De adventskalender
Met voorpret aftellen naar het hoogfeest
In landelijke media deze berichten dat adventkalenders dit jaar niet zijn aan te slepen. Er is een verband met de coronacrisis. De adventskalender helpt ons, ieder dag een stapje richting het licht, naar een eindpunt. In SamenKerk van november 2019 verscheen dit artikel over de adventskalender.
De Adventskalender
De advent is die heerlijke tijd van voorbereiding op het feest van Kerstmis. Het begint al op de vierde zondag vóór Kerstmis. Een tijd vol verwachting en met prachtige liturgische gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan het paars dat op de derde zondag (zondag gaudete) wordt vervangen door rozerood, aan de adventskrans, de O-antifonen en aan de talloze kaarsjes van de Gulden Mis op quatertemperwoensdag.
Maar er zijn in deze periode naar het vieren van de geboorte van Christus (Latijn: adventus = komst) nog meer volkskundige gebruiken. Zoals het midwinterhoornblazen, het Sint Thomasluiden en... de adventskalender. Al sinds het midden van de negentiende eeuw is een dergelijke kalender in huiselijke kring in gebruik. Een mooie traditie die van oudsher sterk in de Lutherse kerk, maar nu zeker ook in het katholieke Zuid-Duitsland en Oostenrijk leeft. De kalender kan op heel verschillende manieren zijn vormgegeven maar altijd is het aftelsysteem tot het Kerstfeest aanwezig.
Bij adventskalenders zijn er twee mogelijkheden: hij richt zich op het kerkelijk jaar of op het burgerlijk kalenderjaar. In het eerste geval begint de kalender op de eerste adventszondag (tussen 27 november en 3 december) en loopt tot Kerstmis en soms tot Driekoningen. In het tweede geval begint hij op 1 december en stopt op 24 december. In beide gevallen begeleidt de kalender het wachten terwijl het tegelijkertijd de voorpret vormgeeft en verhoogt. Dat heeft het met de adventskrans gemeen.
Tegenwoordig worden in Nederland veel adventskalenders voor kinderen gemaakt, maar er zijn ook kalenders voor volwassenen. Meest bedrukt met kerstmotieven, winterse sfeerbeelden en voorzien van luikjes waarachter chocolade, spreuken, plaatjes of kleine verrassingen. Het aftellen naar het grote feest blijft centraal staan.
Er zijn ook varianten. In Scandinavische landen gebruikt men ook wel een kaars. Met meet de tijd af door markeringen in de kaars aan te brengen; dagelijks brandt men haar dan net zo lang tot de volgende markering bereikt is. Soms hangen er 24 afbeeldingen aan de huiskamermuur of er staan op de kamerdeur of -muur 24 krijtstrepen waarvan de kinderen dan dagelijks een streep mogen uitvegen.
In Duitse katholieke gezinnen legt men ook wel dagelijks een strohalm in een kribje, elke dag één tot ‘Heiligen Abend’. Bijzonder zijn de zogeheten ‘engelenladders’ waarop men een engel elke dag een tree hoger kan zetten.
Tegenwoordig worden ook moderne media ingezet om greep te krijgen of het aftellen van de dagen. Men vindt ze op internet. Zelfs hele gebouwen, meestal raadhuizen, kunnen tot adventskalender worden omgetoverd. De voorgevel dient dan als kalenderblad. Een beroemd voorbeeld is het stadhuis van Wenen. In dorpen en steden wordt ook wel eens een venster als ‘adventsluik’ gebruikt. Het venster krijgt dan ook een cijfer dat verwijst naar de dag in de adventstijd en als levende adventskalender kunnen er kerstliederen en -verhalen worden verteld.
Recent komt ook een omgekeerde adventskalender voor. In plaats dat men iets krijgt, geeft men iets, vergelijkbaar met vastenacties achterin kerken. Dagelijks geeft men wat levensmiddelen die met Kerst aan een liefdadigheidsinstelling worden geschonken.
Michel Bakker
Online Adventskalenders
De Nederlandse Kerkprovincie en Kinderen bidden voor Kinderen bieden een online adventskalender: