Bisdom Haarlem-Amsterdam










Woensdagcatechese 26 maart 2025

Algemene audiëntie paus Franciscus

gepubliceerd: vrijdag, 28 maart 2025
foto: Vatican Media
Paus Franciscus houdt audiëntie in de publiekszaal
Paus Franciscus houdt audiëntie in de publiekszaal

Op woens­dag 18 de­cem­ber 2024 is paus Fran­cis­cus be­gon­nen aan een cyclus van woens­dag­ca­te­che­ses over het Jubel­jaar 2025. Deze catecheses zijn in diverse talen be­schik­baar op de web­si­te van het Vati­caan maar hier­on­der plaatsen we de link naar de Engelse tekst en voor uw gemak ook een AI vertaling naar het Neder­lands. (deze AI vertaling kan onregel­ma­tig­he­den bevatten)

Wapen paus Franciscus

Paus Fran­cis­cus

Algemene Au­diën­tie

Woens­dag 19 maart 2025

Omdat paus Fran­cis­cus in het zie­ken­huis ligt met een longontste­king is deze door de paus voor­be­reide tekst niet uit­ge­spro­ken maar moet wel als zodanig wor­den beschouwd.

Catechese­cy­clus
Jubileum 2025. Jezus Christus, onze hoop
II. Het leven van Jezus
De ont­moe­tingen 2.
De Samari­taanse vrouw
“Geef mij te drinken!” (Joh 4:7b)

Beste broe­ders en zusters, goede­mor­gen!

Na te hebben nage­dacht over de ont­moe­ting tussen Jezus en Nicodemus, die op zoek ging naar Jezus, zullen we vandaag stil­staan bij die momenten waarop het lijkt alsof Hij juist dáár op ons wacht, op dat kruis­punt in ons leven. Het zijn ont­moe­tingen die ons verrassen, en in het begin zijn we mis­schien zelfs een beetje wan­trouwig; we proberen voorzich­tig te zijn en te begrijpen wat er gebeurt.

Waar­schijn­lijk was dit ook de erva­ring van de Samari­taanse vrouw, die wordt genoemd in hoofd­stuk vier van het Evan­ge­lie volgens Johannes (zie 4:5-26). Ze verwachtte geen man aan te treffen bij de put om twaalf uur ’s mid­dags; eigen­lijk hoopte ze juist niemand te ont­moe­ten. Ze gaat immers op een ongebruike­lijk uur water halen, wanneer het erg heet is. Mis­schien schaamt deze vrouw zich voor haar leven, mis­schien heeft ze zich ver­oor­deeld, niet begrepen gevoeld, en heeft ze zich daarom afgezon­derd en alle relaties verbroken.

Om van Judea naar Galilea te gaan, had Jezus een andere route kunnen kiezen en niet door Samaria hoeven te reizen. Dat zou ook veili­ger zijn geweest, gezien de gespannen ver­hou­dingen tussen de Joden en de Samaritanen. Maar Hij kiest ervoor om daarlangs te gaan en stopt precies bij die put, op dat moment! Jezus wacht op ons en laat Zich vin­den juist wanneer wij denken dat er voor ons geen hoop meer is. De put was in het oude Midden-Oosten een plaats van ont­moe­ting, waar soms hu­we­lij­ken wer­den gearran­geerd; het is een plaats van verlo­ving. Jezus wil deze vrouw helpen begrijpen waar ze het echte ant­woord kan vin­den op haar verlangen om liefgehad te wor­den.

Het thema van verlangen is essentieel om deze ont­moe­ting te begrijpen. Jezus is de eerste die Zijn verlangen uitspreekt: “Geef mij te drinken!” (v. 10). Om een dialoog te openen, laat Jezus Zich zwak lijken, om de ander op haar gemak te stellen en te zorgen dat ze niet bang wordt. Dorst is vaak, ook in de Bijbel, een beeld van verlangen. Maar Jezus dorst hier bovenal naar de red­ding van deze vrouw. “Hij die om drinken vroeg,” zegt de heilige Au­gus­ti­nus, “dorstte naar het geloof van de vrouw zelf.” [1]

Terwijl Nicodemus ’s nachts naar Jezus ging, ontmoet Jezus de Samari­taanse vrouw hier op het mid­daguur, het moment waarop er het meeste licht is. Het is wer­ke­lijk een moment van open­ba­ring. Jezus maakt Zich aan haar bekend als de Messias en werpt ook licht op haar leven. Hij helpt haar om haar ge­schie­de­nis, die ge­com­pli­ceerd en pijn­lijk is, opnieuw te lezen: ze heeft vijf echt­ge­no­ten gehad en is nu bij een zesde die geen echt­ge­noot is. Het getal zes is niet toevallig, maar wijst meestal op onvolmaakt­heid. Mis­schien is het een ver­wij­zing naar de zevende bruidegom, degene die ein­de­lijk haar verlangen om echt liefgehad te wor­den zal vervullen. En die bruidegom kan alleen Jezus zijn.

Wanneer ze beseft dat Jezus haar leven kent, verlegt de vrouw het gesprek naar de reli­gi­euze kwestie die Joden en Samaritanen ver­deelde. Dat over­komt ons soms ook als we bid­den: op het moment dat God ons leven raakt, met al zijn problemen, verliezen we ons soms in overpein­zingen die ons de illusie geven van een geslaagd gebed. In wer­ke­lijk­heid hebben we bescher­mingsmuren opge­trok­ken. Maar de Heer is altijd groter, en aan die Samari­taanse vrouw, met wie Hij volgens de culturele voor­schriften niet eens had mogen spreken, geeft Hij de hoogste open­ba­ring: Hij spreekt tot haar over de Vader, die aan­beden moet wor­den in geest en waar­heid. En wanneer zij, opnieuw verrast, opmerkt dat het beter is om op deze zaken te wachten tot de Messias komt, zegt Hij tegen haar: “Ik ben het, die met u spreekt” (v. 26). Het is als een liefdes­ver­kla­ring: Degene op wie je wacht, dat ben Ik; Degene die ein­de­lijk kan ant­woor­den op je verlangen om liefgehad te wor­den.

Op dat moment rent de vrouw naar het dorp om de mensen te roepen, want de zen­ding ontsp­ringt juist aan de erva­ring van je geliefd te voelen. En welke bood­schap kon ze brengen, anders dan haar erva­ring van begrepen, verwelkomd en ver­ge­ven te zijn? Het is een beeld dat ons zou moeten doen nadenken over onze zoek­tocht naar nieuwe manieren om te evan­ge­li­se­ren.

Net als een verliefd persoon vergeet de Samari­taanse haar waterkruik en laat die achter aan de voeten van Jezus. Het gewicht van die kruik op haar hoofd herinnerde haar, telkens als ze naar huis terug­keerde, aan haar situatie, haar onrus­tige leven. Maar nu blijft de kruik achter bij Jezus’ voeten. Het verle­den is geen last meer; ze is verzoend. En zo is het ook met ons: om het Evan­ge­lie te ver­kon­di­gen, moeten we eerst de last van onze ge­schie­de­nis neerleggen aan de voeten van de Heer, en aan Hem het gewicht van ons verle­den overdragen. Alleen verzoende mensen kunnen het Evan­ge­lie brengen.

Beste broe­ders en zusters, laten we de hoop niet verliezen! Zelfs als onze ge­schie­de­nis ons zwaar, ge­com­pli­ceerd, mis­schien zelfs geruïneerd lijkt, hebben we altijd de moge­lijk­heid om die aan God toe te ver­trouwen en opnieuw op weg te gaan. God is barm­har­tig en wacht altijd op ons!

_______________

1) Homilie 15,11


Gerelateerde nieuwsberichten

woensdag, 19 maart 2025Woensdagcatechese 19 maart 2025
woensdag, 5 maart 2025Woensdagcatechese 5 maart 2025
woensdag, 26 februari 2025Woensdagcatechese 26 februari 2025
woensdag, 19 februari 2025Woensdagcatechese 19 februari 2025
woensdag, 12 februari 2025Woensdagcatechese 12 februari 2025
woensdag, 5 februari 2025Woensdagcatechese 5 februari 2025
woensdag, 29 januari 2025Woensdagcatechese 29 januari 2025
woensdag, 22 januari 2025Woensdagcatechese 22 januari 2025
woensdag, 18 december 2024Woensdagcatechese 18 december 2024



Bisdom Haarlem - Amsterdam • Postbus 1053 • 2001 BB  Haarlem • (023) 511 26 00 • info@bisdomhaarlem-amsterdam.nlDisclaimerDeze website is gerealiseerd door iMoose