Eucharistisch Congres
Terugblik en vooruitblik
Naar aanleiding van het honderdjarige jubileum van het Internationaal Eucharistisch Congres dat van 22 t/m 27 juli 1924 plaatsvond in Amsterdam heeft pater Gerard Wijers s.s.s. een prachtig, informatief en inspirerend boekje geschreven. Het biedt niet alleen een terugblik, maar kijkt ook vooruit naar de toekomst.
27E INTERNATIONAAL EUCHARISTISCH CONGRES
AMSTERDAM 22 - 27 JULI 1924
TERUGBLIK EN VOORUITBLIK
Pater Gerard Wijers s.s.s.
Amsterdam, februari 2024
Inleiding
Van dinsdag 22 juli tot en met zondag 27 juli 1924 vond in Amsterdam het 27e Internationaal Eucharistisch Congres plaats. Het was een massale bijeenkomst die als doel had de betekenis van het Sacrament van de Eucharistie (de blijvende aanwezigheid van het Lichaam en het Bloed van de Verrezen Heer onder de gedaanten van brood en wijn) voor Kerk en Wereld onder de aandacht te brengen. Dat is dit jaar 2024 dus precies honderd jaar geleden.
De Internationale Eucharistische Congressen zijn de realisering van een visioen van de Française Émilie Tamisier (1834 - 1910) in 1873, waarin haar werd opgedragen een massale aanbidding van het Allerheiligste (het eucharistisch brood, de hostie, het Lichaam van Christus, het heilig Sacrament) te organiseren. De eerste jaren van haar toewijding aan de Eucharistie beleefde Émilie Tamisier bij de Dienaressen van het Heilig Sacrament, de congregatie waar de aanbidding van het heilig Sacrament (de Eucharistie) centraal staat, en die de eerste roepingen kende vanaf 1859. De officiële oprichting van de congregatie was in 1864 en de stichter van de congregatie was de heilige Franse pater Pierre-Julien Eymard (1811 - 1868), die eerder in 1856 de Congregatie van het Heilig Sacrament voor paters en broeders had gesticht.
Ondergetekende, pater Gerard Wijers s.s.s., maakt deel uit van een gemeenschap van vier medebroeders van de Congregatie van het Heilig Sacrament, die gevestigd is in de pastorie van de Begijnhofkapel in het centrum van Amsterdam. De Begijnhofkapel is de tweede Heilige Stede, de bedevaartplaats ter ere van het Mirakel van Amsterdam, een eucharistisch wonder uit 1345.
1. Het Mirakel van Amsterdam (1345)
In 1345 kreeg een zieke in zijn woning aan de Kalverstraat het Sacrament van de Zieken toegediend. Hij ging daarbij te communie, d.w.z. hij ontving het heilig Sacrament, de hostie, maar moest meteen daarna overgeven. Het braaksel werd in het open haardvuur geworpen. De volgende ochtend vond een van de verzorgenden van de zieke de hostie ongeschonden boven het haardvuur zweven en zij kon het heilig Sacrament eruit nemen zonder zich te branden. De hostie werd teruggebracht naar de kerk waar zij vandaan kwam (de toenmalige H. Nicolaaskerk, c.q. de huidige Oude Kerk), maar keerde de volgende twee dagen opnieuw terug boven het haardvuur.
De mensen begrepen dat deze plaats permanent aan God moest worden toegewijd. Het huis van de zieke werd afgebroken en op de vrijgekomen plaats aan de Kalverstraat verscheen het tweede kerkgebouw van het toen nog prille plaatsje Amsterdam: de Heilige Stede. De eerste ontwikkeling en bloei van de stad Amsterdam was vooral te danken aan de bedevaarten naar de Heilige Stede, die geleidelijk op gang kwamen. Er wordt melding gemaakt van vele gebedsverhoringen. De route waarlangs de talrijke pelgrims naar de Heilige Stede trokken werd in de volksmond “de heilige weg” genoemd. Nog steeds heet de winkelstraat tussen het Koningsplein en de Kalverstraat de Heiligeweg.
De Heilige Stede aan de Kalverstraat was sinds de Alteratie op 26 mei 1578 (de bestuurlijke en kerkelijke overgang van Amsterdam van katholiek naar protestants) niet meer toegankelijk voor de Mirakelverering, die zich verplaatste naar de dichtbij gelegen katholieke schuilkerk op het Begijnhof. Tot op de dag van vandaag is de Begijnhofkapel, gewijd aan de H.H. Joannes en Ursula, de tweede Heilige Stede gebleven. De oorspronkelijke Heilige Stede werd de protestantse Nieuwezijds Kapel en is in 1908 onder luide protesten afgebroken. In 1912 kwam er een kleinere Nieuwezijds Kapel voor in de plaats, die sinds 1980 niet meer als kerk in gebruik is. De Amsterdam Dungeon aan het Rokin is er nu in gevestigd.
Het Mirakel van Amsterdam wordt elk jaar liturgisch herdacht op de woensdag na 12 maart. Sinds 1881 hebben de middeleeuwse sacramentsprocessies ter ere van het Mirakel van Amsterdam een aan die tijd aangepaste variant gevonden in de Stille Omgang die jaarlijks door bedevaartgangers uit heel Nederland wordt gelopen in de nacht van zaterdag op zondag, volgend op de woensdag na 12 maart.
Volgend jaar, op 27 oktober 2025 bestaat de stad Amsterdam 750 jaar. Dit jubileum wordt groots gevierd van 27 oktober 2024 tot 27 oktober 2025. Bij die gelegenheid zal een boekje van rector Leonardus Marius van de Begijnhofkapel uit 1639, getiteld “Amsterdams eer en opkomen” en handelend over het Mirakel van Amsterdam, opnieuw worden uitgegeven in hedendaags Nederlands.
2. Pater Pierre-Julien Eymard (1811 - 1868)
Pater Eymard, de stichter van de Congregatie van het Heilig Sacrament voor paters en broeders en van de Dienaressen van het Heilig Sacrament voor zusters, schreef in zijn artikel “Le siècle de l’Eucharistie” (“De eeuw van de Eucharistie”) in het Franse tijdschrift “Le Très-Saint Sacrement” (“Het Allerheiligste Sacrament”) van juli 1864:
“De samenleving gaat ten onder omdat zij geen middelpunt van waarheid en liefde heeft en ook geen familieverband. Iedereen isoleert zich, is op zichzelf gericht, wil zichzelf genoeg zijn; de ontbinding is nabij. Maar de maatschappij zal krachtig herboren worden als alle leden zich komen verenigen rond onze Emmanuel [God met ons]. De onderlinge verhoudingen zullen zich op een geheel natuurlijke wijze opnieuw vormen op grond van een gemeenschappelijk aanvaarde waarheid; waarachtige en sterke vriendschapsbanden zullen opnieuw ontstaan als uitwerking van eenzelfde liefde; dat zal de terugkeer zijn naar de mooie dagen van het Cenakel [de zaal van het Laatste Avondmaal in Jeruzalem].”
In de slotwoorden van hetzelfde artikel lezen we onder andere:
“Het grote kwaad van deze tijd is dat men niet naar Jezus Christus gaat als naar zijn Verlosser en naar zijn God. Men verlaat het enige fundament, de enige wet, de enige genade van heil. ... Wat moeten wij dus doen? Teruggaan naar de bron, naar Jezus; niet alleen naar Jezus die rondtrok in Judea, of naar de verheerlijkte Jezus in de hemel, maar meer nog en vooral naar Jezus in de Eucharistie. ... Uw Rijk kome”.
Woorden die profetisch zijn te noemen want zij zijn niet alleen van toepassing op het 19e-eeuwse Frankrijk, maar letterlijk ook op onze eigen westerse samenlevingen van de 21e eeuw.
3. Émilie Tamisier (1834 - 1910)
Émilie Tamisier wordt op 1 november 1834 geboren in Tours (Fr.). Na twee pogingen een religieus leven te leiden treedt zij op 16 december 1863 in bij de Dienaressen van het Heilig Sacrament. Op 13 januari 1864 schrijft pater Eymard aan de moeder van Émilie, mevrouw Tamisier in Tours:
“Émilie maakt het goed, zij is gelukkig, zij lijkt het centrum van haar leven te hebben gevonden, haar hart verwijdt zich onder deze mooie en goede zon van de Eucharistie.” en:
“We zullen zien of God haar de volle genade schenkt. Zij is zeer geliefd bij de Dames, zij verrukt ons in de kapel met haar zang”.
Op 7 november 1865 legt Émilie Tamisier als zuster Émilienne in Angers haar tijdelijke geloften af bij de Dienaressen van het Heilig Sacrament. In oktober 1867 verlaat zij deze congregatie echter weer en keert terug naar haar geboorteplaats Tours. Zij zal haar tijdelijke geloften die op 7 november 1867 aflopen niet meer vernieuwen. Ondanks het leedwezen waarmee dit vertrek gepaard gaat bij alle betrokkenen heeft pater Eymard de toewijding van Émilie Tamisier aan het Sacrament van de Eucharistie altijd bevestigd en bevorderd.
“Laat u niet hinderen door enige menselijke of persoonlijke overweging. Het is Jezus in het allerheiligste Sacrament die u dient en die u wilt dienen.”
schrijft hij haar op 15 september 1867, en verder: “De schepselen gaan voorbij en God blijft”. Als de uittreding dan uiteindelijk een feit is schrijft pater Eymard op 14 oktober 1867 aan Émilie Tamisier:
“Er blijft niets anders over dan een betere tijd af te wachten of een andere genade”. Op 22 oktober 1867 schrijft hij haar: “Herneem uw religieuze leven zoals dat in uw situatie mogelijk is. Doe elke dag uw uur van aanbidding en bid het getijdengebed. U bent van God en aanbidster van het heilig Sacrament tot aan de dood”.
Op 1 augustus 1868 sterft pater Eymard in zijn geboorteplaats La Mure (bij Lyon) op de leeftijd van 57 jaar.
4. Ontstaan en ontwikkeling van de Internationale Eucharistische Congressen
De “nieuwe genade” waarover pater Eymard schrijft zal niet lang op zich laten wachten. In 1871 verhuist Émilie Tamisier naar Ars, het plaatsje bij Lyon, waar de heilige pastoor van Ars (Jean-Marie Vianney, 1786 - 1859) heeft geleefd. Beide heilige priesters, de pastoor van Ars en pater Eymard, hebben elkaar goed gekend en geïnspireerd op hun weg.
Émilie Tamisier hoopt in Ars inspiratie op te doen en er haar roeping te kunnen onderscheiden. Zij komt er onder de geestelijke leiding van de zalige abt Antoine Chevrier (1826 - 1879) en deelt hem haar verlangen mee om de eredienst van de eucharistie te bevorderen. “Het Heilig Sacrament moet de wereld overdekken”. haalt zij pater Eymard aan. Op 29 juni 1873 woont Émilie Tamisier in Paray-le-Monial de toewijding bij van Frankrijk aan het Heilig Hart. “Daar had ik een visioen”, noteert zij, “dat God mij riep mij te wijden aan de redding van de maatschappij door de Eucharistie”. Dientengevolge bevorderde zij bedevaarten naar eucharistische heiligdommen: 1873 naar Avignon en 1874 naar Ars.
In Ars was het Mgr. G. Mermillod die het idee lanceerde van eucharistische congressen. Verder waren er in 1875 bedevaarten naar Douai en naar Parijs. De laatste eucharistische bedevaart was in 1878 naar Faverney. Deze laatste bedevaart werd gesteund door de nieuwe paus Leo XIII (1878 - 1903). Zijn aanmoediging bracht Émilie Tamisier tot het organiseren van eucharistische congressen.
Het eerste zou plaatsvinden in 1880 in Amsterdam, de stad van het Eucharistisch Mirakel van 1345. Dat ging “wegens omstandigheden” niet door. Daarna zou het in het Belgische Luik worden gehouden, de stad waar op grond van een visioen van Juliana van Cornillon in 1264, door paus Urbanus IV het Hoogfeest van het Lichaam en het Bloed des Heren (Sacramentsdag) voor de hele Kerk werd ingesteld op de tweede donderdag (of tweede zondag) na Pinksteren. Ook dat plan ging “wegens omstandigheden” niet door.
Uiteindelijk vond het eerste Internationale Eucharistisch Congres plaats in het noord-Franse Lille (Rijsel) van 27 tot en met 29 juni 1881 met 363 deelnemers. Het werd georganiseerd door Mgr. Louis Gaston Adrien de Ségur, bisschop van Rijsel. Kort daarna werd het Permanente Comité voor de organisatie van Eucharistische Congressen opgericht. Het motto van de congressen werd: Het redden van de maatschappij door de Eucharistie.
Het eerste congres was nog klein, en nauwelijks internationaal, maar de beweging van de Eucharistische Congressen groeide met het jaar. Het zesde congres, dat van Parijs in 1888, was al een tamelijk massale bijeenkomst, met de Sacre-Coeur als plaats van samenkomst. Het Congres van 1890 vond plaats in Antwerpen. Tijdens de H. Mis - nabij de Meir (een straat in het historisch centrum van de stad) - zegende kardinaal Petrus Lambertus Goossens, aartsbisschop van Mechelen, een menigte van 150.000 mensen. De congressen hebben steeds het karakter van grote publieke samenkomsten, afgewisseld met kleinere (wetenschappelijke) studiebijeenkomsten, waarvan de handelingen ook steeds na afloop van het congres worden gepubliceerd. De congressen duren doorgaans een week.
Aan de steeds massalere deelneming aan de Internationale Eucharistische Congressen heeft ongetwijfeld de ontwikkeling van de spoorwegen in de tweede helft van de 19e eeuw een belangrijke bijdrage geleverd. Steeds meer mensen konden zich gemakkelijker en vaker en over steeds grotere afstanden verplaatsen. Op 20 juni 1910 sterft Émilie Tamisier op de leeftijd van 75 jaar.
5. 27e Internationaal Eucharistisch Congres in Amsterdam
Nadat van 19 tot en met 22 oktober 1922 in Amsterdam het eerste diocesane Eucharistisch Congres in Nederland werd gehouden, vond, eveneens in Amsterdam, van dinsdag 22 juli tot en met zondag 27 juli 1924 het 27e Internationaal Eucharistisch Congres plaats. Kort tevoren werd een congresboek uitgegeven met de bedoeling “aan landgenoot en vreemdeling een beknopt inzicht te geven in het beschavingsleven van Nederlands Katholieken”.
Naderhand werd een herinneringsalbum uitgegeven dat met veel foto’s een indruk geeft van de voorbereiding, de hoge gasten, de aankomst van de kardinaal-legaat (kardinaal W.M. van Rossum C.Ss.R., prefect van de Romeinse curie-Congregatie voor de Evangelisatie van de Volkeren, die de toenmalige paus Pius XI vertegenwoordigde), de diverse delegaties uit binnen- en buitenland, waaronder vele bisschoppen en abten, de Maltheser ridders, een aantal ministers en het gemeentebestuur van Amsterdam. Er was zelfs een delegatie uit katholiek China. Bovendien kwam toen al een van de gedelegeerden (Mgr. T.L. Heijlen O.Praem., bisschop van Namen (Namur, B.) en president van het Permanente Comité voor de organisatie van Eucharistische Congressen) per vliegtuig (een dubbeldekker) aan op “vliegveld” Schiphol. Verder zijn er foto’s van de openingsvergadering in het Olympisch Stadion, het Begijnhof, de verschillende sectievergaderingen, de nieuwbouwwijken en de versierde straten in Amsterdam, de vele bruidsmeisjes met hun witte jurkjes en hun grote strikken in het haar, de kindercommunie in het stadion waar “de kinderen in lange rijen optrekken ter H. Tafel”, en tot slot de kardinaalsmis en de processie in het stadion.
Aan deze slotviering namen naar schatting 70.000 tot 80.000 mensen deel. Dit 27e Internationaal Eucharistisch Congres wordt wel gezien als het hoogtepunt in het Rijke Roomse Leven in Nederland. Hieronder volgt een foto-impressie uit dit herinneringsalbum.
6. Vervolg van de eucharistische congressen
Het 53e Internationaal Eucharistisch Congres zal dit jaar 2024 plaatsvinden in Quito, de hoofdstad van Ecuador. De wijze van houden van een Internationaal Eucharistisch Congres verandert natuurlijk naar tijd en plaats, maar de bijdrage ervan aan de wereldvrede heeft na bijna 150 jaar nog niets aan betekenis verloren. Integendeel. Het motto ervan, zoals vastgesteld kort na het eerste Internationaal Eucharistisch Congres in Rijsel (Lille) in 1881: Het redden van de maatschappij door de Eucharistie is in onze tijd actueler dan ooit. Net zoals de woorden van pater Eymard in zijn artikel “Le siècle de l’Eucharistie” (“De eeuw van de Eucharistie”) van juli 1864 over de terugkeer naar Jezus in de Eucharistie profetisch waren, zo mogen ook wij nu ervaren dat wij de vrede, die iedere mens van nature verlangt, niet op eigen kracht kunnen realiseren. Alleen Jezus, gekruisigd en verrezen, kan en wil ons zijn vrede geven, een vrede die de wereld ons niet kan geven. (Joh. 14,27) Jezus is niet gekomen om de wereld te veroordelen, maar om haar te redden. (Joh. 12,47b) Hij verzekert ook ons nu: “Weliswaar leeft gij in de wereld in verdrukking, maar hebt goede moed: Ik heb de wereld overwonnen”. (Joh. 16,33) Als deze Schriftwoorden, die woorden van eeuwig leven zijn, niet op werkelijkheid zouden berusten, zouden wij ze na tweeduizend jaar niet meer tot ons nemen. Laten wij ons telkens opnieuw uitgenodigd weten om ons door geloof en bekering te blijven wenden tot Jezus, “Het Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt”. (Joh. 1,29) Deze woorden van Johannes de Doper herhalen wij elke eucharistieviering (H. Mis) voordat wij te communie gaan.
In het Onzevader heeft Jezus ons geleerd te bidden dat Gods Rijk mag komen en dat zijn wil mag geschieden op aarde zoals in de hemel. In onze geloofsbelijdenis (het credo) belijden wij dat God de Schepper is, niet alleen van de aarde, ook van de hemel; niet alleen van het zichtbare (ons lichaam, dat een tempel is van de heilige Geest), ook van het onzichtbare (ons geweten, onze ziel). Wij sluiten onze geloofsbelijdenis af met de woorden: “Ik geloof in de vergeving van de zonden, de verrijzenis van het lichaam en het eeuwig leven. Amen”.
Pater Gerard Wijers s.s.s.
Amsterdam, februari 2024