Herdenkingsmonumenten WO II
Kort na de Tweede Wereldoorlog werden in Nederland vele monumenten opgericht voor gevallen militairen en verzetsstrijders. Ook in en rond kerken werden gedenkplaatsen ingericht om gevallenen te eren, maar later ook uit dankbaarheid na een onderduik of vanwege een behouden terugkeer uit voormalig Nederlands-Indië. Dit jaar vieren wij tachtig jaar vrijheid en herdenken we alle gevallen burgers en militairen bij de vele monumenten. Ook in en om onze kerken.
Nationale Herdenking
Waarschijnlijk heeft iedereen wel eens op 4 mei - fysiek of via de televisie - de Nationale Herdenking bij het Nationaal Monument op de Dam in Amsterdam bijgewoond. Op die dag herdenken wij de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en van oorlogssituaties en vredesoperaties sinds 1945. Voorafgaand aan de ceremonie vindt een bijeenkomst plaats in de Nieuwe Kerk. Tot begin jaren zeventig van de vorige eeuw werden in dat kerkgebouw aan de Dam drie kerkdiensten gehouden, later één enkele kerkdienst en sinds eind jaren tachtig als gevolg van de secularisatie van de samenleving is de kerkdienst helemaal afgeschaft en vervangen door een algemene bijeenkomst.
Het Nationaal Monument op de Dam uit 1956 is ontworpen door architect Ko Oud (1890-1963) en kunstenaar John Rädecker (1885-1956). Op het 22 meter hoge kunstwerk staan onder andere vier geboeide mannen, die de verschrikkingen van de oorlog symboliseren. Dit monument is een van de bekendste, maar er zijn in Nederland meer dan 4.000 oorlogsmonumenten opgericht.
Regionaal herdenken
Het is natuurlijk belangrijk om op nationaal niveau te herdenken, maar alle gevallenen zijn onderdeel van een gemeenschap geweest. Ze waren iemands partner, broer/zus, kind, vriend/vriendin of parochiaan. Daarom zijn er na de oorlog veel monumenten in en rond kerken opgericht om hen te herdenken. Maar in één geval is er in het eerste oorlogsjaar 1940 - onder goedkeuring van de Duitse bezetter - een monument opgericht voor een matroos, die diende op een onderzeeër en op de Noordzee getorpedeerd werd. Dit monument staat tegenover de Maria Margaretha Alacoque in Egmond aan de Hoef. Later zijn aan het monument nog twaalf andere namen toegevoegd van mensen, die in de oorlog werden vermoord.
In het park van O.L.V. ter Nood in Heiloo is een marmeren gedenksteen onder de tiende kruiswegstatie geplaatst. Op de steen staan de namen van 17 jongemannen die allemaal lid waren van R.K. Rijwielbond St. Christophorus en hun leven gegeven hebben voor het Vaderland.
Eregraven
Wie de (katholieke) begraafplaats van Spanbroek bezoekt treft daar achter de priestergraven een gezamenlijk graf aan van vier van de vijf jonge mannen, die op 8 maart 1945 gefusilleerd werden. De vijfde is later naast dit graf bijgezet.
Soms wordt op een andere manier herdacht of herinnerd. In de Titus Brandsmakerk in Amstelveen bijvoorbeeld bevindt zich wat as van overledenen uit concentratiekamp Dachau, die in een urn is verzameld. Deze urn staat nu als stille getuige van de oorlogsgruwelen naast het borstbeeld van Titus Brandsma, die daar tragisch genoeg zelf ook is vermoord.
Monument uit dankbaarheid
Een bijzondere categorie vormen de monumenten, die zijn opgericht door mensen die de oorlog overleefd hebben en hun dankbaarheid door middel van een monument willen laten blijken. In de Hofkerk (Martelaren van Gorcumkerk) in Amsterdam-Watergraafsmeer hangt in de Mariakapel een replica van de gedenkplaat, die Alex Asperslagh (1901-1984) maakte van opalineglas. Hiermee werden de gevallen kameraden herdacht en dankten de mannen, die behouden terugkwamen, Maria en vroegen haar gebed voor de gevallen makkers.
Ingrid Henkemans

Ingrid Henkemans is erfgoedspecialist van Museum Catharijneconvent en inventariseert en adviseert de kerken van het Bisdom Haarlem-Amsterdam.
In de Pijp, in de kerk OLV Koningin van de Vrede is enige jaren geleden in het altaarblad van het zijaltaar een verdieping aangebracht. Daarin zijn verschillende oorlogsattributen gelegd van nabestaanden van de mensen van de verzetsgroep Het Nederlands Oranje Leger, zoals handgeschreven briefjes met boodschappen van leden van de verzetsgroep aan hun familie of geliefden. Ook ligt er kampkleding en een exemplaar van het boek Parochie in de hel. Het werd geschreven door kapelaan Spronck uit Maastricht en verhaalt over de ondergrondse kerk in kamp Buchenwald. Op 4 mei 2006 werd een exemplaar van dit boek door toenmalig burgemeester Job Cohen in het altaar is gelegd. Deze en andere voorwerpen zijn stille maar tastbare herinneringen aan de gruwelen van de Oorlog.
Bij de entree van de St.-Michaëlkerk in Zuidschermer hangt een bronzen plaquette, die Delftse kinderen de kerk uit dankbaarheid schonken voor hun onderduik bij parochianen en boeren in de omgeving.