Bisdom Haarlem-Amsterdam










Werelddag van de migrant en de vluchteling

Mi­gran­ten, mis­sio­na­rissen van de hoop

gepubliceerd: dinsdag, 16 september 2025

In zijn bood­schap voor de 111e Wereld­dag van de Migrant en de Vluch­te­ling noemt paus Leo XIV hen ‘mis­sio­na­rissen van de hoop’. Deze Wereld­dag valt in 2025 in het weekend van 4 en 5 ok­to­ber, wanneer in Rome ook het Jubileum voor Mi­gran­ten en Vluch­te­lingen wordt gevierd in de context van het Heilig Jaar 2025. 

In zijn bood­schap schetst de Heilige Vader de hui­dige context in de wereld, die wordt getekend door oorlogen, geweld, onrecht en extreme meteoro­lo­gische ver­schijn­selen. Dat dwingt miljoenen mensen om hun land van oorsprong achter te laten en elders toevlucht te zoeken. De paus schrijft dat die stap op weg naar een veilige plek mi­gran­ten en vluch­te­lingen tot bood­schappers van hoop maakt:

‘In een door oorlogen en ongerech­tig­he­den ver­duis­terde wereld, richten mi­gran­ten en vluch­te­lingen zich ook daar waar alles verloren schijnt, op tot bood­schappers van hoop. Hun moed en vast­hou­dend­heid is een heldhaf­tig ge­tui­ge­nis van een geloof dat ver­der kijkt dan onze ogen kunnen zien, en dat hun de kracht schenkt de dood uit te dagen op de ver­schil­lende hui­dige routes van de migratie.’

Een echte god­de­lijke ze­ge­ning

In katho­lieke ge­meen­schappen die mi­gran­ten en vluch­te­lingen gastvrij ont­van­gen, kunnen zij ook mis­sio­na­rissen van hoop wor­den door met gees­te­lijk en­thou­sias­me en vitali­teit de ge­meen­schap nieuwe impulsen te geven. ‘Hun aanwe­zig­heid dient dus erkend en ge­waar­deerd te wor­den als een echte god­de­lijke ze­ge­ning, een gelegen­heid om zich open te stellen voor de genade van God, die nieuwe energie en hoop schenkt aan zijn Kerk: “Vergeet de gast­vrij­heid niet; door haar hebben som­mi­gen zon­der het te weten engelen onthaald” (Heb. 13, 2),’ aldus paus Leo XIV.

Wapen paus Leo XIV

De Heilige Stoel

Bood­schap van de Heilige Vader Leo XIV
voor de 111de Wereld­dag van de Migrant en de Vluch­te­ling 2025

4-5 ok­to­ber 2025

Mi­gran­ten, mis­sio­na­rissen van de hoop

 

Geliefde broe­ders en zusters,

De 111de Wereld­dag van de Migrant en de Vluch­te­ling, die mijn voor­gan­ger heeft willen laten samen­val­len met het Jubel­jaar van de mi­gran­ten en de missio­naire wereld, biedt ons de gelegen­heid om na te denken over het ver­band tussen hoop, migratie en zen­ding.

De hui­dige mondiale context wordt op een droevige wijze getekend door oorlogen, geweld, onrecht en extreme meteoro­lo­gische ver­schijn­selen, die miljoenen personen verplichten hun land van oorsprong achter te laten om elders een toevlucht te zoeken. De algemene ten­dens om uit­slui­tend te zorgen voor de belangen van afgebakende ge­meen­schappen vormt een serieuze drei­ging voor het delen van verant­woor­de­lijk­heid, multilaterale samen­wer­king, het verwezen­lijken van het gemeen­schap­pe­lijk wel­zijn en de soli­da­ri­teit in de wereld ten voordele van heel de men­se­lijke familie. Het per­spec­tief van een hernieuwde wapenwedloop en de ont­wik­ke­ling van nieuwe wapens, de nucleaire inbegrepen, het feit dat men zel­den de rampzalige gevolgen van de aan de gang zijnde klimaat­cri­sis en de diepe econo­mische onge­lijk­heid overweegt, maken de uit­dagingen van het heden en de toe­komst steeds uit­da­gen­der.

Ten overstaan van huive­ringwekkende scenario’s over totale verwoes­tingen is het be­lang­rijk dat er in het hart van de meeste mensen het verlangen groeit naar een toe­komst van waar­dig­heid en vrede voor alle mensen. Die toe­komst is een wezen­lijk onder­deel van Gods plan met de mens­heid en de rest van de schep­ping. Het betreft de mes­si­aanse toe­komst waarop door de profeten vooruit wordt gelopen: “Er zullen weer oude mannen en vrouwen zitten op de pleinen van Jeru­za­lem, ieder met een stok in de hand van­wege hun vele jaren. De pleinen van de stad zullen ook weer vol zijn van jongens en meisjes, die op haar pleinen spelen. [...] Want het zaad zal gedijen, de win­gerd zijn vrucht geven, de aarde haar gewas en de hemel zijn dauw” (Zach. 8, 4-5.12). En deze toe­komst is al be­gon­nen, omdat zij is geopend door Jezus Christus (vgl. Mar. 1, 15 en Luc. 17, 21) en wij geloven in en hopen op de volle­dige verwezenlij­king ervan, daar de Heer zich altijd aan zijn beloften houdt.

De Cate­chis­mus van de Katho­lieke Kerk leert: “De deugd van de hoop beant­woordt aan het verlangen naar geluk dat God in elk mensenhart gelegd heeft; ze neemt in zich op alle hoop die het men­se­lijk han­de­len bezielt” (nr. 1818). En het zoeken naar het geluk - en het per­spec­tief het elders te vin­den - is zeker een van de be­lang­rijk­ste beweegre­denen van de heden­daag­se mobili­teit van de mens.

Dit ver­band tussen migratie en hoop open­baart zich dui­de­lijk in veel van de erva­ringen in onze dagen op het gebied van migratie. Veel mi­gran­ten, vluch­te­lingen en ontheem­den zijn bevoor­rechte getuigen van de hoop die in het dage­lijks leven wordt beleefd, doordat zij zich aan God toe­ver­trou­wen en de te­gen­spoed met het oog op een toe­komst verdragen, een toe­komst waarin zij een glimp zien van het naderen van het geluk, van een in­te­grale, men­se­lijke ont­wik­ke­ling. In hen hernieuwt zich de ont­wik­ke­ling onderweg van het volk van Israël: “Toen gij aan het hoofd van uw volk op weg ging en voort­trok door de woes­tijn, Toen dreunde de aarde, bewolkte de hemel, de Sinaï beefde voor Israëls God. Een voedzame regen kwam neer uit de hemel, uw uitge­put erf­deel hebt Gij verkwikt. Uw kudde heeft daar zijn rust­plaats gevon­den, die Gij in uw goed­heid voor haar hadt bereid” (Ps. 68, 8-11).

In een door oorlogen en ongerech­tig­he­den ver­duis­terde wereld, richten mi­gran­ten en vluch­te­lingen zich ook daar waar alles verloren schijnt, op tot bood­schappers van hoop. Hun moed en vast­hou­dend­heid is een heldhaf­tig ge­tui­ge­nis van een geloof dat ver­der kijkt dan onze ogen kunnen zien, en dat hun de kracht schenkt de dood uit te dagen op de ver­schil­lende hui­dige routes van de migratie. Ook hier is het moge­lijk een dui­de­lijke ana­lo­gie te vin­den met de erva­ring van het volk van Israël dat ronddoolt in de woes­tijn en dat ieder gevaar met ver­trouwen op de Heer het hoofd biedt: “Want Hij maakt u los uit de strik van de jagers, behoedt u voor de kwaa­daar­dige tong. Hij zal u met zijn vleugels be­scher­men, onder zijn wieken vindt gij een toevlucht, zijn trouw is uw pantser en schild. Geen nachte­lijk onheil hoeft ge te vrezen, geen pijl bij klaarlichte dag; Geen ziekte die sluipt in de duisternis, geen kwaal in de gloeiende zon” (Ps. 91, 3-6).

Mi­gran­ten en vluch­te­lingen her­in­ne­ren de Kerk aan haar pel­gri­merende dimensie, die eeuwig is gericht op het bereiken van het uit­ein­delijke vaderland, gesteund door een hoop die een theologale deugd is. Telkens als de Kerk zwicht voor de verlei­ding van “sedentari­sa­tie” (inac­ti­vi­teit, red.) en ophoudt civitas peregrina te zijn - volk van God dat pel­gri­meert naar het hemels vaderland (vgl. Au­gus­ti­nus, De civitate Dei, Boek XIV-XVI), houdt zij op “in de wereld” te zijn en wordt zij “van de wereld” (vgl. Joh. 15, 19). Het betreft een verlei­ding die reeds aanwe­zig is in de eerste christen­ge­meen­schappen, en wel zozeer dat de apostel Paulus de Kerk van Filippi eraan moet her­in­ne­ren dat “ons vaderland in de hemel is, en wij uit de hemel onze ver­los­ser, de Heer Jezus Christus ver­wach­ten. Hij zal ons armzalig lichaam her­scheppen en het gelijk­vormig maken aan zijn verheer­lijkt lichaam, met dezelfde kracht die Hem in staat stelt het heelal aan zich te on­der­wer­pen” (Fil. 3, 20-21).

Katho­lieke mi­gran­ten en vluch­te­lingen kunnen op een bij­zon­dere wijze vandaag mis­sio­na­rissen van hoop wor­den in de lan­den die hen opnemen, door nieuwe trajecten van geloof voort te zetten waar de bood­schap van Jezus Christus nog niet is geko­men, of door te beginnen met een interreli­gi­euze dialoog in het dage­lijkse leven en het zoeken naar gemeen­schap­pe­lijke waar­den. Zij kunnen immers met hun gees­te­lijk en­thou­sias­me en vitali­teit eraan bijdragen starre en logge ker­ke­lijke ge­meen­schappen, waarin de gees­te­lij­ke woes­tijn dreigt op te rukken, te revitaliseren. Hun aanwe­zig­heid dient dus erkend en ge­waar­deerd te wor­den als een echte god­de­lijke ze­ge­ning, een gelegen­heid om zich open te stellen voor de genade van God, die nieuwe energie en hoop schenkt aan zijn Kerk: “Vergeet de gast­vrij­heid niet; door haar hebben som­mi­gen zon­der het te weten engelen onthaald” (Heb. 13, 2).

Het eerste ele­ment van de evangeli­sa­tie is, zoals Paulus VI onder­streepte, in het alge­meen het ge­tui­ge­nis: “alle chris­te­nen zijn ge­roe­pen ware ver­kon­di­gers van het evan­ge­lie te zijn en kunnen dit zijn. Wij denken vooral aan de verant­woor­de­lijk­heid die de emi­gran­ten toe­komt in de lan­den die hen ont­van­gen” (Evangelii nuntiandi, 21). Het betreft een ware missio migrantium - een zen­ding die wordt verwezen­lijkt door mi­gran­ten - waarvoor een adequate voor­be­rei­ding en een voort­du­rende onder­steu­ning als vrucht van een doeltreffende inter­ker­ke­lijke samen­wer­king gegaran­deerd moeten zijn.

Ander­zijds kunnen ook de ge­meen­schappen die hen opnemen, een levend ge­tui­ge­nis van hoop zijn. Een hoop die wordt verstaan als de belofte van een heden en een toe­komst waarin de waar­dig­heid van allen als kin­de­ren van God wordt erkend. Zo wor­den mi­gran­ten en vluch­te­lingen erkend als broe­ders en zusters, een deel van een familie waarin zij hun talenten tot uitdruk­king kunnen brengen en volle­dig deel­ne­men aan het ge­meen­schapsleven.

Ter gelegen­heid van deze jubileum­dag waarop de Kerk bidt voor alle mi­gran­ten en vluch­te­lingen, wil ik al degenen die op weg zijn, evenals hen die zich opofferen om hen te be­ge­lei­den, aan de moe­der­lijke bescher­ming toe­ver­trou­wen van de Maagd Maria, troost van de mi­gran­ten, opdat zij de hoop in hun hart levend houdt en hen onder­steunt in hun inzet voor de opbouw van een wereld die steeds meer lijkt op het Rijk van God, het ware Vaderland dat ons wacht aan het einde van onze reis.

Uit het Vati­caan, 25 juli 2025, Feest van de apostel Jacobus

Leo PP. XIV

 

Vertaling: drs. H.M.G. Kretzers
Eindredactie: A. Kruse, MA
Copyright: Libreria Editrice Vaticana/SRKK

Werelddag van de migrant en de vluchteling


Gerelateerde nieuwsberichten

maandag, 15 september 2025Theatervoorstelling ‘Schreeuw in de ruimte’
maandag, 8 september 2025Dag van de gevangene
dinsdag, 2 september 2025Democratie en menselijke waardigheid
zaterdag, 16 augustus 2025Materiaal Wereldgebedsdag voor de Schepping
vrijdag, 15 augustus 2025Pausboodschap Werelddag van de Armen
donderdag, 17 juli 2025Thema Werelddag Grootouders & Ouderen
maandag, 23 juni 2025Caritasdag Amsterdam - Teken van Hoop Fotoreportage
dinsdag, 10 juni 2025De Ark Haarlem bestaat 10 jaar
vrijdag, 2 mei 2025Uitnodiging voor Caritasdag
woensdag, 2 april 2025Werelddag van Migranten en Vluchtelingen
donderdag, 6 maart 2025Vastenactie: schoner koken, beter leven in Oeganda
woensdag, 5 maart 2025Landelijke inspiratiedag - Kansfonds
dinsdag, 11 februari 2025Sant’Egidio vierde 57e verjaardag Fotoreportage
dinsdag, 11 februari 2025Pausboodschap bij de Werelddag voor de Zieken
vrijdag, 25 oktober 2024Herdenkingswake - Sterven aan de Hoop
zondag, 13 oktober 2024Wereldmissiedag - Ga en nodig iedereen uit
maandag, 23 september 2024Boodschap voor Werelddag Migrant en Vluchteling
vrijdag, 9 augustus 2024Imaginer la Paix
dinsdag, 25 juni 2024Oproep tot organiseren van activiteiten
dinsdag, 21 mei 2024‘Luisteren naar wie niemand luistert’



Bisdom Haarlem - Amsterdam • Postbus 1053 • 2001 BB  Haarlem • (023) 511 26 00 • info@bisdomhaarlem-amsterdam.nlDisclaimerDeze website is gerealiseerd door iMoose