en gees­te­lij­ke werken van barm­har­tig­heid voor een synodale en missio­naire Kerk. Deze werken van barm­har­tig­heid hebben immers diepe wor­tels in de Heilige Schrift en de Levende Traditie van de Kerk en zijn een zeer prak­tische invulling van de liefde tot God en de naaste waartoe de Heer ons oproept. Het zijn daden van naasten­liefde waardoor we onze mede­mens te hulp komen in zijn/haar licha­me­lijke en gees­te­lij­ke noden. Bij gees­te­lij­ke werken van barm­har­tig­heid gaat het om on­der­richt geven, goede raad ver­strek­ken, troost brengen, moed inspreken, ver­gif­fe­nis schenken en onrecht gedul­dig verdragen. De licha­me­lijke werken van barm­har­tig­heid zijn: de hon­gerigen spijzen, de dors­tigen laven, de vreem­de­lingen her­bergen, de naakten kle­den, de zieken en de ge­van­ge­nen bezoeken, de doden begraven.

“Brandde ons hart niet in ons, terwijl Hij onderweg met ons sprak en ons de Schriften ontsloot?” (Luc. 24, 32)

Waar het gaat om het ‘on­der­schei­den in de Geest’ merk ik in de gesprekken dat het streven naar consensus er niet in bestaat om de kleinste gemene deler op te zoeken. Het gaat er veeleer om door in het luis­te­ren naar Gods Woord en de Levende Traditie van de Kerk, door in het aan­dach­tig luis­te­ren naar elkaar en door het dui­den van de tekenen van deze tijd in het licht van ons geloof te ervaren wat de harten van de gespreks­ge­no­ten het meest doet bran­den. Dat merk je zo af en toe ook als een interventie in de synode­ver­ga­de­ring een stor­mach­tig applaus teweeg­brengt.

De nederdaling van de Heilige Geest
Alle synode­deel­ne­mers kregen van paus Fran­cis­cus een reproductie van het schil­derij ‘De nederdaling van de Heilige Geest’ van Girolamo Muziano (1528-1592) cadeau.

Dat geschiedde bij­voor­beeld toen een van de Afrikaanse vrouwe­lijke synodele­den vast­stelde dat in Afrika op heel veel plaatsen de gods­dienst­vrij­heid wordt bedreigd en katho­lie­ke scholen in het gedrang komen omdat zij door rege­ringen op grond van gen­der-ideo­lo­gie gehin­derd wor­den in in­te­grale men­se­lijke vor­ming van kin­de­ren en het geven van gods­dienston­der­richt volgens de leer van de Katho­lie­ke Kerk. Deze vast­stel­ling ging gepaard met een oproep dat katho­lie­ke scholen tegen de stroom van de tijd blijven getuigen van Christus en Zijn Evan­ge­lie.

Overigens wil dit alles niet zeggen dat er onder de synodele­den een en al overeenstem­ming is over de vele thema’s die het Instru­mentum Laboris aansnijdt; dat zeker niet.

Een voor­beeld: Dezer dagen merkte ik dat de vraag hoe in processen van besluit­voor­be­rei­ding en besluit­vor­ming in de Kerk het aan­deel van leken (die immers delen in het gemeen­schap­pe­lijk pries­ter­schap van alle gedoopten) zich verhoudt tot de rol van de bis­schop zeker ver­dere ver­die­ping behoeft.

Een ander voor­beeld: De Bis­schop­pen­con­fe­ren­tie van de Verenigde Staten verklaarde voor­af­gaand aan de hui­dige synode­bij­een­komst: “Onze dank­baar­heid voor deze synodale tocht is diep­gaand. [...] Er blijven echter span­ningen bestaan, die een voort­du­rende re­flec­tie en dialoog vereisen, in overeenstem­ming met paus Fran­cis­cus’ concept van een cultuur van ont­moe­ting. Maar deze span­ningen ver­bre­ken de ge­meen­schap van naasten­liefde in de Kerk niet.” (IL, Inlei­ding).

Synodaal Kerk-zijn heeft gelet op het boven­staande ook de dimensie van, als het moei­lijk wordt, het als vrien­den van de Heer met elkaar uit­hou­den en voort­gaan in Zijn voetspoor. Die erva­ring deden ook Petrus en de andere apos­te­len reeds op; er is ook wat dat betreft helemaal niets nieuws onder de zon in de synode-aula.

Waar­heid en ker­ke­lijke een­heid in verschei­den­heid

Het Instru­mentum Laboris verklaart: “Onze erva­ring heeft aange­toond dat het op gang brengen van het synodale proces in de lokale kerken de een­heid van de hele Kerk niet ondermijnt, maar juist de verschei­den­heid en universali­teit van het volk van God gestalte geeft (...)” (IL, nr. 87). Ook deze passage geeft veel stof tot dis­cus­sie. Het Instru­mentum Laboris doet in nr. 97 het volgende voorstel: “Het erkennen van Bis­schop­pen­con­fe­ren­ties als ker­ke­lijke enti­teiten met leerstellige autori­teit, reke­ning hou­dend met de socio-culturele diver­si­teit binnen de context van een Kerk met veel gezichten en de waar­de­ring van li­tur­gische, dis­ci­pli­naire, theo­lo­gische en spi­ri­tu­ele uitdruk­kingen die passen bij de ver­schil­lende socio-culturele contexten.” Het gaat ten diepste over de vraag hoe in de uni­ver­se­le Kerk waar­heid en een­heid in culturele verschei­den­heid zich tot elkaar ver­hou­den.

Het theo­lo­gische gesprek hier­om­trent zal ook na deze Bis­schop­pen­synode voort­gaan, zeker omdat heel wat synodele­den, waar­on­der ik zelf, vrezen voor ver­wa­tering van de ver­kon­di­ging van de bood­schap van het Evan­ge­lie indien de waar­heid hier­van naar tijd en plaats door het leer­ge­zag van de Kerk wordt gerelati­veerd, met als gevolg ver­war­ring onder de leden van het Gods­volk.

Volgend jaar is het 1.700 jaar gele­den dat de ge­loofs­be­lij­de­nis van Nicea werd af­ge­kon­digd. De Katho­lie­ke Kerk is volgens deze ge­loofs­be­lij­de­nis één, heilig, katho­liek en apos­to­lisch. In alle synodale gesprekken gaat het om de kern­vraag wat de een­heid in Christus, die de Weg, de Waar­heid en het Leven is, betekent voor de Katho­lie­ke Kerk die van Hem de zen­ding heeft ont­van­gen om we­reld­wijd Zijn Evan­ge­lie te ver­kon­di­gen in zeer ver­schil­lende en sterk ver­an­de­rende sociale en culturele contexten. Dat vraagt van de synodele­den om in de Geest aan­dach­tig te luis­te­ren naar Gods Woord en zich reken­schap te geven van de Levende Traditie van de Kerk om zo de tekenen van de tijd goed te kunnen verstaan. Als ik op mijn hotel­ka­mer de synodale gesprekken voor­be­reid, grijp ik graag terug naar de ge­schrif­ten van paus Bene­dic­tus XVI, die een grote passie had voor de be­vor­de­ring van de een­heid van Kerk, gedragen door de samenhang met de waar­heid en liefde in Christus.

De synodale Kerk als oefen­school in geduld

Het Instru­mentum Laboris stelt: “Zonder zicht­ba­re ver­an­de­ringen zal de visie van een synodale Kerk niet overtuigend zijn” (IL, nr. 71). In deze zin kan een zeker ongeduld wor­den geproefd. Tege­lijker­tijd merk ik op dat er door synodele­den heel ver­schil­lend wordt gedacht over de vraag of en zo ja, welke zicht­ba­re ver­an­de­ringen wen­se­lijk zijn en op welke termijn. In de werk­groep waar­van ik deel uitmaak, heb ik naar voren gebracht dat het bij het on­der­schei­den in de Geest nodig is om niet alleen stil te staan bij de vraag of iets kan of moet ver­an­de­ren in de Kerk maar zo ja ook wanneer het gelovig / bijbels theo­lo­gisch gezien het geschikte of guns­tige moment daarvoor is (kairos). De synodale Kerk heeft ook de gestalte van een oefen­school in geduld. Immers: geduld is bijbels gezien een kenmerk van wijs­heid, een vrucht van de Geest, eigen aan allen die in Christus geloven.

Wat betekent wer­ke­lijke vernieu­wing in een synodale Kerk?

In het Instru­mentum Laboris komt het woord ‘vernieu­wing’ zeven keer voor. Maar wat wordt daar­mee eigen­lijk bedoeld? Een actueel voor­beeld verdui­de­lijkt dat mis­schien. Al wie de Sint Pieters­basi­liek betreedt, wordt getroffen door het zoge­naamde ‘baldakijn van Bernini’, dat zich bevindt boven het graf van de heilige apostel Petrus. Het werd naar een idee van Carlo Moderna in 1624-1633 gebouwd door Gianlorenzo Bernini met de bedoeling om aldus de innige band te sym­bo­li­seren tussen het apostelgraf en de basiliek.

Om tij­dens het Heilig Jaar 2025 de vele miljoenen pelgrims zo mooi moge­lijk in de Sint-Pieter te ont­van­gen, staat nu het baldakijn van Bernini helemaal in de stei­gers. Restaurateurs verwij­de­ren met engelengeduld de vele waslagen die in loop der eeuwen op het koper zijn aan­ge­bracht om roest tegen te gaan. We moeten nog even geduld oefenen maar bin­nen­kort zal het baldakijn van Bernini in zijn oor­spron­ke­lijke glorie her­steld zijn. Zo is er in de Kerk telkens weer vernieu­wing en con­ti­nuï­teit. Wer­ke­lijke vernieu­wing in de Kerk zal altijd weer haar oorsprong vin­den in het opnieuw ont­dek­ken en/of oppoetsen wat allang behoorde tot de geloofs­schatten van de Kerk maar dat om allerlei redenen wat op de ach­ter­grond is geraakt of zelfs vergeten is. Het synodaal proces waartoe paus Fran­cis­cus in 2021 het ini­tia­tief heeft geno­men, is zo beschouwd zeker niet iets geheel nieuws in de Kerk: het is veeleer een harte­lijke uit­no­di­ging om de synodali­teit die eigen is aan de Kerk en die sinds Bijbelse tij­den tot haar wezen behoort onder aanroe­ping van de Heilige Geest ver­der te door­denken, ook voor wat dit heel prak­tisch gezien betekent voor de Kerk als ge­meen­schap van gedoopten in de Drie-ene God, die haar zen­ding in de wereld heeft ont­van­gen van de verrezen Heer.

Het Tweede Vati­caans Concilie (1962-1965) dat dezer dagen 62 jaar gele­den door paus Johannes XXIII werd geopend, is ondenk­baar zon­der de ‘her­bron­ning’ die in de jaren daarvoor al be­gon­nen was. De concilie­va­ders gingen te rade bij de oudste chris­te­lijke bronnen: de Heilige Schrift en de Kerk­va­ders. Die her­bron­ning is zeker ook wezen­lijk voor het synodaal proces waartoe paus Fran­cis­cus in 2021 de aanzet heeft gegeven. Het synodaal proces zal alleen maar rijke vruchten dragen indien en voor zover het wer­ke­lijk wordt geïnspireerd door de Heilige Schrift en de levende Traditie van de Kerk.

Luis­te­ren naar Oosterse Kerken

Tijdens het mid­dageten in het ‘Domus Romanus Sacerdotalis’, het Romeinse huis vlak bij het Sint Pieters­plein waar ik met vele synodele­den (bis­schop­pen, leken­ge­lo­vigen, reli­gi­euzen) verblijf, heb ik lang ge­spro­ken met Ibrahim Isaac Sidrak die in 2013 door de synode van de Koptisch-Katho­lie­ke Kerk werd gekozen als patriarch van Alexandrië in Egypte. Ik sprak met hem over het feit dat de synode ook een be­lang­rijk moment is voor leden van de Latijnse Katho­lie­ke Kerk om meer kennis te krijgen van de rijke ge­schie­de­nis, de geloofs­tra­di­tie en de li­tur­gie - niet alleen van de Oosters-Katho­lie­ke Kerken, maar ook van de Ortho­doxe Kerken en de Oosters-Ortho­doxe Kerken. Afgelopen week bij­voor­beeld vier­den de synodele­den en vele anderen in het koor van de Sint-Pieters­basi­liek de Eucha­ris­tie in de Syro-Antiocheense Maroni­tische ritus met als hoofd­cele­brant een Libanese bis­schop.

“We kunnen een Kerk niet begrijpen zon­der vrouwen” - Paus Fran­cis­cus

In het Instru­mentum Laboris komt het woord ‘vrouw’ maar liefst 43 keer voor. Het was dan ook wel te ver­wach­ten dat tij­dens de synode het brede thema van de rol en bete­ke­nis van de vrouw in de Kerk een be­lang­rijk gesprekson­der­werp zou wor­den. In een aantal lan­den (waar­on­der Neder­land) spitste dit thema zich sinds het begin van het synodaal proces in 2021 onder meer toe op de vraag of vrouwen kunnen wor­den toe­ge­la­ten tot de diaken­wij­ding. Echter volgens het Instru­mentum Laboris (nr. 17) is dit geen thema van de tweede zit­ting van de synode. Het Instru­mentum Laboris stelt dat de theo­lo­gische gedachten­vor­ming over genoemde vraag wordt voort­ge­zet in een studie­groep, die reke­ning zal hou­den met de re­sul­taten van de twee studie­com­mis­sies die zich eer­der met het on­der­werp hebben bezigge­hou­den. Deze week verklaarde kar­di­naal Fernández, prefect van het Di­cas­te­rie voor de Ge­loofs­leer en voor­zit­ter van de genoemde studie­groep echter: “We weten dat de Heilige Vader heeft gezegd dat de kwestie van de diaken­wij­ding van de vrouw op dit moment niet rijp is en hij heeft gevraagd dat we deze moge­lijk­heid nu niet over­we­gen (...)”. Op don­der­dag 24 ok­to­ber geeft de kar­di­naal daar­om­trent nadere uitleg aan de synodele­den en daar ben ik zeker bij.

De geschetste ont­wik­ke­ling heeft in en buiten de synode-aula teleur­stel­ling teweeg­ge­bracht en vragen opge­roe­pen die nog niet volle­dig beant­woord zijn. Tege­lijker­tijd is boven­staande ge­schie­de­nis in de media (zeker ook in Neder­land) met volstrekt voor­bij­gaan aan de vele andere on­der­wer­pen die op de synode-agenda staan (en die ook de rol en bete­ke­nis van vrouwen in de Kerk betreffen) zeer breed uitgemeten. Zodanig zelfs dat men afgaande op wat jour­na­listen over de synode schrijven de over­tui­ging zou kunnen krijgen dat het daarin wekenlang bijna alleen maar gaat over vraag of de vrouwen kunnen wor­den toe­ge­la­ten tot de diaken­wij­ding.

Als oor- en oog­ge­tui­ge kan ik oprecht zeggen: Het tegen­deel is het geval! In de afgelopen ruim drie weken is door zeer veel synodele­den uit alle wereld­de­len -en ook door mij!- in de aula met grote dank­baar­heid en waar­de­ring ge­spro­ken over de rol en bete­ke­nis van vrouwen in het ker­ke­lijk leven. Ook is aan de hand van het Instru­mentum Laboris uit­ge­breid ge­spro­ken over de vraag op welke manieren vrouwe­lijke leken­ge­lo­vigen op basis van de doopgenade die zij ont­van­gen hebben in alle gele­dingen (nog) meer deel kunnen krijgen aan (mede)verant­woor­de­lijk­heid in besluit­vor­mings­pro­ces­sen in de Kerk en de dienst van de lei­ding in de Kerk. Wat dat betreft heb ik trouwens gemerkt dat er veel verschil en onge­lijktij­dig­heid is in de wereld­kerk. De presentie van vrouwe­lijke synodele­den afkoms­tig vanuit alle continenten maakt een vrucht­ba­re uit­wis­se­ling van ideeën en erva­ringen moge­lijk. Op zater­dag 19 ok­to­ber wer­den onder meer alle vrouwe­lijke deel­ne­mers die aan de synode deel­ne­men door paus Fran­cis­cus harte­lijk in au­diën­tie ont­van­gen.

In de afgelopen weken heb in de werk­groepen waar­van ik deel uitmaakte vanuit mijn per­soon­lijke erva­ring uit­ge­breid ge­spro­ken over de wijze waarop in de Neder­landse Katho­lie­ke Kerk vrouwen zowel pas­to­raal als bestuur­lijk gezien een even kost­ba­re als onmis­ba­re bijdrage leveren aan het ker­ke­lijk leven in pa­ro­chies, in bis­dom­men, in pries­ter­oplei­dingen, in reli­gi­euze ordes en con­gre­ga­ties, in katho­lie­ke onder­wijsin­stel­lingen en maat­schap­pe­lijke organi­sa­ties, in de cate­go­riale ziel­zorg, in nieuwe reli­gi­euzen bewe­gingen en op het niveau van de Kerk­pro­vin­cie. Dat de Neder­landse Bis­schop­pen­con­fe­ren­tie al vele jaren een vrouw als se­cre­ta­ris-generaal heeft wekt bij nogal wat collega-bis­schop­pen de nodige verba­zing en nieuws­gie­rig­heid.

Het slot­do­cu­ment van de synode zal zeker concrete aanbevelingen aan paus Fran­cis­cus doen over de wijze waarop aan vrouwe­lijke (maar zeker ook manne­lijke) leken­ge­lo­vigen op basis van het sacra­ment van het doopsel dat zij hebben ont­van­gen meer moge­lijk­he­den kunnen wor­den gegeven om in alle gele­dingen van de Kerk (nog) meer deel te nemen en bij te dragen aan het leven in een synodale missio­naire Kerk in al haar gele­dingen.

“Dat allen één zijn” (Joh. 17, 21)

Gebedswake
Oecu­me­nische gebeds­wake waar naast paus Fran­cis­cus de ‘delegati fraterni’ mede voor­gingen in het gebed voor de een­heid van de chris­te­nen.

Dit gebed van de Heer loopt als een rode draad door de vele toe­spra­ken en gesprekken in de synode-aula die een oecu­me­nische dimensie hebben. Aan de synode nemen ook 16 zoge­noemde ‘delegati fraterni’ deel. Dat zijn af­ge­vaar­dig­den van chris­te­lijke kerken en ker­ke­lijke ge­meen­schappen die op uit­no­di­ging van paus Fran­cis­cus deel­ne­men aan de synode.

Het boven­staande gebed van de Heer voor de een­heid staat ook op het graf van Johannes Kar­di­naal Willebrands, voor­ma­lig voor­zit­ter van de Pau­se­lijke Raad voor de een­heid van de chris­te­nen en aarts­bis­schop van Utrecht (1975-1983). Zijn naam en het besef van zijn onschat­ba­re bete­ke­nis voor de oecumene leeft ook tij­dens de synode voort.

Dat heb ik herhaal­de­lijk gemerkt in gesprekken met enkele ‘delegati fraterni’. In de werk­groepen waaraan ik deelnam ontmoette ik bij­voor­beeld de adjunct-se­cre­ta­ris-generaal van de Wereldfe­deratie van Lutherse Kerken uit Zwitserland en een ver­te­gen­woor­diger van de Wereld­broe­der­schap van Pinkster­ge­meen­ten uit Ghana. Ik ben onder de indruk geraakt van de sereni­teit, het krach­tige geloofs­ge­tui­ge­nis in de Drieëne God en de bijbels-theo­lo­gische kennis van zaken die zij in de oecu­me­nische gesprekken inbrachten. Gisteren wer­den ook zij door de paus in au­diën­tie ont­van­gen en ik begreep dat dat een zeer in­druk­wek­kende gebeur­te­nis was.

Gebedswake

Over de oecumene wordt tij­dens de synode niet alleen maar aan de ronde tafels ge­spro­ken. Op 11 ok­to­ber, de dag waarop het 61 jaar gele­den was dat het Tweede Vati­caans Oecu­me­nisch Concilie werd geopend, was ik op de Piazza dei Protomartiri (het plein naast de Sint Pieters­basi­liek waar volgens de overleve­ring de apostel Petrus door kruisi­ging de mar­tel­dood stierf). Daar vond een in­druk­wek­kende oecu­me­nische gebeds­wake plaats waar naast paus Fran­cis­cus de ‘delegati fraterni’ mede voor­gingen in het gebed voor de een­heid van de chris­te­nen.

Paus Fran­cis­cus verklaarde tij­dens de oecu­me­nische gebeds­wake: “Vandaag spreken we ook onze schaamte uit over het schandaal van chris­te­lijke ver­deeld­heid, het schandaal van het niet samen getuigen van de Heer Jezus. Deze synode is een kans om het beter te doen, om de muren te over­win­nen die nog steeds tussen ons bestaan. Laten we ons richten op de gemeen­schap­pe­lijke grond van ons gemeen­schap­pe­lijk doopsel, dat ons aanspoort missio­naire leer­lin­gen van Christus te wor­den, met een gemeen­schap­pe­lijke zen­ding. De wereld heeft een gemeen­schap­pe­lijk ge­tui­ge­nis nodig, de wereld heeft het nodig dat wij trouw zijn aan onze gemeen­schap­pe­lijke missie.

‘Was er dan niets om voor te vechten?’

Als er één inzicht is dat tij­dens deze synode­zit­ting naar voren geko­men is, dan is het wel dat men­se­lijke, intellectuele en spi­ri­tu­ele vor­ming in de Kerk altijd als doel zal moeten hebben om ons als gedoopten nog meer te maken wat we in kracht van ons doopsel in de Drie-ene God allemaal al zijn: getuigen van de opgestane Heer en Zijn Evan­ge­lie. Onder de synodele­den zijn er die aan den lijve onder­vin­den dat dit zorgen, lij­den en zelfs levens­ge­vaar met zich mee kan brengen.

Pater Timothy Radcliffe OP maakte tij­dens de retraite voor­af­gaand aan deze synode ind­ringend dui­de­lijk dat het chris­te­lijk ge­tui­ge­nis in onze tijd urgent is en wellicht veel meer dan ooit tevoren onbaat­zuch­tige opoffe­ring en ja zelfs strijd vergt. Pater Radcliffe verwees naar Alan Paton, een Zuid-Afrikaanse schrijver die moe­dig campagne voerde tegen apart­heid. In een van diens boeken zegt iemand: “Als ik naar de hemel opstijg, wat ik zeker van plan ben, zal de Grote Rechter tegen me zeggen: ‘Waar zijn je won­den?’. En als ik zeg dat ik er geen heb, zal hij zeggen: ‘Was er dan niets om voor te vechten?’

Verder weven aan een net­werk van vriend­schappen

Bladerend door de vele bladzij­den aanteke­ningen die ik tot nu toe heb gemaakt in mijn dag­boek, word ik overstelpt door de her­in­ne­ringen die ik inmiddels heb opgedaan tij­dens de tweede zit­ting van de synode. In dit bestek is het onmoge­lijk om daar­van uit­voerig ver­slag te doen en zelfs het slot­do­cu­ment van de synode dat over enkele dagen verschijnt zal niet uit­puttend kunnen zijn. Mijn dag­boek­no­ti­ties geven hope­lijk wel een beeld van deze tweede zit­ting van de synode, tij­dens welke we in kracht van Gods Geest dage­lijks weer ver­der weven aan het we­reld­wijde net­werk van vriend­schappen met de verrezen Heer en met elkaar.


Gerelateerde nieuwsberichten

dinsdag, 29 oktober 2024Slotdocument synode synodale Kerk
woensdag, 16 oktober 2024‘Samen op weg als vrienden van de verrezen Heer’
dinsdag, 24 september 2024Mgr. Hoogenboom spreekt met de pers Video
dinsdag, 9 juli 2024Instrumentum Laboris Synode 2024
dinsdag, 21 mei 2024‘Luisteren naar wie niemand luistert’
vrijdag, 17 mei 2024Nederlandse synthesedocumenten naar Rome
vrijdag, 17 mei 2024Afsluiting synodale gesprekken
vrijdag, 16 februari 2024Landelijke handreiking voor synodale gesprekken
donderdag, 1 februari 2024Vervolgtraject bisschoppensynode
woensdag, 1 november 2023Synoderapport
dinsdag, 31 oktober 2023Verslag synode door Mgr. Hoogenboom Video
woensdag, 18 oktober 2023Blik achter de schermen van de synode
dinsdag, 10 oktober 2023Together - Op reis voor de oecumene
donderdag, 21 september 2023‘Hoofdpersoon synode is de Heilige Geest’ Video
donderdag, 21 september 2023‘Zonder gebed geen synode’
donderdag, 22 juni 2023Werkdocument synode 2023-2024
vrijdag, 19 mei 2023Nederlandse vertaling slotdocument Praag
dinsdag, 16 mei 2023Wereldwijd gebed voor synode
woensdag, 19 april 2023Volgende fase Synode over synodaliteit
donderdag, 23 februari 2023Continentale synode in Praag



Bisdom Haarlem - Amsterdam • Postbus 1053 • 2001 BB  Haarlem • (023) 511 26 00 • info@bisdomhaarlem-amsterdam.nlDisclaimerDeze website is gerealiseerd door iMoose