Meditatie Mgr. van den Hende voor Jubeljaar
Tijdens het Jubeljaar 2025 zal iedere maand een Nederlandse bisschop een meditatie houden. De bisschoppen sluiten ieder in een andere maand aan bij de actualiteit van het kerkelijk jaar. Mgr. Van den Hende bijt het spits af.
De Rotterdamse bisschop vraagt in zijn meditatie aandacht voor thema’s die in deze maand op verschillende momenten voor het voetlicht komen, zoals vrede, het gebed voor eenheid, het Woord van God en het samen financieel bijdragen aan de eigen parochie via Actie Kerkbalans.
Oud en nieuw elan als weg van hoop in het Heilig Jaar
Januari is de eerste maand van een nieuw burgerlijk jaar. Een nieuw begin met vaak oude en nieuwe goede voornemens. Al begon het nieuwe liturgisch jaar reeds met de Advent, toch geeft ook januari meerdere aanzetten om op verschillende terreinen een nieuwe start te maken in ons geloofsleven. In het kader van deze bezinning op de eerste maand van het Heilig Jaar 2025 wil ik vier aspecten ter overweging aanreiken.
1) Verlangen naar vrede en ervoor bidden
In de liturgie wordt op de eerste dag van het nieuwe jaar het hoogfeest gevierd van Maria Moeder van God. De periode van Kerstmis begon in december en duurt voort -over de jaarwisseling heen- tot en met het feest van de Doop van de Heer, dit jaar op zondag 12 januari. Op initiatief van paus Paulus VI (1967) is de eerste dag van januari wereldwijd in de Kerk tevens Werelddag voor de vrede, want het is belangrijk om op de drempel van Nieuwjaar bewust en van harte te bidden voor vrede in de wereld.
Oorlog en geweld staan scherp op ons netvlies en raken ons hart en onze samenleving. We kunnen onze ogen en oren niet sluiten voor haat en strijd overal op aarde. Immers, Christus kwam op aarde om zijn liefde en vrede te verkondigen en te brengen in woord en daad aan alle mensen van goede wil. In het licht van de profeet Jesaja werd Christus in de kerstnacht verkondigd als de vorst van de vrede (Jesaja 9, 5) die de harten van mensen, op de eerste plaats de kleinen en kwetsbaren, raakt met zijn liefde en barmhartigheid. In verbondenheid met de Heer, die is mens geworden en die ons verlost heeft van alle ongerechtigheid (Titus 2, 14), brengen wij als leerlingen van Christus ons verlangen naar vrede tot uitdrukking door gezamenlijk gebed om vrede en door ook persoonlijk een nieuw voornemen te maken om woorden te spreken en daden te verrichten die tot vrede strekken.
Vrede is de vrucht van gerechtigheid (Jesaja 32, 17) en andersom is gerechtigheid een vrucht van vrede (Jakobus 3, 18). We beseffen dat we duurzame vrede niet alleen zelf op eigen kracht kunnen realiseren. We mogen ons daarom bemoedigd weten door de zegenbede in de eerste lezing op de eerste januari: “Moge de Heer u zegenen en u behoeden [...] Moge de Heer zijn gelaat naar u keren en u vrede schenken!” (Numeri 6, 24.26).
2) Aandacht voor het woord van God
Wanneer in de liturgie de periode van de kersttijd ten einde is, komen opnieuw de gewone zondagen door het jaar. De liturgische kleur wit maakt plaats voor de kleur groen. De kleur groen is de kleur van de hoop. Met deze kleur van nieuwe bloei mogen we op de gewone zondagen verder groeien in ons geloof door ons te laten inspireren door het woord van de Heer.
Het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) beschouwt de lezingen uit de heilige Schrift als een schatkamer waaruit we in de liturgie en ook in ons persoonlijk leven mogen putten om steeds opnieuw gevoed te worden in ons geloof. Toch blijven de kracht en de inspiratie van het woord van God vaak onderbelicht, terwijl we als leerlingen van de Heer juist geroepen zijn om het woord van God te horen en te bewaren in ons hart en ons leven. Origenes schrijft reeds in de derde eeuw: “Gij zijt ervoor bezorgd dat bij het communiceren geen kruimel van het Lichaam des Heren op de grond valt. Even erg is het, het woord van God onachtzaam te beluisteren.”
In 2019 nam paus Franciscus het initiatief om op de derde zondag door het jaar speciaal aandacht te hebben voor de heilige Schrift. Hij stelde op de liturgische kalender de zondag van het woord van God in. Dat is dit jaar op 26 januari. Een goed voornemen zou zijn om als christengelovige in het Heilig Jaar 2025 meer tijd te nemen om in de heilige Schrift te lezen en gedeelten ervan in ons hart te bewaren, want het is God zelf die ons in dit woord wil aanspreken.
3) Volharden in onderlinge liefde en bidden om eenheid
Jaarlijks wordt in de maand januari de bidweek voor de eenheid van alle christenen gehouden, dit jaar van 19 tot en met 26 januari. In deze oecumenische week van gebed worden we uitgenodigd om als christenen samen te bidden om zichtbare eenheid. In het evangelie van Johannes kunnen we lezen dat de onderlinge eenheid van zijn leerlingen een hartsverlangen is van Christus zelf, namelijk dat de eerste leerlingen en hen die na hen komen één mogen zijn.
Jezus heeft uitdrukkelijk gebeden om eenheid voor zijn leerlingen, juist met het oog op het getuigenis van het evangelie. Dat neemt in kracht toe wanneer het uitgaat van onderlinge liefde, in verbondenheid met de Heer van wie wij als Kerk de opdracht kregen om het evangelie te verspreiden (Johannes 17, 20-23). Het zou een goed voornemen zijn om opnieuw bewust te volharden in de liefde van Christus (Johannes 15, 12) met het verlangen om te groeien in eenheid met de Heer en met elkaar, terwille van ons getuigenis.
4) Deelname en bijdrage aan het kerkelijk leven in balans houden
In de maand januari begint ieder jaar opnieuw de financiële actie Kerkbalans. Dit jaar is de actieperiode van Kerkbalans van 11 tot en met 25 januari. Vaak wordt snel gezegd dat het in de Kerk niet over geld maar over het geloof moet gaan. Echter, sinds de vroegste tijd van de Kerk leeft het besef dat geld en andere materiële zaken wel degelijk nodig zijn om als Kerk voldoende middelen te hebben om de opdracht van de Heer te kunnen blijven volbrengen: vieren, leren en dienen.
Wanneer parochies vragen om een financiële bedrage dan is dat dus niet in tegenspraak met het evangelie of er vreemd aan. Zelfs de apostel Paulus spreekt in zijn brief aan de Korintiërs (1 Korintiërs 16, 1) over bijdragen voor de heiligen, dat wil zeggen collectes of inzamelingen voor het werk van de Kerk, de gemeenschap van de gedoopten, in het bijzonder voor de armen en noodlijdenden.
Aan het begin van een nieuw jaar zouden we onszelf bij gelegenheid van Kerkbalans de vraag kunnen stellen of er in ons persoonlijk leven een goede balans is tussen wat we hebben aan bezit en mogelijkheden enerzijds en wat we daarvan aan de gemeenschap van de Kerk geven anderzijds omwille van het evangelie.
Jaar van hoop
In de maand januari staan we aan het begin van het Heilig Jaar 2025 dat we wereldwijd in onze Kerk mogen vieren. Dit Heilig Jaar kreeg van paus Franciscus als centraal thema mee: pelgrims van hoop. De hoop waarover de paus spreekt mogen we in geloof en liefde ontlenen aan de persoon van Jezus Christus en aan zijn boodschap. In het perspectief van ons geloof heeft het overwegen van goede voornemens alleen betekenis wanneer ze niet in de loop van januari alweer als sneeuw voor de zon uit ons hart verdwijnen.
Wanneer we met nieuw elan als christen in het leven kunnen staan, dan zijn we niet alleen pelgrims van hoop maar ook tekens en instrumenten van hoop voor anderen. Hoop op een nieuwe wereld en hoop op eeuwig leven. Met de apostel Paulus schreef paus Franciscus in verband met het Heilig Jaar 2025 dat deze hoop niet teleur zal stellen (spes non confundit).
+ Johannes van den Hende
Bisschop van Rotterdam
Voorzitter Nederlandse Bisschoppenconferentie
Pelgrims van Hoop, bidden in het Heilig Jaar
Deze maandmeditaties komen uit het boek ‘Pelgrims van Hoop, bidden in het Heilig Jaar’, uitgegeven door Adveniat. De bisschoppen sluiten ieder in een andere maand aan bij de actualiteit van het kerkelijk jaar.