Bisdom Haarlem-Amsterdam










Delen:
meld deze pagina op Twitter meld deze pagina op Facebook
Volgen:
link naar de RSS Feed van de laatste nieuwsberichten volg Bisdom Haarlem-Amsterdam op Twitter volg Bisdom Haarlem-Amsterdam op Facebook

Boodschap paus Franciscus voor WJD 2016 in Krakau

gepubliceerd: donderdag, 5 november 2015

Op 15 au­gus­tus heeft de Paus middels een brief zijn bood­schap voor de ko­men­de Wereld­jon­ge­ren­da­gen ge­pu­bli­ceerd. Deze brief is naar het Neder­lands ver­taald met als titel: “Zalig de barm­har­tigen, want zij zullen barm­har­tig­heid onder­vin­den” (Mt 5,7).

In de brief gaat de Paus nader in op het thema voor het ko­men­de Wereld­jon­ge­ren­da­gen (WJD). Hij doet dit aan de hand van 4 hoofd­stukken: het Jubileum van barm­har­tig­heid, barm­har­tig als de Vader, de bui­ten­ge­wone vreugde van het zijn van instru­menten van Gods barm­har­tig­heid en Krakau wacht op ons!

Het is voor het eerst dat de Wereld­jon­ge­ren­da­gen plaats­vin­den tij­dens een jubel­jaar, het jaar van de Barm­har­tig­heid. In de brief staat dan ook het thema barm­har­tig­heid centraal. Paus Fran­cis­cus wijst op de barm­har­tig­heid van God de Vader door te kijken naar het Bijbelse concept van barm­har­tig­heid. De barm­har­tig­heid komt tot haar vol­heid in de ver­zoe­ning, de ver­ge­ving, de biecht. Hij schrijf: “Ga naar Hem toe en wees niet bang! Ga om Hem te zeggen vanuit het diepst van jullie hart: “Jezus ik ver­trouw op Jou!”. Het is voor God de grootste vreugde, een verloren schaap dat terug­komt bij zijn kudde. De Paus roept de jon­ge­ren ook op om iets te doen in de aanloop naar de WJD. Hij vraagt de jon­ge­ren om een werk van barm­har­tig­heid te kiezen (licha­me­lijk of gees­te­lijk) en deze met ijver uit te voeren.

Hier­on­der volgt de brief.

 

Boodschap paus Franciscus voor WJD 2016 in Krakau

 

Bood­schap van de Heilige Vader Fran­cis­cus voor de 31e Wereld­jon­ge­ren­dag 2016

“Zalig de barm­har­tigen, want zij zullen barm­har­tig­heid onder­vin­den” (Mt 5,7)

Lieve jon­ge­ren,

We zijn aange­ko­men bij de laatste etappe van onze pelgrimage naar Krakau, waar we volgend jaar in de maand juli samen de zes­tien­de Wereld­jon­ge­ren­da­gen zullen vieren. Op onze lange en veeleisende weg zijn we begeleid door de woor­den van Jezus afkoms­tig uit de Bergrede. We zijn deze weg be­gon­nen in 2014 door samen na te denken over de eerste Zalig­spre­king: “Zalig de armen van geest, want hun behoort het ko­nink­rijk der hemelen” (Mt 5,3). Voor 2015 was het thema “Zalig die zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien” (Mt 5,8). In het jaar dat voor ons ligt willen we ons laten in­spi­re­ren door de woor­den: “Zalig de barm­har­tigen, want zij zullen barm­har­tig­heid onder­vin­den” (Mt 5,7).

1. Het Jubileum van barm­har­tig­heid

Met dit thema plaatst de WJD in Krakau 2016 zich in het Heilig Jaar van barm­har­tig­heid en wordt het een waar Jubileum van de Jon­ge­ren op wereld­ni­veau. Het is niet de eerste keer dat een inter­na­tio­nale jon­ge­ren­bij­een­komst samenvalt met een Jubel­jaar. Het was dan ook tij­dens het Heilig Jaar van de Verlos­sing (1983/1984) dat H. Johannes Paulus II voor de eerste keer de jon­ge­ren uit de hele wereld deed samen­ko­men op Palm­zon­dag. Het was ver­vol­gens tij­dens het grote Jubel­jaar in 2000 dat meer dan twee miljoen jon­ge­ren uit circa 165 lan­den samenkwamen in Rome voor de vijf­tien­de Wereld­jon­ge­ren­da­gen. Zoals in die twee voor­gaande gevallen gebeurde, ben ik er zeker van dat het Jubileum van de Jon­ge­ren in Krakau een van de krach­tige momenten zal zijn van dit Heilig Jaar!

Heilig Jaar van de BarmhartigheidMis­schien vragen enkele van jullie zich af: wat is dat jubileum­jaar dat gevierd wordt in de Kerk? De bijbel­tekst Leviticus 25 helpt ons begrijpen wat een ‘jubileum’ betekende voor het volk van Israël: elke vijf­tig jaar hoor­den de joden de bazuin (jobel) schallen die hen opriep (jobil) een heilig jaar te vieren, als een tijd van ver­zoe­ning (jobal) voor ie­der­een. In deze periode moest men een goede relatie her­krij­gen met God, met de naaste en met de schep­ping, op vrij­wil­lige basis. Daarom werd men, onder meer, aange­moe­digd tot het kwijtschel­den van schul­den, het in het bij­zon­der helpen van hen die in nood waren geraakt, het verbe­te­ren van relaties tussen mensen en de be­vrij­ding van slaven.

Jezus Christus is geko­men om de eeuwig­du­rende tijd van genade van de Heer aan te kon­digen en te ver­volmaken. Hij bracht de armen de goede bood­schap, de ge­van­ge­nen hun vrijla­ting, de blin­den het zicht en de onderdrukten de vrij­heid (vgl. Lc 4, 18-19). In Hem, vooral in zijn Paas­mys­te­rie, wordt de bete­ke­nis van het jubileum ten diepste ge­rea­li­seerd. Wanneer de Kerk in Christus’ naam een jubileum afkon­digt, zijn we allemaal uit­ge­no­digd om een bij­zon­dere tijd van genade te beleven. De Kerk zelf wordt ge­roe­pen om in overvloed de aanwe­zig­heid en de nabij­heid van God aan te bie­den, om het vermogen om te kijken naar de essentie op te wekken in de harten. In het bij­zon­der is dit Heilig Jaar van barm­har­tig­heid “de tijd voor de Kerk om de bete­ke­nis te hervin­den van de missie die de Heer haar heeft toe­ver­trouwd op de dag van Pasen: het instru­ment zijn van de barm­har­tig­heid van de Vader” (Homilie bij de eerste vespers van de Zondag van de God­de­lijke barm­har­tig­heid, 11 april 2015).

2. barm­har­tig als de Vader

Het motto van dit bui­ten­ge­woon Jubileum is: “barm­har­tig als de Vader” (vlg. Misericordiae Vultus, 13), en daar­mee past het bij het thema van de volgende WJD. Laten we daarom proberen beter te begrijpen wat de god­de­lijke barm­har­tig­heid betekent.

Het Oude Testa­ment gebruikt ver­schil­lende termen om te spreken over barm­har­tig­heid. Daar­van zijn de termen hesed en rahamim de meest bete­ke­nis­volle. De eerste, toegepast op God, drukt zijn on­ver­moei­bare trouw uit aan het Verbond met zijn volk, waar­van Hij houdt en dat Hij vergeeft tot in het eeuwige. De tweede, rahamim, kan ver­taald wor­den als ‘ingewan­den’ en ver­wijst in het bij­zon­der naar de moe­der­schoot en doet ons de liefde van God voor zijn volk begrijpen als die van een moe­der voor haar kind. Zo presen­teert de profeet Jesaja het aan ons: “Zal een vrouw haar zuigeling vergeten, een moe­der zich niet erbarmen over het kind in haar schoot? En zelfs als die het zou­den vergeten, ik vergeet u nooit” (Js 49,15). Dit soort liefde betekent ruimte maken voor de ander binnenin zich­zelf en meevoelen, mee lij­den en zich verblij­den met de naaste.

De barmhartige vaderHet bijbelse concept van barm­har­tig­heid omvat ook de concreet­heid van een liefde die trouw is, in vrij­heid is gegeven en weet te ver­ge­ven. In de volgende tekst van Hosea vin­den we een prach­tig voor­beeld van de liefde van God, die vergeleken wordt met die van een vader voor zijn kin­de­ren: “Toen Israël nog jong was, kreeg ik hem lief en uit Egypte heb ik mijn zoon ge­roe­pen. Maar hoe ik hem ook riep, ze liepen van mij weg; [...] Dat terwijl ik toch degene ben die Efraïm heeft leren lopen, die hem bij zijn armen heeft geno­men. Zij echter wil­den maar niet weten dat ik het was die hen beschermde. Met zachte teugels heb ik hen gemend, met teugels van liefde. Ik was voor hen als degene die het juk optillen wanneer het tegen de kaken drukt. Ik gaf hem zijn voedsel” (Hos 11,1-4). Ondanks het foute gedrag van het kind, die een straf zou verdienen, is de liefde van de vader trouw en vergeeft hij altijd een kind dat berouw heeft. Zoals we zien, omvat de barm­har­tig­heid altijd de ver­ge­ving. Dat “is geen abstract idee, maar een concrete reali­teit waar­mee Hij zijn liefde toont als die van een vader en een moe­der die tot het diepste geroerd wor­den door de liefde voor hun kind. [...] Die komt uit het binnenste voort als een diep­ge­voeld, na­tuur­lijk gevoel dat bestaat uit teder­heid en mededogen, uit zacht­moe­dig­heid en uit ver­ge­ving” (Misericordiae Vultus, 6).

Het Nieuwe Testa­ment ver­telt ons over de god­de­lijke barm­har­tig­heid (eleos) als een samen­vat­ting van het werk dat Jezus in de wereld is komen ver­rich­ten in de naam van de Vader (vgl. Mt 9,13). De barm­har­tig­heid van onze Heer wordt vooral zicht­baar wanneer Hij neerknielt voor de men­se­lijke ellende en zijn mededogen toont met degene die behoefte heeft aan mededogen, gene­zing en ver­ge­ving. Alles in Jezus spreekt van barm­har­tig­heid. Echt, Hij zelf is de barm­har­tig­heid.

In hoofd­stuk 15 van het Evan­ge­lie volgens Lucas vin­den we de drie gelijkenissen van de barm­har­tig­heid: die van het verloren schaap, die van de verloren munt en degene die bekend staat als de gelijkenis van ‘de verloren zoon’. In die drie gelijkenissen wor­den we geraakt door de vreugde van God, de vreugde die Hij voelt wanneer hij een zon­daar terug­vindt en hem vergeeft. Ja, de vreugde van God is ver­ge­ving! Daarin ligt de samen­vat­ting van heel het Evan­ge­lie. “Ieder van ons is dat verloren schaap, die verloren munt; ieder van ons is die zoon die zijn eigen vrij­heid heeft verspeeld door valse afgo­den, illusies van geluk, te volgen en die alles heeft verloren. Maar God vergeet ons niet, de Vader laat ons nooit in de steek. Hij is een gedul­dige vader, hij wacht altijd op ons! Hij res­pec­teert onze vrij­heid, maar hij blijft altijd trouw. En wanneer we te­rug­ke­ren naar Hem, ont­vangt Hij ons als kin­de­ren, in zijn huis, want hij houdt nooit op, nog niet één ogen­blik, om op ons te wachten, met liefde. En zijn hart viert feest om elk kind dat terug­keert. Het viert feest, want het is verheugd. God bezit die vreugde wanneer een van ons zon­daars naar Hem toegaat en vraagt om zijn ver­ge­ving” (Angelus­ge­bed, 15 sep­tem­ber 2013).

De barm­har­tig­heid van God is heel concreet en allemaal zijn we ge­roe­pen om die per­soon­lijk te ervaren. Op een dag, toen ik zeven­tien jaar was en ik op stap zou gaan met mijn vrien­den, besloot ik eerst naar de kerk te gaan. Daar trof ik een pries­ter die een groot ver­trouwen in mij opriep en ik voelde de behoefte om mijn hart te openen in de biecht. Die ont­moe­ting heeft mijn leven veran­derd! Ik ontdekte dat wanneer we ons hart met be­schei­den­heid en met oprecht­heid openstellen, we op een heel concrete manier de barm­har­tig­heid van God mogen ervaren. Ik wist zeker dat God al op me wachtte in de persoon van die pries­ter, nog voordat ik de eerste stap zette om naar de kerk te gaan. Wij zoeken hem, maar Hij is ons altijd voor, Hij zoekt ons altijd al, en vindt ons als eerste. Mis­schien voelt iemand van jullie iets zwaars op het hart drukken en denkt: Ik heb dit gedaan, ik heb dat gedaan...niet bang zijn! Hij wacht op jullie! Hij is de vader: hij wacht altijd op ons! Hoe mooi is het om de barm­har­tige omhel­zing van de Vader te vin­den in het sacra­ment van Boete en Ver­zoe­ning, de biecht­stoel te ont­dek­ken als de plaats van de barm­har­tig­heid, ons te laten raken door die barm­har­tige liefde van de Heer die ons altijd vergeeft!

En jij lieve jon­gere, heb je ooit die blik van de eeuwige liefde op je voelen rusten, die door al jouw zon­den, grenzen, fouten heen blijft ver­trouwen op jou en jouw bestaan met hoop aanschouwt? Ben jij je bewust van de waarde die jij hebt in de aanwe­zig­heid van God die jou uit liefde alles heeft gegeven? Zoals Sint Paulus ons leert: “God echter bewijst zijn liefde voor ons juist hierdoor dat Christus voor ons is gestorven toen wij nog zon­daars waren” (Rom 5,8). Maar begrijpen we wer­ke­lijk de kracht van die woor­den?

Ik weet hoe dier­baar het kruis van de WJD ieder van jullie is. Een geschenk van de heilige Johannes Paulus II dat sinds 1984 bij al jullie mondiale ont­moe­tingen aanwe­zig is. Hoeveel ver­an­de­ringen, hoeveel echte gesprekken zijn er ontstaan in het leven van zovele jon­ge­ren sinds hun ont­moe­ting met dat een­vou­dige kruis? Hier is het ant­woord: het kruis is het meest dui­de­lijke teken van de barm­har­tig­heid van God! Het ver­telt ons wat de mate van de liefde van God voor de mens­heid is: mateloos lief­heb­ben! Hier wil ik jullie her­in­ne­ren aan het voorval met de twee mis­da­digers die naast Jezus ge­krui­sigd wer­den: een van hen is arrogant, hij ziet zich­zelf niet als zon­daar, hij drijft de spot met de Heer. De ander erkent daar­en­te­gen dat hij fout is geweest, hij richt zich tot de Heer en zegt hem: “Jezus, vergeet mij niet wanneer U in uw ko­nink­rijk komt”. Jezus kijkt hem met onein­dige barm­har­tig­heid aan en ant­woordt hem: “Vandaag nog zul je bij Mij zijn in het paradijs” (vgl. Lc 23, 32.39-43). Met wie van de twee iden­ti­fi­ceren wij ons? Met degene die arrogant is en zijn eigen fouten niet erkent? Of met de ander, die erkent dat hij de god­de­lijke barm­har­tig­heid nodig heeft en die er met heel zijn hart om smeekt? In de Heer, die zijn leven voor ons heeft gegeven aan het kruis, zullen we altijd de onvoor­waar­de­lijke liefde vin­den die ons leven ziet als iets goeds en ons altijd de moge­lijk­heid geeft om opnieuw te beginnen.

3. De bui­ten­ge­wone vreugde van het zijn van instru­menten van Gods barm­har­tig­heid

Het Woord van God leert ons dat “het zali­ger te geven is dan te ont­van­gen” (Hnd 20,35). Precies daarom betuigt de vijfde Zalig­spre­king dat de barm­har­tigen zalig zijn. We weten dat de Heer als eerste van ons gehou­den heeft. Maar we zullen pas echt zalig, gelukkig, zijn als we binnen­gaan in de god­de­lijke logica van het geschenk, van de vrijwillig gegeven liefde, als we ont­dek­ken dat God ons onein­dig lief heeft gehad om ons in staat te stellen lief te hebben zoals Hij, grenzeloos. Zoals de heilige Johannes zegt: “Gelief­den, laten wij elkaar lief­heb­ben, want de liefde komt van God. Ie­der­een die liefheeft is uit God geboren, en kent God. De mens zon­der liefde kent God niet, want God is liefde. [...] Hierin bestaat de liefde: niet wij hebben God liefgehad, maar Hij heeft ons liefgehad en Hij heeft zijn Zoon gezon­den om onze zon­den uit te wissen. Gelief­den, als God ons zo heeft liefgehad, moeten ook wij elkaar lief­heb­ben” (1 Joh 4, 7-11).

ZaligsprekingenNa jullie heel kort samen­ge­vat te hebben uit­ge­legd hoe de Heer zijn barm­har­tig­heid aan ons schenkt, zou ik jullie enkele sug­ges­ties willen geven hoe we concreet instru­menten kunnen zijn van deze zelfde barm­har­tig­heid voor onze naaste.

Het voor­beeld van de zalige Piergiorgio Frassati komt bij me op. Hij zei: “Jezus bezoekt me elke ochtend in de Heilige Communie, ik doe iets voor Hem terug op de een­vou­dige manier die mij tot beschik­king staat, door de armen te bezoeken”. Piergiorgio was een jongen die begrepen had wat het wil zeggen om een barm­har­tig hart te hebben, dat gevoelig is voor de meest hulp­be­hoe­ven­den. Aan hen gaf hij veel meer dan mate­rië­le zaken; hij gaf zich­zelf, hij gaf zijn tijd, zijn woor­den en zijn vermogen om te luis­te­ren. Hij diende de armen met grote discretie en zon­der op de voor­grond te tre­den. Hij leefde echt het evan­ge­lie voor dat zegt: “Maar als jij barm­har­tig bent, laat dan je linker­hand niet weten wat je rechter doet, opdat je barm­har­tig­heid in het geborgene gebeurt” (Mt 6, 3-4). Denk je eens in dat hij, een dag voor zijn dood, erns­tig ziek, in­struc­ties gaf hoe zijn arme vrien­den te helpen. Bij zijn begrafenis waren zijn familie en vrien­den ver­baasd over de aanwe­zig­heid van zo veel armen die hen onbekend waren. Zij waren allemaal bevriend en geholpen door de jonge Piergiorgio.

Ik verbind graag de Zalig­spre­kingen uit het evan­ge­lie aan hoofd­stuk 25 van Matteüs, waarin Jezus ons de werken van barm­har­tig­heid laat zien en zegt dat we op basis daar­van be­oor­deeld zullen wor­den. Ik nodig jullie daarom uit om de licha­me­lijke werken van barm­har­tig­heid te heront­dek­ken: de hon­gerigen te eten geven, de dors­tigen te drinken geven, de naakten kle­den, de vreem­de­lingen opvangen, de zieken helpen, de ge­van­ge­nen bezoeken, de doden begraven. En laten we de gees­te­lij­ke werken van barm­har­tig­heid niet vergeten: raad geven aan hen die twijfelen, de onweten­den onder­wij­zen, de zon­daars vermanen, de bedroef­den troosten, de bele­digingen ver­ge­ven, het gedul­dig omgaan met mensen die ons dwarszitten, tot God bid­den voor de leven­den en voor de doden. Zoals jullie zien is de barm­har­tig­heid niet enkel ‘goed zijn’, noch slechts gevoel. Het gaat hier om de mate van onze authentici­teit in het zijn van leer­lin­gen van Jezus, om onze geloof­waar­dig­heid als chris­te­nen in de wereld van vandaag.

Aan jullie jon­ge­ren, die heel prak­tisch zijn inge­steld, zou ik willen voor­stel­len om in de eerste zeven maan­den van 2016 een licha­me­lijk en een gees­te­lijk werk van barm­har­tig­heid te kiezen dat je elke maand in de praktijk brengt. Laat jullie in­spi­re­ren door het gebed van de heilige Faustina, nederige apostel van de God­de­lijke barm­har­tig­heid in onze tijd:

“Help mij, oh Heer, dat...

...mijn ogen barm­har­tig mogen zijn, zodat ik nooit op grond van de uiter­lijke schijn zal ver­denken of oor­de­len, maar weet te ont­dek­ken wat mooi is in de zielen van mijn naaste en hem te hulp kom [...]

...mijn oren barm­har­tig mogen zijn zodat ik acht mag slaan op de noden van mijn naaste en mijn oren niet on­ver­schil­lig zijn voor de pijnen en het gekerm van mijn naaste [...]

...mijn tong barm­har­tig zal zijn zodat ik nooit nega­tief over mijn naaste zal spreken, maar een woord van troost en ver­ge­ving zal hebben voor allen [...]

...mijn han­den barm­har­tig mogen zijn en gevuld met goede werken [...]

...mijn voeten barm­har­tig zijn zodat ik mij zal haasten om mijn naaste bij te staan en mijn eigen vermoeid­heid en afmat­ting overwin [...]

...mijn hart barm­har­tig mag zijn zodat ik zelf alle lij­den van mijn naaste mag voelen” (Dagboek, 163).

De bood­schap van God­de­lijke barm­har­tig­heid vormt dus een heel concreet en veeleisend levens­plan, want het brengt de werken met zich mee. En een van de meest van­zelf­spre­kende werken van barm­har­tig­heid, maar wellicht een van de moei­lijkste om in de praktijk te brengen, is die van het ver­ge­ven van degene die ons heeft bele­digd, die ons pijn heeft gedaan, die we als vijan­den be­schou­wen. “Hoe moei­lijk lijkt het vaak om te ver­ge­ven! En toch is de ver­ge­ving het instru­ment dat aan onze zwakke han­den is toe­ver­trouwd om rust in ons hart te bereiken. Het laten vallen van wrok, woede, geweld en wraak zijn nood­za­ke­lijke voor­waar­den voor een gelukkig leven” (Misericordiae Vultus, 9).

Ik ontmoet heel veel jon­ge­ren die zeggen dat ze moe zijn van deze zo ver­deelde wereld, waarin aanhan­gers van ver­schil­lende partijen met elkaar botsen, waarin er heel veel oorlogen zijn en waar zelfs mensen zijn die hun eigen religie gebruiken als recht­vaar­di­ging voor geweld. We moeten tot de Heer bid­den ons de genade te geven barm­har­tig te zijn met wie ons kwaad doet. Zoals Jezus die aan het kruis bad voor hen die hem had­den ge­krui­sigd: “Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen” (Lc 23,34). De enige weg om het kwaad te over­win­nen is de barm­har­tig­heid. De recht­vaar­dig­heid is nodig, en hoe, maar alleen dat is niet genoeg. Recht­vaar­dig­heid en barm­har­tig­heid moeten hand in hand gaan. Hoe zeer zou ik willen dat we ons allemaal in een koor van gebed zou­den kunnen verenigen, vanuit het diepst van ons hart, om de Heer te smeken barm­har­tig te zijn met ons en met de hele wereld!

4. Krakau wacht op ons!

Nog maar een aantal maan­den tot onze ont­moe­ting in Polen. Krakau, de stad van de heilige Johannes Paulus II en van de heilige Faustina Kowalska, wacht op ons met open armen en een open hart. Ik geloof dat de God­de­lijke Voor­zienig­heid ons ertoe heeft geleid het Jubileum van de Jon­ge­ren juist daar te vieren, waar deze twee grote apos­te­len van de barm­har­tig­heid van onze tijd hebben geleefd. Johannes Paulus II voelde aan dat dit de tijd was van de barm­har­tig­heid. Aan het begin van zijn pon­ti­fi­caat schreef hij de en­cy­cliek Dives in misericordiae. In het Heilig Jaar 2000 verklaarde hij zuster Faustina heilig en stelde ook het feest van de God­de­lijke barm­har­tig­heid in, op de tweede zon­dag van Pasen. En in 2002 opende hij per­soon­lijk het hei­lig­dom van de barm­har­tige Jezus in Krakau en ver­trouwde hij de wereld toe aan de God­de­lijke barm­har­tig­heid en wenste hij dat deze bood­schap alle bewoners van de aarde zou bereiken en hun harten zou vullen met hoop: “Deze vonk van de genade van God moet aangestoken wor­den. Dit vuur van barm­har­tig­heid moet verspreid wor­den in de wereld. In de barm­har­tig­heid van God zal de wereld vrede vin­den en de mens het geluk!” (Homilie bij de toe­wij­ding van het hei­lig­dom van de barm­har­tige Jezus in Krakau, 17 au­gus­tus 2002).

WJD 2016 Krakau - Dare2ShareLieve jon­ge­ren, de barm­har­tige Jezus, weerge­ge­ven op de afbeel­ding die vereerd wor­den door het volk van God in het aan hem toegewijde hei­lig­dom van Krakau, wacht op jullie. Hij heeft ver­trouwen in jullie en rekent op jullie! Hij heeft heel veel be­lang­rijke dingen te zeggen tegen ieder van jullie... Wees niet bang om in zijn ogen te kijken die vol zijn van onein­dige liefde voor ons. En laat zijn barm­har­tige blik jullie bereiken, een blik die bereid is om al jullie zon­den te ver­ge­ven. Een blik die in staat is om jullie leven te ver­an­de­ren en de verwon­dingen van jullie geest te genezen. Een blik die de diepe dorst kan lessen die in jullie harten leeft: de dorst naar liefde, naar vrede, naar vreugde, naar het ware geluk. Ga naar Hem toe en wees niet bang! Ga om Hem te zeggen vanuit het diepst van jullie hart: “Jezus ik ver­trouw op Jou!”. Laat jullie raken door zijn onein­dige barm­har­tig­heid om op jullie beurt apos­te­len van barm­har­tig­heid te wor­den, door middel van de werken, de woor­den, het gebed, in onze wereld die verwond is door egoïsme, door haat en door heel veel wanhoop.

Breng de vlam van de barm­har­tige liefde van Christus – waarover de heilige Johannes Paulus II ge­spro­ken heeft – naar de omge­ving van jullie dage­lijks leven en tot aan de uit­ein­den van de aarde. Op deze missie begeleid ik jullie met mijn gelukswensen en mijn gebed. Ik ver­trouw jullie allemaal toe aan de Maagd Maria, Moeder van de barm­har­tig­heid, op deze laatste etappe van de gees­te­lij­ke weg van voor­be­rei­ding op de ko­men­de WJD in Krakau en ik zegen jullie met heel mijn hart.

Vanuit het Vati­caan, 15 au­gus­tus 2015

Hoog­feest van de Ten­hemel­op­ne­ming van de gezegende Maagd Maria

Fran­cis­cus



Gerelateerde nieuwsberichten

maandag, 18 maart 2024Paasgala voor oudere jongeren
maandag, 5 februari 2024Blauwe zusters bij WJD@Home Video
zaterdag, 27 januari 2024‘Ga door je leven met mentaliteit pelgrim’ Video
vrijdag, 26 januari 2024Katholiek Tienerkamp Breakthrough
vrijdag, 26 januari 2024What the WJD happened...
dinsdag, 16 januari 2024WJD@Home op Ameland
vrijdag, 24 november 2023Pausboodschap Wereldjongerendag
dinsdag, 21 november 2023Jongerenbedevaart naar Fulda
zondag, 19 november 2023Nagenieten van de KJD Video
dinsdag, 14 november 2023Bavodag 2024
zaterdag, 4 november 2023Jongerencollecte Video
dinsdag, 10 oktober 2023Together - Op reis voor de oecumene
dinsdag, 19 september 2023Katholieke Jongerendag
dinsdag, 29 augustus 2023Reünie Wereldjongerendagen
woensdag, 9 augustus 2023Weer behouden thuis
dinsdag, 8 augustus 2023WJD fotoserie maandag
maandag, 7 augustus 2023Onvergetelijk
maandag, 7 augustus 2023WJD fotoserie zondag
maandag, 7 augustus 2023WJD fotoserie zaterdag
vrijdag, 4 augustus 2023WJD fotoserie vrijdag



Bisdom Haarlem - Amsterdam • Postbus 1053 • 2001 BB  Haarlem • (023) 511 26 00 • info@bisdomhaarlem-amsterdam.nlDisclaimerDeze website is gerealiseerd door iMoose