Tijd om te rijpen
De Veertigdagentijd start op Aswoensdag
Op Valentijdsdag 14 februari start met de viering van Aswoensdag de Veertigdagentijd, vanouds ook wel de Vastentijd genoemd. Veertig dagen bereiden we ons voor op Pasen, het feest van de opstanding en het nieuwe leven. Het is het belangrijkste feest voor christenen, voorafgegaan door de indringende dagen van het Paastriduüm: Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Paaszaterdag.
Wie echter goed telt vanaf Aswoensdag tot Pasen komt uit op zesenveertig dagen. Maar de zondagen van de Veertigdagentijd gelden niet als ‘vastendagen’. We vieren immers iedere zondag Pasen. Het vasten heeft in de afgelopen vijftig jaar andere vormen gekregen. Waar vroeger streng gevast werd, kennen we nu nog twee verplichte dagen van ‘vasten en onthouden’, te weten Aswoensdag en Goede Vrijdag. Toch worden we in de Veertigdagentijd opgeroepen tot matigheid.
Sober maar niet somber
Al vieren we iedere zondag Pasen, ook de zondagen van de Veertigdagentijd zijn sober. De kleur van de liturgie is paars, de kleur van de bezinning. Er worden geen ‘gloria’ en ‘alleluia’s’ gezongen, het orgel speelt beperkt en bloemen blijven achterwege. Het is echter geen sombere tijd, want we zien door lijden en kruis heen uit naar het nieuwe leven. En Jezus zelf zegt in het evangelie: “Als u vast, zet dan geen somber gezicht op en laat niet aan de mensen zien dat u vast, (...) maar vast voor uw Vader die in het verborgene is” (Mt. 6,16-18).
Askruisje
Dit citaat komt uit het evangelie van Aswoensdag, de dag waarop we een askruisje ontvangen. De palmtakjes van het jaar daarvoor worden verbrand tot as en de priester en/of diaken spreekt dan bij het opleggen van de as de woorden: Gedenkt dat ge stof zijt en tot stof zult wederkeren. Of een meer uitnodigende tekst: Bekeert u en gelooft in het evangelie. Het opleggen van de as is een oud gebruik. Al in de tijd van Jezus zaten mensen, die ernstige zonden begaan hadden, in het voorportaal van de tempel, gekleed in een sober gewaad en met as op het hoofd als teken van boetedoening. In Nederland hebben we daar nog het spreekwoord ‘in zak en as zitten’ aan overgehouden.
Boete en verzoening
Maar daar hoeven we niet in te blijven zitten, als wij zelf onze fouten en tekortkomingen onder ogen durven zien. De Veertigdagentijd is daarom bij uitstek ook de tijd om het Sacrament van boete en verzoening te ontvangen. Iedere katholiek is nog altijd verplicht tenminste één keer per jaar te biechten, de zogeheten paasbiecht. Het is een prachtig sacrament, dat niet meer per se in een biechtstoel hoeft te worden uitgesproken, maar ook het resultaat kan zijn van een persoonlijk gesprek met een priester, bij wijze van spreken aan de keukentafel. Het heeft in het verleden gelovigen misschien niet altijd gesterkt door het wat dwingende karakter en de vorm. Maar dit sacrament wordt door steeds meer mensen, en ook met name door jongeren, herontdekt als betekenisvol en heilzaam.
Bid, vast en doe
De Veertigdagentijd vraagt dus om matigheid (vasten) en meer gebed en verzoening, om zo meer aandacht te hebben voor onze relatie met God en onze naasten. Betrokken zijn op hen, die aan onze zorgen zijn toevertrouwd of die onze hulp nodig hebben, vertaalt zich ook in de Vastenactie, die ieder jaar landelijk wordt gehouden, en waarbij parochies en andere gemeenschappen projecten omarmen, die financieel en middels ons gebed gesteund kunnen worden.
Een prachtige tijd
De Veertigdagentijd kan een prachtige tijd zijn als we er in ons persoonlijk leven ruimte voor maken. We kunnen daarbij geholpen worden door mooie muziek die voor deze tijd geschreven is, door bezinnende teksten, fysieke of online retraites, en de liturgie van de zondagen die ons meevoert naar die diepere relatie, die God door zijn zoon Jezus met ons is aangegaan. Dat het daarmee ook een tijd van hoop en bemoediging mag zijn, is iets wat we elkaar aan het begin van de Veertigdagentijd van harte mogen toewensen.