Bisdom Haarlem-Amsterdam










Pausboodschap voor Werelddag van de Armen

Paus Leo XIV roept op tot hoop en solidariteit

gepubliceerd: donderdag, 23 oktober 2025
foto: Julia M Cameron
Pausboodschap voor Werelddag van de Armen

In zijn bood­schap voor de negende Wereld­dag van de Armen, op zon­dag 16 no­vem­ber aan­staande, bena­drukt paus Leo XIV dat ware hoop niet voort­komt uit bezit of macht, maar uit het ver­trouwen op God.

Onder het motto “Gij, mijn God, Gij zijt mijn ver­wach­ting” (Psalm 71,5) roept hij gelo­vi­gen we­reld­wijd op om zich solidair te tonen met de armen en om hun centrale plaats in het leven van de Kerk te erkennen.

De paus wijst erop dat armoede niet alleen een materieel probleem is, maar ook een gees­te­lij­ke nood kan zijn. Hij noemt het niet kennen van God de ergste vorm van armoede. Tege­lijker­tijd prijst hij de open­heid van veel armen voor het geloof en roept hij op om hen niet alleen materieel, maar ook gees­te­lijk nabij te zijn.

Concrete actie

In zijn bood­schap spoort Leo XIV aan tot concrete actie. Hij pleit voor struc­tu­rele oplos­singen voor armoede en bena­drukt dat hulp aan armen niet alleen een daad van lief­da­dig­heid is, maar vooral een kwestie van ge­rech­tig­heid. Ini­tia­tie­ven zoals opvang­cen­tra, gaarkeukens en volks­scho­len noemt hij tekenen van hoop die onver­schil­lig­heid door­bre­ken en be­trok­ken­heid sti­mu­leren.

De paus verbindt zijn oproep aan het Jubel­jaar 2025, dat in het teken staat van de hoop. Hij bena­drukt dat de Wereld­dag van de Armen, die niet toevallig aan het einde van dit genade­jaar plaats­vindt, een moment is om de ont­van­gen gaven door te geven en om nieuwe wegen te zoeken om het Evan­ge­lie concreet te beleven.

Leo XIV sluit zijn bood­schap af met een gebed tot Maria, Troos­te­res van de bedroef­den, en herhaalt de woor­den van het Te Deum: “Op U, Heer, is onze hoop geves­tigd, beschaam ons niet in eeuwig­heid.”

Met elkaar in gesprek

De Caritas van ons bisdom heeft een handlei­ding gemaakt om op de Wereld­dag van de Armen in de pa­ro­chie met elkaar en met de armen in gesprek te gaan over het thema Hoop. De fol­der geeft stap voor stap aan hoe u dit kunt aanpakken.

Bood­schap

Wapen van paus Leo XIV

Bood­schap van de Heilige Vader Leo XIV

Voor de 9de Wereld­dag van de Armen

 

1. “Gij, mijn God, Gij zijt mijn ver­wach­ting” (ps. 71,5)

Gij, mijn God, Gij zijt mijn ver­wach­ting” (Ps. 71, 5). Deze woor­den wellen op in een hart dat gebukt gaat onder erns­tige moei­lijk­he­den: “Gij hebt mij dikwijls en zwaar beproefd” (vers 20), zegt de psal­mist. Desondanks is zijn hart open en vol ver­trouwen, omdat het verankerd is in het geloof dat de steun van God erkent, en het belijdt: “Tot U, Heer, neem ik mijn toevlucht, stel mij toch nimmer teleur” (vers 1).

Te mid­den van de be­proe­vingen van het leven wordt de hoop bezield door de vaste en bemoe­digende zeker­heid van Gods liefde, die door de Heilige Geest in de harten wordt uitgestort. Daarom stelt zij niet teleur (vgl. Rom. 5, 5) en kan de heilige Paulus aan Timoteüs schrijven: “Dit is het doel van al ons zwoegen en strij­den, want wij hebben onze hoop gesteld op de levende God” (1 Tim. 1, 1). De levende God is immers de “God van de hoop” (Rom. 15, 13), die in Christus door zijn dood en ver­rij­ze­nis “onze hoop” (1 Tim. 1, 1) is gewor­den. Wij mogen niet vergeten dat wij gered zijn in deze hoop, waarin wij gewor­teld moeten blijven.

2. De arme als getuige van betrouw­ba­re hoop

De arme kan getuige wor­den van een sterke en betrouw­ba­re hoop, juist omdat hij die belijdt in precaire levens­om­stan­dig­heden die bestaan uit ontbe­ringen, broos­heid en marginalise­ring. Hij rekent niet op de zeker­he­den van de macht en het bezitten; integen­deel, hij ondergaat ze en is er vaak het slacht­of­fer van. Zijn hoop kan alleen maar ergens anders op berusten. Door te erkennen dat God onze eerste en enige hoop is, maken ook wij de overgang tussen vluch­tige hoop en duurzame hoop. Ten overstaan van het verlangen God als reisgezel te hebben, wor­den de rijdommen tot hun juiste proporties terug­ge­bracht, omdat men de ware schat ontdekt waaraan wij wer­ke­lijk behoefte hebben. Helder en dui­de­lijk weer­klin­ken de woor­den waar­mee de Heer Jezus zijn leer­lin­gen aanspoorde: “Verzamelt u geen schatten op aarde, waar ze door mot en worm ver­gaan en waar dieven inbreken om te stelen; maar verzamelt u schatten in de hemel, waar ze niet door mot of worm ver­gaan en waar dieven niet inbreken om te stelen” (Mat. 6, 19-20).

3.De ergste armoede: God niet kennen

De ergste armoede is God niet kennen. Dat is waaraan paus Fran­cis­cus ons herinnerde, toen hij in Evangelii gaudium schreef: “De ergste dis­cri­mi­na­tie waar­on­der de armen lij­den, is het gebrek aan gees­te­lij­ke aan­dacht. De immense meer­der­heid

van de armen heeft een bij­zon­dere open­heid voor het geloof; zij hebben God nodig en wij mogen het niet nalaten hun zijn vriend­schap aan te bie­den, zijn zegen, zijn Woord, de vie­ring van de Sacra­menten en het aanbod van een weg van groei en rij­ping in het geloof” (nr. 200). Dit toont een fun­da­men­teel en geheel oor­spron­ke­lijk bewust­zijn van hoe wij onze schat in God kunnen vin­den, De apostel Johannes bena­drukt immers: “Als iemand zegt dat hij God liefheeft, terwijl hij zijn broe­der haat, is hij een leuge­naar. Want als hij zijn broe­der die hij ziet niet liefheeft, kan hij God niet lief­heb­ben die hij nooit heeft gezien” (1 Joh. 4, 20).

Het is een regel van het geloof en een geheim van de hoop: alle goe­de­ren van deze aarde, de mate­rië­le wer­ke­lijk­heid, de geneugten van de wereld, het econo­misch wel­zijn, hoe be­lang­rijk ook, zijn niet genoeg om het hart gelukkig te maken. Rijkdom bedriegt vaak en leidt tot dra­ma­tische situaties van armoede, in de eerste plaats door te denken dat men God niet nodig heeft en onaf­han­ke­lijk van Hem zijn leven kan lei­den. De woor­den van de heilige Au­gus­ti­nus komen bij mij op: “Laat al uw hoop in God zijn: voel dat u Hem nodig heeft om door Hem vervuld te wor­den. Zonder Hem zal alles wat u hebt, ertoe dienen om u nog leger te maken” (Enarr. In Ps. 85: 3).

4. Chris­te­lijke hoop als anker van stabili­teit

De chris­te­lijke hoop waar­naar het Woord van God ver­wijst, is een zeker­heid op de weg van het leven, omdat zij niet afhangt van de men­se­lijke kracht, maar van de belofte van God, die altijd trouw is. Daarom hebben de chris­te­nen vanaf het begin de hoop willen vereenzelvigen met het symbool van het anker, dat stabili­teit en vei­lig­heid biedt. De chris­te­lijke hoop is als een anker, dat ons hart ves­tigt op de belofte van de Heer Jezus, die ons heeft gered door zijn dood en ver­rij­ze­nis en die opnieuw onder ons zal te­rug­ke­ren. Deze hoop blijft wijzen op de “nieuwe hemelen” en de “nieuwe aarde” (2 Petr. 3, 13) als de ware horizon van het leven, waar het bestaan van alle schepselen zijn authen­tieke bete­ke­nis zal vin­den, aangezien ons ware vaderland in de hemel ligt (vgl. Fil. 3, 20).

De stad van God verplicht ons daarom waar het onze ste­den betreft: Zij moeten daar van nu af aan op beginnen te lijken. De hoop, geschraagd door de liefde van God, die door de Heilige Geest in onze harten is uitgestort (vgl. Rom. 5, 5), veran­dert het men­se­lijk hart in vrucht­ba­re grond, waarin liefde voor het leven op de wereld kan ontkiemen. De Traditie van de Kerk beves­tigt voort­du­rend deze circulari­teit tussen de drie theo­lo­gische deug­den: geloof, hoop en liefde. De hoop wordt geboren uit het geloof, dat het voedt en onder­steunt, op het fun­dament van de liefde, die de moe­der van alle deug­den is. En we hebben liefde nodig, vandaag, nu. Het is geen belofte, maar een reali­teit waar we met vreugde en verant­woor­de­lijk­heid naar kijken: het betrekt ons, richt onze beslis­singen op het alge­meen wel­zijn. Wie het integen­deel ontbreekt aan liefde, ontbreekt het niet alleen aan geloof en hoop, maar hij ontneemt ook de hoop aan zijn naasten.

5. Caritas: het grootste sociale gebod

De Bijbelse uit­no­di­ging tot de hoop brengt dus de plicht met zich mee om zon­der uitstel in con­se­quent verant­woor­de­lijk­heid te nemen in de ge­schie­de­nis. De caritas is immers “het grootste sociale gebod” (Cate­chis­mus van de Katho­lieke Kerk, 1889). Armoede heeft struc­tu­rele oor­zaken die moeten wor­den aangepakt en weg­ge­no­men. Terwijl dit gebeurt, zijn wij allen ge­roe­pen om nieuwe tekenen van hoop te scheppen die getuigen van de chris­te­lijke liefde, zoals veel heiligen in elk tijdperk hebben gedaan. Zieken­hui­zen en scholen zijn bij­voor­beeld in­stel­lingen die in het leven ge­roe­pen zijn om de zwaksten en de meest ge­mar­gi­na­li­seer­den op te kunnen

nemen. Ze zou­den nu deel moeten uitmaken van het over­heids­be­leid van elk land, maar oorlogen en onge­lijk­heid verhin­de­ren dit vaak nog steeds. Gezinswo­ningen, ge­meen­schappen voor min­der­ja­rigen, centra waar een luis­te­rend oor gebo­den wordt en opvang­cen­tra, gaarkeukens, slaapzalen, volks­scho­len wor­den steeds meer een teken van hoop: hoeveel verborgen tekenen zijn er vaak waar we mis­schien geen aan­dacht aan beste­den, maar die toch zo be­lang­rijk zijn om onver­schil­lig­heid af te schud­den en be­trok­ken­heid in­spi­re­ren bij ver­schil­lende vormen van vrij­wil­li­gers­werk!

De armen zijn geen aflei­ding voor de Kerk, maar haar meest geliefde broe­ders en zusters, omdat ieder van hen, met zijn of haar bestaan en ook met de woor­den en wijs­heid die hij of zij draagt, ons uitdaagt om de waar­heid van het Evan­ge­lie ter hand te nemen. Daarom wil de Wereld­dag van de Armen onze ge­meen­schappen eraan her­in­ne­ren dat de armen centraal staan in heel het pas­to­rale werk. Niet alleen in het cari­ta­tieve aspect ervan, maar even­zeer in wat de Kerk viert en verkon­digt. God heeft hun armoede op zich geno­men om ons rijk te maken door hun stemmen, hun verhalen, hun gezichten. Elke vorm van armoede, zon­der uit­zon­de­ring, is een oproep om het Evan­ge­lie concreet te beleven en doeltreffende tekenen van hoop te bie­den.

6. De armen als creatieve mede­mensen in het Jubel­jaar

Dit is de uit­no­di­ging die voort­komt uit de vie­ring van het Jubel­jaar. Het is geen toeval dat de Wereld­dag van de Armen tegen het einde van dit genade­jaar wordt gevierd. Wanneer de Heilige Deur gesloten is, moeten wij de god­de­lijke gaven die over ons zijn uitgestort gedurende een heel jaar van gebed, beke­ring en ge­tui­ge­nis bewaken en door­ge­ven. De armen zijn geen doelen van onze pas­to­rale zorg, maar creatieve mede­mensen die ons uit­da­gen om steeds nieuwe manieren te vin­den om het Evan­ge­lie van vandaag te beleven. Ten overstaan van de opeen­vol­ging van steeds nieuwe golven van verar­ming bestaat het risico dat men daaraan went en zich erbij neerlegt. Wij ont­moe­ten elke dag arme of verarmde mensen en soms kan het gebeuren dat we zelf min­der hebben, verliezen wat ons ooit veilig leek: een woning, voldoende voedsel voor een dag, toegang tot de zorg, een goed niveau van onder­wijs en in­for­ma­tie, vrij­heid van gods­dienst en mening.

Wanneer wij het alge­meen wel­zijn bevor­de­ren, is onze sociale verant­woor­de­lijk­heid gebaseerd op het scheppend gebaar van God, die de goe­de­ren van de aarde aan allen schenkt: op die manier moeten wij ook de vruchten van het werk van de mens op recht­vaar­dige wijze toe­gan­ke­lijk maken. Het helpen van de armen is immers vóór de caritas een kwestie van ge­rech­tig­heid. Zoals de heilige Au­gus­ti­nus opmerkt: “U geeft brood aan hen die hon­ger hebben, maar het zou beter zijn als niemand hon­ger had, ook als er op deze manier niemand zou zijn aan wie men kan geven. U biedt kle­ding aan hen die naakt zijn, maar hoeveel beter zou het zijn, als ieder­een kleren had en er geen gebrek aan zou zijn” (Com­men­taar op 1Joh., VIII, 5)).

Ik wens ook dat dit Jubel­jaar de ont­wik­ke­ling van beleid ter bestrij­ding van oude en nieuwe vormen van armoede zal aan­moe­di­gen, evenals nieuwe ini­tia­tie­ven om de armsten van de armen te onder­steunen en te helpen. Werk, onder­wijs, een huis, ge­zond­heid zijn de voor­waar­den voor een vei­lig­heid die nooit met wapens zal wor­den geves­tigd. Ik prijs me gelukkig met de ini­tia­tie­ven die er al zijn, en de over­vloe­dige inzet iedere dag op inter­na­tio­naal niveau door een groot aantal mannen en vrouwen van goede wil.

Laten wij ons toe­ver­trou­wen aan de Aller­hei­ligste Maagd, Troos­te­res van de bedroef­den, en laten we met haar een lied van hoop, aanheffen en ons de woor­den van het Te Deum eigen maken: “In Te, Domine, speravi, non confundebar in aeternum - Op U, Heer, is onze hoop geves­tigd, beschaam ons niet in eeuwig­heid”.

Vanuit het Vati­caan, 13 juni 2025, Ge­dach­te­nis van de heilige Antonius van Padua, patroon­hei­lige van de armen.

+ Leo PP. XIV

 

Vertaling: drs. H.M.G. Kretzers
Eindredactie: A. Kruse, MA
Copyright: Libreria Editrice Vaticana/SRKK
Tussenkopjes toe­ge­voegd door de webredactie


Gerelateerde nieuwsberichten

dinsdag, 14 oktober 202530 Jaar gastvrijheid in het hart van Haarlem
dinsdag, 23 september 2025Dag van de Gevangene - Uit de schaduw
dinsdag, 16 september 2025Werelddag van de migrant en de vluchteling
maandag, 15 september 2025Theatervoorstelling ‘Schreeuw in de ruimte’
maandag, 8 september 2025Dag van de gevangene
dinsdag, 2 september 2025Democratie en menselijke waardigheid
zaterdag, 16 augustus 2025Materiaal Wereldgebedsdag voor de Schepping
vrijdag, 15 augustus 2025Pausboodschap Werelddag van de Armen
donderdag, 17 juli 2025Thema Werelddag Grootouders & Ouderen
maandag, 23 juni 2025Caritasdag Amsterdam - Teken van Hoop Fotoreportage
dinsdag, 10 juni 2025De Ark Haarlem bestaat 10 jaar
vrijdag, 2 mei 2025Uitnodiging voor Caritasdag
woensdag, 2 april 2025Werelddag van Migranten en Vluchtelingen
donderdag, 6 maart 2025Vastenactie: schoner koken, beter leven in Oeganda
woensdag, 5 maart 2025Landelijke inspiratiedag - Kansfonds
dinsdag, 11 februari 2025Sant’Egidio vierde 57e verjaardag Fotoreportage
dinsdag, 11 februari 2025Pausboodschap bij de Werelddag voor de Zieken
vrijdag, 25 oktober 2024Herdenkingswake - Sterven aan de Hoop
zondag, 13 oktober 2024Wereldmissiedag - Ga en nodig iedereen uit
maandag, 23 september 2024Boodschap voor Werelddag Migrant en Vluchteling



Bisdom Haarlem - Amsterdam • Postbus 1053 • 2001 BB  Haarlem • (023) 511 26 00 • info@bisdomhaarlem-amsterdam.nlDisclaimerDeze website is gerealiseerd door iMoose