Bisdom Haarlem-Amsterdam








Brief van kardinaal Sarah

gepubliceerd: maandag, 28 september 2020

Kar­di­naal Robert Sarah, prefect van de Con­gre­ga­tie voor de God­de­lijke Eredienst en de Discipline van de Sacra­menten, heeft een brief gestuurd naar de bis­schop­pen over de hele wereld, waarin hij aan­dringt - met inachtne­ming van de juiste vei­lig­heidsprotocollen zoals die tij­dens de corona­vi­rus-pandemie zijn opge­steld - op een terug­keer naar de deelname aan de Eucha­ris­tie.

Hier­on­der vindt u een samen­vat­ting van de voor­naamste passages uit deze brief:

foto: Wim Koopman
Kardinaal Robert Sarah

Laten we met vreugde te­rug­ke­ren naar de Eucha­ris­tie!

Brief over de vie­ring van de li­tur­gie tij­dens en na de COVID 19-pandemie aan de voor­zit­ters van de bis­schop­pen­con­fe­ren­ties van de katho­lie­ke kerk.

De pandemie veroor­zaakt door het Covid 19-virus heeft niet alleen tot opschud­ding geleid in de dyna­miek van het sociale- en ge­zins­le­ven, de economie, het onder­wijs en het werk, maar ook in het leven van de chris­te­lijke ge­meen­schap, inclusief de li­tur­gische dimensie. Om de versprei­ding van het virus te voor­ko­men, was een strikte social distancing nodig, wat zijn weer­slag had op een fun­da­men­teel kenmerk van het chris­te­lijk leven: "Want waar er twee of drie verenigd zijn in mijn Naam, daar ben Ik in hun mid­den" (Mt 18:20); “Zij leg­den zich erns­tig toe op de leer der apos­te­len, bleven trouw aan het gemeen­schap­pe­lijk leven en ijverig in het breken van het brood en in het gebed. Allen die het geloof had­den aan­ge­no­men, waren eens­ge­zind en bezaten alles gemeen­schap­pe­lijk.” (Han­de­lin­gen 2: 42-44).

...

“De chris­te­lijke ge­meen­schap heeft nooit het isole­ment gezocht en heeft de kerk nooit tot een stad met gesloten deuren gemaakt ... In de nood­si­tua­tie van de pandemie is met groot verant­woor­de­lijk­heids­ge­voel geluisterd naar en samen­ge­werkt met over­heid en experts. De Con­gre­ga­tie spreekt grote dank­baar­heid uit naar de bis­schop­pen die met urgentie moei­lijke en pijn­lijke besluiten moesten nemen in een onvoor­ziene en complexe situatie. Dit ging zelfs zover dat de gelo­vi­gen voor een lange periode uit­ge­slo­ten waren van deelname aan de Eucha­ris­tie­vie­ring.

De tijd is aangebroken voor een volgende stap. De kar­di­naal ver­volgt:

“Zodra de omstan­dig­he­den het echter toelaten, is het nood­za­ke­lijk en dringend om terug te keren naar de normali­teit van het chris­te­lijk leven, dat het kerk­ge­bouw als thuis heeft en de vie­ring van de li­tur­gie, in het bij­zon­der de Eucha­ris­tie, als ‘het hoogte­punt, waarop de ac­ti­vi­teit van de Kerk zich richt, en tevens de bron, waaruit heel haar kracht voort­komt’ (Sacrosanctum Concilium, 10).”

In de afgelopen periode hebben we de waarde van het eucha­ris­tisch vasten ontdekt:

“In het besef dat God de mens­heid die Hij heeft geschapen nooit in de steek laat, en dat zelfs de zwaarste be­proe­vingen vruchten van genade kunnen voort­bren­gen, hebben we onze afstand tot het altaar van de Heer aanvaard als een tijd van eucha­ris­tisch vasten, nut­tig voor ons om het vitale belang, de schoon­heid en onmete­lijke kost­baar­heid te heront­dek­ken. Maar zodra het moge­lijk is, moeten we naar de Eucha­ris­tie te­rug­ke­ren met een gezuiverd hart, met een hernieuwde verba­zing, met een groter verlangen om de Heer te ont­moe­ten, bij Hem te zijn, Hem te ont­van­gen en Hem naar onze broe­ders en zusters te brengen. met het ge­tui­ge­nis van een leven vol geloof, hoop en liefde.”

Uitgezon­den vie­rin­gen kunnen de fysieke deelname aan Eucha­ris­tie­vie­ring niet ver­vangen bena­drukt kar­di­naal Sarah:

“Zozeer als de com­mu­ni­ca­tie­mid­de­len een waarde­volle dienst bewijzen aan de zieken en degenen die niet naar de kerk kunnen gaan, en een grote dienst hebben bewezen in de uitzen­ding van de Heilige Mis in een tijd dat er geen moge­lijk­heid was voor ge­meen­schaps­vie­ringen, geen tv-vie­ring is te ver­ge­lij­ken met per­soon­lijke deelname of kan deze ver­vangen... Dit fysieke contact met de Heer is essentieel, onmis­baar en onver­vang­baar. Zodra de concrete maat­regelen die kunnen wor­den geno­men om de versprei­ding van het virus tot een minimum te beperken in kaart zijn gebracht en geïmple­men­teerd, is het nood­za­ke­lijk dat allen hun plaats in de sa­men­komst als broers en zussen her­vat­ten...”

Kar­di­naal Sarah maakt een vergelij­king tussen onze tijd en de tijd van de mar­te­la­ren. Hij schrijft:

“Deze tijd van ontbe­ring geeft ons de genade om het hart van onze broe­ders en zusters te begrijpen, de mar­te­la­ren van Abitinae (begin 4e eeuw), die ondanks een zeker doodvonnis hun rechters met serene vastbera­den­heid ant­woord­den...”

Zij geven ons ter over­den­king:

“ --- We kunnen niet leven, christen zijn, onze men­se­lijk­heid en de verlangens naar het goede en geluk die in ons hart wonen volle­dig verwezen­lijken zon­der het Woord van de Heer...

--- We kunnen niet als chris­te­nen leven zon­der deel te nemen aan het kruisoffer waarin de Heer Jezus zich­zelf zon­der voorbehoud geeft...

-- We kunnen niet zon­der het feestmaal van de Eucha­ris­tie, de tafel van de Heer waaraan we zijn uit­ge­no­digd als zonen en dochters...

--- We kunnen niet zon­der de chris­te­lijke ge­meen­schap, het gezin van de Heer...

--- We kunnen niet zon­der het huis van de Heer zijn, dat ons thuis is...

--- We kunnen niet zon­der de dag des Heren, zon­der de zon­dag die licht en bete­ke­nis geeft aan de opeen­volgende dagen van werken en aan gezins- en sociale verant­woor­de­lijk­he­den.”

Kar­di­naal Sarah ver­volgt met enige aanspo­ringen voor de bis­schop­pen en sluit zijn brief af met de volgende woor­den:

“De Kerk zal de men­se­lijke persoon als geheel blijven koes­te­ren. Laten we ons daarom vol ver­trouwen aan Gods genade toe­ver­trou­wen, de voor­spraak van de Heilige Maagd Maria inroepen, salus infirmorum en auxilium christianorum. Voor al diegenen die zwaar op de proef wor­den gesteld door de pandemie en elke andere aandoe­ning, laten we volhar­den in gebed voor hen die dit leven hebben verlaten, en laten we tege­lijker­tijd onze intentie vernieuwen om getuigen te zijn van de Verrezene en aankon­digers van een vaste hoop, die de grenzen van deze wereld overstijgt.”

+ Kar­di­naal Robert Sarah

De brief is geda­teerd op 15 au­gus­tus 2020, Hoog­feest van de Ten­hemel­op­ne­ming van de Heilige Maagd Maria.





Bisdom Haarlem - Amsterdam • Postbus 1053 • 2001 BB  Haarlem • (023) 511 26 00 • info@bisdomhaarlem-amsterdam.nlDisclaimerDeze website is gerealiseerd door iMoose