Vierde Werelddag van de Armen
Gebed tot God en solidariteit met de armen en lijdenden niet te scheiden
In zijn boodschap voor de vierde Werelddag van de Armen, die op zondag 15 november door de Rooms-Katholieke Kerk wordt gevierd, neemt paus Franciscus het boek ‘Wijsheid van Jezus Sirach’ als inspiratie. Hij concludeert daaruit dat het gebed tot God en de solidariteit met de armen en de lijdenden niet van elkaar te scheiden zijn.
‘Om een eredienst te vieren die de Heer welgevallig is, is het noodzakelijk te erkennen dat iedere persoon, ook de meest behoeftige en verachte, het ingeprente beeld van God in zich draagt. Uit deze aandacht komt de gave van de goddelijke zegen voort, aangetrokken door edelmoedigheid, in praktijk gebracht ten opzichte van de armen. Daarom mag de tijd die aan het gebed moet worden gewijd, nooit een alibi worden om de naaste in moeilijkheden te verwaarlozen. Het tegengestelde is waar: de zegen van de Heer daalt over ons neer en het gebed bereikt zijn doel, wanneer zij gepaard gaan met de dienst aan de armen’, zegt de paus.
Strek uw hand uit naar de arme
“Strek uw hand uit naar de arme” staat in de Wijsheid van Jezus Sirach (Sir. 7, 32). Deze oude wijsheid stelt deze woorden voor als een wet om in het leven te volgen. De paus zegt over deze woorden: ‘Zij weerklinken vandaag met heel hun betekenisvolle lading om ook ons te helpen de blik te richten op het wezenlijke en de grenzen van onverschilligheid te overwinnen. De armoede neemt steeds een ander gezicht aan, dat aandacht vraagt voor steeds verschillende situaties: in iedere situatie kunnen wij de Heer Jezus ontmoeten, die heeft geopenbaard dat Hij tegenwoordig is in zijn zwakste broeders en zusters (vgl. Mat. 25, 40).’
De paus zegt dat de Kerk weliswaar geen alles omvattende oplossingen te bieden heeft, maar de Kerk biedt met de genade van Christus haar getuigenis en gebaren van samen delen aan. ‘Zij voelt zich bovendien verplicht de problemen voor het voetlicht te brengen van hen die niet het noodzakelijke hebben om van te leven. Om iedereen te herinneren aan de grote waarde van het gemeenschappelijk welzijn, is voor christenen een verplichting voor het leven, die wordt gerealiseerd in het streven om niemand te vergeten van degenen wier menszijn wordt geschonden omdat niet aan hun basisbehoeften wordt voldaan.’