Bisdom Haarlem-Amsterdam














Communicatie bij kerksluiting

gepubliceerd: maandag, 29 juli 2024

In veel regio’s van ons bisdom zien de pa­ro­chies zich gesteld voor moei­lijke vragen: hoe kunnen we samen naar de toe­komst toe­gaan? Wat kunnen we doen om samen kerk en missio­nair te zijn in de toe­komst?

Hier zijn pijn­lijke vragen mee verbon­den, zoals de vraag welke kerken in de regio zullen sluiten. De ker­ke­lijke pro­ce­dure vraagt dan om consul­ta­ties. Dit alles vraagt om goede com­mu­ni­ca­tie en goed overleg. Het bij­gaande com­mu­ni­ca­tieprotocol wil daarbij helpen. We bevelen sterk aan dat een facilitator of proces­be­ge­lei­der daarbij behulp­zaam is.

De tekst is be­spro­ken in de pries­ter­raad, de dio­ce­sane pas­to­rale raad, de dekens­ver­ga­de­ring en in de staf van het bisdom. Een com­mu­ni­ca­tie-adviseur heeft eraan bij­ge­dragen. Nu willen we dit protocol aan de pa­ro­chies presen­te­ren als een leidraad bij de moei­lijke processen waar zij mee te maken hebben.

Com­mu­ni­ca­tieprotocol kerk­slui­ting

Ach­ter­grond

Katho­liek Neder­land heeft te maken met krimp. We zien vergrij­zing, het aantal kerk­gan­gers neemt af en het is steeds lasti­ger om voldoende vrij­wil­li­gers te vin­den. Daar­naast komt er min­der geld binnen. Het on­der­houd van de kerk­ge­bouwen, dat in de meeste pa­ro­chies voor meer dan de helft van de kosten zorgt, drukt daarom als een zware last op de begro­ting; de inzet is om voldoende finan­cie­ring te hou­den voor de kerken die blijven, voor de pas­to­rale krachten die omzien naar de mensen en om te zorgen dat de Rooms-Katho­lie­ke Kerk present blijft in de regio’s. De jon­ge­ren zijn gerin­ger in aantal. We kunnen en mogen de last van de te grote, oude struc­tu­ren niet op hun sch­ou­ders leggen.

We kunnen het ons dan ook helaas simpelweg niet ver­oor­lo­ven om alle kerken open te hou­den. Dat vraagt om pijn­lijke keuzes. Voor veel mensen heeft het ver­trouwde kerk­ge­bouw een be­lang­rijke emo­tio­nele waarde en zeker in het lan­de­lijke gebied wordt de kerk vaak als de ziel van de lokale ge­meen­schap ervaren. Het sluiten van kerken gaat daarom steevast gepaard met verdriet, rouw en soms onbegrip. Tege­lijk ziet (bijna) ie­der­een wel dat er stappen nodig zijn. Het voor­be­rei­den van de toe­komst - door het samen­gaan van ge­meen­schappen en afstand doen van kerken - geeft vaak veel stress bij degenen die daar zorg voor dragen.

Het gaat niet alleen om het wel of niet sluiten van een kerk­ge­bouw. Voordat een proces tot slui­ting wordt geïnitieerd, moet aan­dacht wor­den gegeven aan in­te­gra­tie van de ge­meen­schappen door - onder meer - de volgende aan­dachts­pun­ten in acht te nemen en heel prak­tisch stappen te zetten naar in­te­gra­tie van onder meer de kosters, zangkoren, acolieten en mis­die­naars, de sacra­menten­voor­be­rei­ding, bezoek­groepen, caritas, andere catechese en de ge­meen­schappen zelf.

Gesprek en re­flec­tie

In het bisdom Haar­lem-Am­ster­dam spreken we al decennia over de nood­zaak om ge­meen­schappen te verenigen en kerk­ge­bouwen te sluiten. Het do­cu­ment “Nieuwe tij­den, nieuwe wegen” is van 2004. Aan het uit­ein­delijke besluit van een pa­ro­chie om de bis­schop te vragen om een kerk aan de ere­dienst te ont­trek­ken, gaat vaak aan lange periode van gesprek en re­flec­tie vooraf. Het is goed om daarvoor tijd te nemen en de besluit­vor­ming zo zorg­vul­dig moge­lijk te laten verlopen.

Uit­ein­de­lijk beslissen pa­ro­chie­besturen over de toe­komst van kerk­ge­bouwen. Zij zijn immers de gebruiker, de beheer­der en in juri­dische zin ook de eige­naar van een kerk­ge­bouw. Het bisdom wil vooral een proces­be­ge­lei­der zijn. Na­tuur­lijk heeft het bisdom veel kennis en kunde in huis. Daar kunnen pa­ro­chies van profi­te­ren. Ook is het bisdom toe­zichth­ou­der en zal het aan­ge­ven als actie moet wor­den onder­no­men indien de pas­to­rale en finan­ciële ont­wik­ke­lingen daarom vragen.

Com­mu­ni­ca­tie cruciaal

De besluit­vor­ming rond het sluiten van een kerk­ge­bouw staat of valt met goede com­mu­ni­ca­tie. We zien het op dat punt nogal eens mis­gaan. Pa­ro­chi­anen voelen zich bij­voor­beeld niet serieus geno­men of zelfs helemaal niet gehoord. Zij ervaren de com­mu­ni­ca­tie vooral als eenrich­ting­ver­keer waarbij de kerk­slui­ting als een uit­ge­werkt plan of zelfs als een voldongen feit wordt ge­pre­sen­teerd. Een echte dialoog en het samen zoeken naar een moge­lijke oplos­sing ont­bre­ken soms. Daardoor kan ruis ontstaan of span­ningen en con­flic­ten. Som­mi­ge mensen haken zelfs helemaal af en keren de pa­ro­chie de rug toe. Dat maakt de pijn om het afscheid van een kerk­ge­bouw alleen maar groter. Daarom is, als er stappen moeten wor­den gezet naar kerk­slui­ting, aan­dacht voor het rouw­pro­ces dat daar­mee gepaard gaat, heel be­lang­rijk.

Het bisdom wil de com­mu­ni­ca­tie rond het proces van kerk­slui­tingen verbe­te­ren. Daarvoor hebben we een dui­de­lijk stappen­plan opge­steld zie web­si­te bisdom). We vragen de pa­ro­chies voor de be­ge­lei­ding van het proces contact te hou­den met een bege­lei­der (facilitator) vanuit het bisdom.

Synodale model

Betere com­mu­ni­ca­tie leidt er niet toe dat er geen pijn­lijke en onvermij­de­lijke keuzes hoeven te wor­den gemaakt. Het kan wel zorgen voor meer begrip en draag­vlak. Daarbij laten we ons in­spi­re­ren door het synodale model, waarin het aan­komt op luis­te­ren en onder­schei­ding. Pa­ro­chies zijn geen vereni­gingen waarin de meer­der­heid van stemmen de uit­komst bepaalt. Het komt er op aan om samen de juiste weg zoeken, onder lei­ding van de heilige Geest en op basis van onderling respect.

Het synodale model is een onder­schei­ding in de Geest. Deze gespreks­vorm is aan het begin van het proces be­lang­rijk om de goede toon te zetten: het gaat niet om macht of het hou­den van wat we hebben, maar over het kerk-zijn in Christus.

Het gesprek kan wor­den gevoerd in kleinere groepen (met een plenaire terug­kop­pe­ling aan het einde van de bij­een­komst) met als uitgangs­punt de basisin­for­ma­tie waardoor dui­de­lijk wordt dat er inder­daad keuzes moeten wor­den gemaakt, ten dienste van de opbouw van de pa­ro­chie in de toe­komst. Een ver­ga­dersessie volgens het synodale model begint steeds met stilte of een tijd van gebed of per­soon­lijke be­zin­ning, bij­voor­beeld aan de hand van een korte be­zin­nende tekst. Daarna pas gaat men spreken over het on­der­werp: hoe kunnen we samen Kerk zijn in de toe­komst, wat wil de goede God nu van ons, waarheen leidt ons Zijn Geest? In een eerste ronde krijgt ieder een bepaalde tijd om te spreken. Daar wordt een beetje soepel mee omge­gaan, maar het is be­lang­rijk dat deel­ne­mers niet alleen zelf aan het woord willen zijn, maar vooral luis­te­ren. Dat luis­te­ren naar elkaar staat centraal. Na de eerste ronde is er weer stilte, gebed en re­flec­tie. In een tweede ronde komt ie­der­een aan de beurt om aan te geven wat hij be­lang­rijk of waarde­vol vond in hetgeen zojuist naar voren is gebracht. Ook in de tweede ronde wordt niemand onder­bro­ken; ieder krijgt een beurt. Na de tweede ronde volgt opnieuw een stilte en gebed. In de derde ronde kan er gedis­cus­sieerd wor­den en argu­menten wor­den uitgewisseld. Het is dan de bedoeling om tot een soort van con­clu­sie of samen­vat­ting komt van de punten die men mee wil nemen of wil over­we­gen. Die wor­den ver­vol­gens plenair ingebracht. De bij­een­komst wordt opnieuw af­ge­slo­ten met gebed. Zoals al vermeld, gaat het hier om een vorm van on­der­schei­den in de Geest.

Context

Een open dialoog over de toe­komst van een kerk­ge­bouw betekent niet dat alles ter dis­cus­sie kan komen te staan. Het beleid van het bisdom rondom li­tur­gie, sacra­menten en finan­cieel beheer en beheer van vast­goed, geldt bij­voor­beeld voor ie­der­een. Daar­naast vragen we om reali­teitszin. Is het aan­hou­den van een kerk­ge­bouw haal­baar wanneer er eer­lijk wordt gekeken naar het aantal kerk­gan­gers en vrij­wil­li­gers? Zijn de uitgaven aan gas, elektrici­teit en het on­der­houd ook op lan­gere termijn vol te hou­den? Wat betekent het voor de reserves, en daar­mee de finan­ciële vitali­teit van onze pa­ro­chies in de toe­komst, als de keuze voor het behoud van een kerk­ge­bouw te lang wordt uit­ge­steld? Liggen alle opties op tafel? Daarbij moet steeds wor­den gekeken naar het kerk-zijn in de wij­dere regio, want we willen niet voor een situatie komen te staan dat pa­ro­chies in een groot gebied allemaal “door het ijs zakken”.

Kern­waar­den

In het proces rond de toe­komst van een kerk­ge­bouw staan de volgende kern­waar­den voorop:

  • Zorg­vul­dig­heid
  • In­te­gri­teit
  • Tran­spa­ran­tie
  • Gelijk­waar­dig­heid
  • Weder­zijds respect en open­heid
  • Aandacht en zorg voor de pa­ro­chi­anen die verlies en rouw beleven
  • Voorop stellen dat de weg die wordt gegaan in dienst staat van een po­si­tie­ve waarde: kerk-zijn in de toe­komst

Het pa­ro­chie­bestuur, voor­ge­zeten door de pastoor, heeft een eigen bestuur­lijke verant­woor­de­lijk­heid en tekent uit­ein­delijk voor het de­fi­ni­tieve voorstel aan de bis­schop om een kerk­ge­bouw af te stoten. Maar ie­der­een in de pa­ro­chie maakt onder­deel uit van het proces en heeft ook de ruimte om een eigen inhou­de­lijke bijdrage te geven.

Fases

In het proces kunnen dan ook ver­schil­lende fases wor­den on­der­schei­den:

  1. In­for­meren:
    het pa­ro­chie­bestuur in­for­meert het bisdom over de situatie van de pa­ro­chie en geeft tij­dens een of meer­dere bij­een­komsten feite­lijke in­for­ma­tie over o.a. de finan­ciële stand van zaken, de ont­wik­ke­lingen rond kerk­gan­gers en vrij­wil­li­gers en de moge­lijke keuzes die gemaakt kunnen wor­den. Deze in­for­ma­tie wordt bre­der onder de pa­ro­chi­anen verspreid, het liefst ook via mail en/of de web­si­te. Het is goed en be­lang­rijk dat ook de missio­naire en pas­to­rale doelen van de betrokken pa­ro­chies daarbij naar voren komen: wat willen we, wat kunnen we bereiken? Hoe willen we kerk-zijn in de toe­komst?
  2. Pas­to­rale aan­dacht:
    bij alle in­for­ma­tie die wordt gegeven en bij de consul­ta­tie is het be­lang­rijk oog te hou­den voor het pas­to­rale aspect: de gevoelens van verlies en rouw bij vooral de oudere pa­ro­chi­anen, die een ander verle­den hebben gekend en - posi­tief - het uit­zicht op een toe­komst waarin we meer en volle­diger een levende pa­ro­chie­ge­meen­schap kunnen zijn, in een tijd waarin de aantallen betrokken pa­ro­chi­anen teruglopen.
  3. Consul­te­ren:
    het pa­ro­chie­bestuur belegt met instem­ming van de pastoor-voor­zit­ter een of meer­dere bij­een­komsten waarin pa­ro­chi­anen hun visie kunnen geven op de moge­lijke oplos­singen voor de bestaande pro­ble­ma­tiek, de toe­komst van het kerk­ge­bouw of de kerk­ge­bouwen, de toe­koms­tige pas­to­rale inzet en de samen­wer­king met andere pa­ro­chies. Pa­ro­chi­anen kunnen ook schrifte­lijk hun inbreng geven. Het bestuur maakt hier­van een ver­slag dat overlegd moet wor­den aan de bis­schop bij de aan­vraag om een kerk aan de ere­dienst te ont­trek­ken. Voor dit proces wor­den de stappen gevolgd die op de web­si­te van het bisdom wor­den be­schre­ven (Kerk­slui­ting).
  4. Besluiten:
    na het zorg­vul­dig afwegen van alle moge­lijk­he­den en van de uit­komst van de consul­ta­tie trekt het pa­ro­chie­bestuur in overeenstem­ming met de pastoor con­clu­sies en neemt een voorlopig besluit dat met de uit­komst van de consul­ta­tie en de con­clu­sies in een bij­een­komst voor pa­ro­chi­anen wordt toe­ge­licht. In deze toelich­ting moet dui­de­lijk naar voren komen hoe het pa­ro­chie­bestuur is omge­gaan met de vruchten van de consul­ta­tie. Ook van deze bij­een­komst wordt weer een ver­slag gemaakt dat mee­ge­stuurd wordt aan het bisdom bij een aan­vraag tot onttrek­king aan de ere­dienst.
    Het pa­ro­chie­bestuur overweegt de opmer­kingen en sug­ges­ties en neemt daarna een besluit om de onttrek­king aan de bis­schop voor te leggen. Het besluit wordt schrifte­lijk toe­ge­licht in een bericht aan alle pa­ro­chi­anen, onder ver­wij­zing naar de consul­ta­tie­bij­een­komsten en het verloop daar­van. De bis­schop neemt het besluit pas na consul­ta­tie van de pries­ter­raad. Tegen het besluit van de bis­schop is beroep moge­lijk, over­een­koms­tig de bepa­lin­gen van het ker­ke­lijk wet­boek (cc. 1732-1739).
  5. Uitvoeren:
    na het besluit en het eventuele verzoek aan de bis­schop om een kerk aan de ere­dienst te ont­trek­ken, volgt een dui­de­lijk stappen­plan voor de uit­voe­ring.
    De in­te­gra­tie komt nu in een nieuwe fase: Een stappen­plan voorziet in de manier waarop de ver­schil­lende koren ver­der wor­den begeleid naar in­te­gra­tie op de nu geconcretiseerde locatie, het­zelfde geldt voor de kosters van de ver­schil­lende kerken, de groepen die de voor­be­rei­ding op de sacra­menten be­ge­lei­den enz. Ook moet overwogen hoe de ge­meen­schappen ertoe bewogen kunnen wor­den om op een centrale locatie te komen voor de vie­rin­gen, bij­voor­beeld door aan­trek­ke­lijke ini­tia­tie­ven te ontplooien die men niet graag wil missen; is er behoefte aan een chauf­feurs­dienst naar de vie­rin­gen? Het over­bren­gen van ken­mer­kende voorwerpen naar de kerk waarin men samen komt en een bij­zon­dere Eucha­ris­tie­vie­ring om het nieuwe begin te markeren en de in­te­gra­tie zicht­baar te maken, is in het alge­meen aan te bevelen. Ook een slui­tings­vie­ring van een kerk die aan de ere­dienst wordt ont­trok­ken zal in het per­spec­tief van (de be­ge­lei­ding naar) de toe­komst wor­den geplaatst.

Facilitator

Om het proces goed te be­ge­lei­den, wordt zo moge­lijk in iedere pa­ro­chie een externe facilitator aan­ge­steld. Het bisdom biedt hier­voor moge­lijk­he­den met mensen die zowel met de kerk ver­trouwd zijn als pro­fes­sio­nele erva­ring hebben als dagvoor­zit­ter, gespreks­be­ge­lei­der of als communicator en in het be­ge­lei­den van groeps­pro­ces­sen. Haar of zijn taak is het lei­den van de bij­een­komsten voor de pa­ro­chi­anen en het reviewen van de ini­tia­tie­ven tot in­te­gra­tie (zie boven). De concrete taken van een facilitator in een regio, samen­wer­kings­ver­band of gefuseerde pa­ro­chie zullen wor­den af­ge­spro­ken met het pas­to­rale team en/of het pa­ro­chie­bestuur.

Kosten

Het bisdom draagt de kosten van een moderator of facilitator tot een bedrag van maximaal € 1500,-. Kosten die daarboven uit­gaan wor­den aan de pa­ro­chies gefactureerd. Het pa­ro­chie­bestuur is ervoor verant­woor­de­lijk dui­de­lijke afspraken te maken met betrek­king tot de kosten, zodat het niet voor verras­singen komt te staan.





Bisdom Haarlem - Amsterdam • Postbus 1053 • 2001 BB  Haarlem • (023) 511 26 00 • info@bisdomhaarlem-amsterdam.nlDisclaimerDeze website is gerealiseerd door iMoose