Perscommuniqué
Zeist, 16 december 2011
Vandaag heeft de Onderzoekscommissie naar seksueel misbruik van minderjarigen in de RK Kerk tussen 1945 en 2010, de commissie Deetman genoemd, haar eindrapport gepresenteerd. De bisschoppen en de bestuurders van de KNR zijn geschokt door het seksueel misbruik van minderjarigen en de praktijken die door het eindrapport beschreven worden. Het vervult ons met schaamte en verdriet.
Het is voor ons, religieuzen en bisschoppen, voor de gehele geloofsgemeenschap maar ook voor de samenleving een pijnlijke constatering dat het aan zorgvuldige omgang met kinderen en jongeren bij een aantal priesters en religieuzen heeft ontbroken.
Niet alleen de daders treft blaam maar ook kerkelijke gezagsdragers die niet accuraat hebben gehandeld en niet het belang van en de zorg voor het slachtoffer voorop stelden. Wij betuigen onze spijt voor het misbruik. Vanuit de verantwoordelijkheid die we hebben overgenomen van onze voorgangers, leven wij mee met de slachtoffers en bieden hen ons oprecht excuus aan.
Wij willen ons inzetten om aan de slachtoffers recht te doen, hun eer te herstellen en hun wonden zo goed mogelijk te helpen genezen. De nieuwe Klachtencommissie en de compensatieregeling willen daaraan bijdragen. Maar procedures en regelingen zijn niet voldoende. Op het vlak van de hulpverlening aan slachtoffers zijn nog veel stappen te zetten en wij willen ons daarvoor persoonlijk inzetten. Wij zullen initiatieven nemen om slachtoffers daarbij te betrekken. Waar wij professionele hulpverlening kunnen ondersteunen door met slachtoffers in gesprek te gaan, verklaren wij ons daartoe opnieuw en van harte bereid.
Het onderzoeksrapport stelt vast dat er sprake was van een kerkelijke cultuur waarin men helaas niet openlijk sprak over seksualiteit en ook niet over seksueel misbruik. Tijd noch omstandigheid kunnen als excuus dienen voor het vreselijke leed dat aan kinderen en hun families werd aangedaan. Aantasting van de lichamelijke en geestelijke integriteit van iedere mens, en zeker van kinderen, is onder alle omstandigheden verwerpelijk. Het mag zeker in de Kerk niet voorkomen. Daarom zullen wij ons inzetten om het probleem van het seksueel misbruik beter bespreekbaar te maken. Er komen duidelijke gedragscodes en de preventieprogramma’s aan de ambtsopleidingen worden verder geïntensiveerd.
Het misbruik van kinderen in de onderzochte periode van 1945 tot 2010 wringt des te meer omdat de ouders erop vertrouwden dat zij hun kinderen aan veilige instellingen en integere priesters en religieuzen toevertrouwden. In de schending van dat vertrouwen werd, naast de kinderen, ook aan ouders onrecht gedaan. Ook aan hen bieden wij ons oprechte verontschuldiging aan.
Wij veroordelen nogmaals krachtig iedere vorm van seksueel misbruik omdat het haaks staat op de waardigheid van de menselijke persoon en op het Evangelie. Er is voor deze praktijken geen plaats in onze Kerk. Daarover mag geen onduidelijkheid bestaan. Daarom nemen wij bij een vermoeden van seksueel misbruik de nodige kerkrechtelijke en civielrechtelijke maatregelen. Bij een vermoeden van een strafbaar feit wordt ook het Openbaar Ministerie ingelicht, zoals de Nederlandse wet vereist. Wij verplichten onszelf om in alle toekomstige gevallen op deze wijze te handelen.
Wij zijn doordrongen van het besef dat wij ook in de toekomst zorg en verantwoordelijkheid dragen voor hulp, genoegdoening, openbaarheid en transparantie jegens slachtoffers van seksueel misbruik en hun familieleden. De Bisschoppenconferentie en de Konferentie Nederlandse Religieuzen blijven zich inspannen om hiertoe al het nodige te doen en zijn hierop aanspreekbaar.
16 december 2011 – Secretariaat rkk – Afdeling Pers & Communicatie – be