In paradisum
Allerzielen - 2 november
De pastoor deed de uitvaartmis. Na de begrafenis was er koffie. Met cake. In de dood was iedereen gelijk. Nu wordt er na afloop vaak het glas geheven, op ’t leven. Hoe wij afscheid nemen van een dierbare is de laatste jaren veranderd. Vooral de jongere generatie kiest liever voor een borrel dan voor de traditionele koffie of koffietafel.
Vroeger was een begrafenis of crematie een traditionele gelegenheid. Je ging er in je zondagse pak, of in het zwart, naar toe. Tegenwoordig is het allemaal een stuk informeler. In het verstedelijkte Noord-Holland wordt vaker gekozen voor een borrel met hapjes. Zo blijkt uit recent onderzoek. Ook de viering in de kerk verandert. Waar vroeger iedere katholiek met een avondwake de avond ervoor en een requiemmis, met tot slot het ‘In paradisum’, op de dag van de uitvaart werd uitgedragen, is de avondwake in veel parochies zo goed als verdwenen. Het afscheid in de kerk is steeds vaker een gebedsviering, niet steeds met een priester, diaken of pastoraal werker als voorganger. Op een later moment, bijvoorbeeld op een zondag, kan de overledene in de gemeenschap herdacht worden met een misintentie voor diens zielenheil.
Toch blijft een viering in de kerk een passende manier van afscheid nemen. Ook al zijn veel bezoekers onbekend met een kerkelijke viering. De woorden, de muziek, de sfeer en de rituelen willen de familie en nabestaanden helpen bij het afscheid nemen van een dierbare. Want er klinken mooie, persoonlijke woorden over het leven van de overledene, maar er zijn ook gedachten en het gelovig vertrouwen dat de overledene aan een nieuw leven bij God begonnen is.
We vieren in de kerk niet de dood,
maar het leven van de mens bij zijn overlijden
Daarom dragen we het lichaam van de overledene (als schepsel van God) tot voor het altaar. We zegenen het met water, het eerste element van de schepping en dat ons herinnert aan het doopwater dat de belofte van het eeuwig leven in zich houdt. We omcirkelen het lichaam met wierook, de goede geur van Gods geest. We noemen de naam van de overledene, bidden en horen woorden van troost en verrijzenis. Maar we horen ook het Woord van God, dat een blijde boodschap is voor ons en ons geloof voedt.
Vanuit dit geloof vieren we in de kerk niet de dood, maar het leven van de mens bij zijn overlijden. Het perspectief van de dood is wezenlijk anders geworden door Christus’ verrijzenis. Daarom staat ook de paaskaars na bij de kist van de overledene, de aanwezigheid van de Levende in onze gemeenschap, als teken en symbool dat het leven sterker is dan de dood.
De dood is niet het einde, maar de overgang naar het nieuwe leven bij de Schepper. In de uitvaartliturgie wordt dat steeds benadrukt, zoals in de prefatie (1 overledenen): “Gij neemt het leven, God, niet van ons af, Gij maakt het nieuw, dat geloven wij op uw woord; en als ons aardse huis, ons lichaam, afgebroken wordt, heeft Jezus al een plaats voor ons bereid in uw huis, om daar voorgoed te wonen.”
Deze hoop klinkt terug in het ‘In paradisum’ als we onze dierbare voor de laatste keer naar buiten geleiden. We bidden zingend dat de engelen de gestorvene naar het hemels thuisland zullen begeleiden en binnenleiden in Gods liefde, waar de overledene wordt opgewacht. Om te leven. En daar mag na afloop best op geproost worden!
Gerelateerde nieuwsberichten | ||
zaterdag, 2 november 2024 | Dies Irae | |
donderdag, 31 oktober 2024 | We herinneren ons... afscheidsrede | |
dinsdag, 22 oktober 2024 | Blijf bij ons | |
dinsdag, 22 oktober 2024 | Voor wie steekt u een kaarsje op? | |
dinsdag, 2 november 2021 | Allerzielen - We vergeten hen niet |