Kerksluiting
Inleiding
In een bisdom is het aan de bisschop om besluiten te nemen over het oprichten of fuseren van parochies en over het bouwen van een nieuwe kerk of het onttrekken van een gewijd kerkgebouw aan de eredienst. Zo’n besluit wordt ‘een decreet’ genoemd. In onze oren klinkt dat al snel als een ‘oekaze’, een besluit van bovenaf. Het tegendeel is waar. Een bisschop neemt zo’n besluit gewoonlijk op initiatief van een parochiebestuur dat op grond van pastorale motieven (m.n. het kleiner worden van de parochie en vooral het afnemen van het aantal kerkgangers) en op grond van financiële gegevens (te hoge kosten in relatie tot het gebruik van een gebouw of vanwege de slechte staat ervan) hem dit voornemen voorlegt.
Daar gaat een zorgvuldige proces aan vooraf waarbij parochianen en niet in de laatste plaats de vaste kerkgangers moeten worden gehoord. Daarvan dient ook verslag gemaakt te worden en bij het voornemen aan de bisschop te worden overlegd.
De bisschop vraagt op zijn beurt advies van zijn commissie (de DCRK) en is verplicht ook de Priesterraad te horen.
Tegen het besluit is beroep mogelijk. Heeft de bisschop zorgvuldig gehandeld en zijn de argumenten plausibel, dan wordt een dergelijk beroep afgewezen. Een beroepsprocedure vraagt extra tijd, wat nadelig is voor een parochiebestuur dat om die reden geen definitieve stappen kan zetten.
Voor een nadere uitleg over achtergronden en de procedure, verwijzen we graag naar het bovengenoemde artikel van Mgr. Hendriks over het onttrekken aan de eredienst van een katholieke kerkgebouw.
Stappen in het traject
Initiatief
Wanneer een Parochiebestuur voornemens is één van de kerkgebouwen in de (fusie-)parochie of het samenwerkingsverband van meer parochies te sluiten, legt het dit voornemen voor aan de DCRK.
De DCRK kan een dergelijk voorstel alleen in behandeling nemen en aan de Bisschop voorleggen als de volgende vragen zijn beantwoord:
- Is er (een begin gemaakt van) een liturgisch beleid en rooster en verdere samenwerking van de verschillende gemeenschappen, waardoor parochianen zich bewust worden/zijn van het feit dat zij deel uitmaken van een grotere katholieke gemeenschap en in de toekomst wellicht ook van een ander kerkgebouw gebruik dienen te maken?
- Is er in de parochie/het samenwerkingsverband een vitaliteitsscan (zie aparte knop) gemaakt in combinatie met een gebouwenplan waaruit blijkt welke kerkgebouw(en) volgens het bestuur voor gebruik op langere termijn het meest geschikt is (zijn)? Op welke gronden (betreffende de vitaliteit, financiën of status van onderhoud) is het bestuur tot dit initiatief m.b.t. sluiting van een kerkgebouw gekomen?
Door de burgerlijke gemeente wordt soms een “Kerkenvisie” ontwikkeld. Deze gaat over de toekomst van kerkgebouwen in de stad of het dorp. Het kerkbestuur kan van de gemeente of provincie een uitnodiging krijgen om deel te nemen aan de “Kerkenvisie”. Zie de brief die u hierover van het bisdom ontvangen heeft in oktober 2019. Het belangrijkste is dat u niet in gesprek gaat zonder het bisdom erbij te betrekken. Vaak overstijgen de parochieverbanden ook één gemeente. Bovendien is het uiteindelijk aan de bisschop te bepalen of een kerkgebouw al dan niet herbestemd wordt. De uitkomst van de intern kerkelijke besluitvorming van parochie en bisdom, kunt u wel met derden delen.
Wilt u bij het inbrengen van uw initiatief ook de antwoorden op bovenstaande vragen meesturen?
Principebesluit
De DCRK bereidt een advies aan de bisschop voor op basis van de aangeleverde documentatie.
Het resultaat van dat overleg met de bisschop wordt aan het parochiebestuur schriftelijk meegedeeld.
Voorbereidingsfase
Het bestuur gaat op grond van een positieve reactie / principebesluit van de Bisschop de sluiting voorbereiden en komt later met een verzoek aan de Bisschop om een kerkgebouw aan de eredienst te mogen onttrekken. In deze fase probeert het bestuur antwoord te geven op de volgende vragen om een en ander ook te kunnen documenteren.
- Zijn de parochianen - en meer concreet de kerkgangers van het betreffende gebouw - in het traject naar het sluiten voldoende gehoord? Zijn er verslagen gemaakt van dergelijke bijeenkomsten zodat duidelijk wordt voor de bisschop dat er voldoende draagvlak is voor een besluit?
- Zijn parochianen - en vooral de vaste kerkgangers - door een liturgisch rooster en door het bijvoorbeeld al minder vieren van de liturgie op de betreffende locatie, gestimuleerd ook deel te nemen aan vieringen in andere kerkgebouwen van de parochie of het samenwerkingsverband? Tot welke resultaten heeft dat geleid? Bijvoorbeeld: samenwerking van koren, gezamenlijke voorbereiding van H. Doopsel, Eerst Heilige Communie en Vormsel, elkaar meenemen naar een ander kerkgebouw, enz.?
- Is er met het Catharijneconvent een sluitingsinventarisatie gemaakt met het oog op het bestemmen van het kerkelijk roerend goed? Zie uitvoeriger: een Plan van aanpak voor het vervreemden van religieuze kunst bij sluiting van een kerk.
Als het bestuur afdoende antwoord kan geven op bovenstaande vragen richt het formeel een schriftelijk verzoek aan de bisschop om een bepaald kerkgebouw te mogen sluiten. Uiteraard tekent de pastoor dit verzoek. Na ontvangst legt de bisschop het verzoek neer bij de DCRK die op basis van de documentatie het verzoek voorziet van een advies.
Besluit middels een Decreet
Alvorens een definitief besluit te nemen is de Bisschop verplicht de Priesterraad om advies te vragen.
Documentatie die antwoord geeft op bovengenoemde vragen, is ook daarvoor van belang. De DCRK zal dan ook een advies voor de Priesterraad op basis van deze documentatie schrijven.
Het resultaat zal aan het bestuur gemeld worden via een Decreet.
Uiteraard wordt over de wijze van communiceren, de datum van betekening van het Decreet ook in relatie tot het moment waarop de laatste kerkelijk viering gehouden zal worden, goed overlegd met het bestuur. Het kerkgebouw kan pas na de onttrekking aan de eredienst volledig gesloten worden en kan pas ontruimd worden na het verstrijken van de beroepstermijn, tenzij er een beroep is ingesteld.
Na de sluiting
Na de onttrekking van een kerkgebouw aan de Goddelijke eredienst begint een traject van amoveren dan wel herbestemmen. Dat is een apart traject.
Wanneer bij het sluiten van een kerkgebouw in een samenwerkingsverband formeel ook de parochie wordt gefuseerd wordt dat in het Decreet aangegeven o.a. met het verzoek binnen een halfjaar een en ander ook via een notariële acte vast te leggen.
En verder...
- Een kerkgebouw is een bijzonder gebouw dat zich door de kerkwijding onderscheidt van andere gebouwen. Hierdoor wordt het een huis van God, een “domus Dei”. Als huis van God is de kerk een plaats van gebed: een plaats waar God wordt geloofd en geprezen, waar zijn Woord wordt gelezen en gehoord, waar mensen hun vragen en vreugden bij God brengen. Het is de plaats waar de Eucharistie en andere sacramenten worden gevierd. Het is de plaats waar Christus aanwezig is in het heilig Sacrament in het tabernakel, waarbij altijd de godslamp brandt. Deze sacrale functie van het kerkgebouw verdraagt zich niet met een ander, meer profaan gebruik van het gebouw Ook het drinken van koffie e.d. na een viering past beter in een bijgebouw.
- Als het kerkgebouw niet de parochiekerk is, kan de pastoor in overleg met het parochiebestuur besluiten dat het kerkgebouw alleen wordt gebruikt voor een viering in de week of voor een begrafenis. Formeel wordt het kerkgebouw aan de eredienst onttrokken zodra het niet meer gebruikt wordt, op het moment dat helder is wat er met het kerkgebouw gaat gebeuren. Voordeel hiervan is dat het kerkgebouw dan niet in verval raakt en een beschermde status heeft.
- Andere activiteiten in een gewijd kerkgebouw kunnen alleen toegestaan worden als zij “in het verlengde liggen van de eigenlijke liturgische functie van de kerk (orgelconcerten, kooravonden, kerstconcert, paasoratorium, inleidingen over religieuze onderwerpen en andere passende culturele activiteiten”(uit: Het kerkgebouw als getuige van de christelijke traditie. Uitgangspunten van beleid voor kerkgebouwen (2008), in Liturgische documentatie 13, 202-208).
- De besluitvorming om een kerkgebouw te sluiten bestaat altijd uit een mix van factoren – zie ook de vitaliteitsscan en het maken van een gebouwenplan. In beginsel zijn alle kerkgebouwen mooi en de moeite van het behoud waard. Het is dan ook begrijpelijk dat er emoties in het spel zijn. Omdat ook veel andere factoren een rol spelen zoals onderhoudskosten, ligging in de parochie gelet op de toekomst, enz. zal een beslissing nooit voor iedereen acceptabel zijn. In een beroepsprocedure zal echter alleen worden gelet op de zorgvuldigheid in de procedure en de redelijkheid van de argumentatie.
De allerbelangrijkste vraag voor ons allen is: waar denken we over 5 à 10 jaar te staan? Welk(e) kerkgebouw(en) hebben we voor de parochie nodig? En: kunnen we dan ook op de langere termijn onze priester(s) betalen?

• Home • Contact |
Nieuws • Kathedraal TV • Nieuwsarchief • Dossiers • Woord vd bisschop • Samen Kerk • Mobiel |
Besturen • Intro • Nieuws • Beleidsvisie • Vitaliteitsscan • Kerksluiting • Benoemingen • Financiële zaken • Machtigingen • Ledenadministratie • Personeelszaken • Vrijwilligers • Automatisering • Beeldbank |
Afdelingen • Liturgie • Catechese • Jongeren • Kerkopbouw • Caritas • Missie • Onderwijs • Opleidingen • Bouwzaken • Huwelijkszaken • Familiezondag • CSLK • Diocesaan archief |
Bisdom • Algemeen • Dekenaten • Adressen • Agenda • Int. vieringen • Documenten • Ledenadministratie • Geschiedenis • Zoeken • Links • Colofon • Privacy |
