Brief van kardinaal Sarah
Kardinaal Robert Sarah, prefect van de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten, heeft een brief gestuurd naar de bisschoppen over de hele wereld, waarin hij aandringt - met inachtneming van de juiste veiligheidsprotocollen zoals die tijdens de coronavirus-pandemie zijn opgesteld - op een terugkeer naar de deelname aan de Eucharistie.
Hieronder vindt u een samenvatting van de voornaamste passages uit deze brief:
Laten we met vreugde terugkeren naar de Eucharistie!
Brief over de viering van de liturgie tijdens en na de COVID 19-pandemie aan de voorzitters van de bisschoppenconferenties van de katholieke kerk.
De pandemie veroorzaakt door het Covid 19-virus heeft niet alleen tot opschudding geleid in de dynamiek van het sociale- en gezinsleven, de economie, het onderwijs en het werk, maar ook in het leven van de christelijke gemeenschap, inclusief de liturgische dimensie. Om de verspreiding van het virus te voorkomen, was een strikte social distancing nodig, wat zijn weerslag had op een fundamenteel kenmerk van het christelijk leven: "Want waar er twee of drie verenigd zijn in mijn Naam, daar ben Ik in hun midden" (Mt 18:20); “Zij legden zich ernstig toe op de leer der apostelen, bleven trouw aan het gemeenschappelijk leven en ijverig in het breken van het brood en in het gebed. Allen die het geloof hadden aangenomen, waren eensgezind en bezaten alles gemeenschappelijk.” (Handelingen 2: 42-44).
...
“De christelijke gemeenschap heeft nooit het isolement gezocht en heeft de kerk nooit tot een stad met gesloten deuren gemaakt ... In de noodsituatie van de pandemie is met groot verantwoordelijkheidsgevoel geluisterd naar en samengewerkt met overheid en experts. De Congregatie spreekt grote dankbaarheid uit naar de bisschoppen die met urgentie moeilijke en pijnlijke besluiten moesten nemen in een onvoorziene en complexe situatie. Dit ging zelfs zover dat de gelovigen voor een lange periode uitgesloten waren van deelname aan de Eucharistieviering.
De tijd is aangebroken voor een volgende stap. De kardinaal vervolgt:
“Zodra de omstandigheden het echter toelaten, is het noodzakelijk en dringend om terug te keren naar de normaliteit van het christelijk leven, dat het kerkgebouw als thuis heeft en de viering van de liturgie, in het bijzonder de Eucharistie, als ‘het hoogtepunt, waarop de activiteit van de Kerk zich richt, en tevens de bron, waaruit heel haar kracht voortkomt’ (Sacrosanctum Concilium, 10).”
In de afgelopen periode hebben we de waarde van het eucharistisch vasten ontdekt:
“In het besef dat God de mensheid die Hij heeft geschapen nooit in de steek laat, en dat zelfs de zwaarste beproevingen vruchten van genade kunnen voortbrengen, hebben we onze afstand tot het altaar van de Heer aanvaard als een tijd van eucharistisch vasten, nuttig voor ons om het vitale belang, de schoonheid en onmetelijke kostbaarheid te herontdekken. Maar zodra het mogelijk is, moeten we naar de Eucharistie terugkeren met een gezuiverd hart, met een hernieuwde verbazing, met een groter verlangen om de Heer te ontmoeten, bij Hem te zijn, Hem te ontvangen en Hem naar onze broeders en zusters te brengen. met het getuigenis van een leven vol geloof, hoop en liefde.”
Uitgezonden vieringen kunnen de fysieke deelname aan Eucharistieviering niet vervangen benadrukt kardinaal Sarah:
“Zozeer als de communicatiemiddelen een waardevolle dienst bewijzen aan de zieken en degenen die niet naar de kerk kunnen gaan, en een grote dienst hebben bewezen in de uitzending van de Heilige Mis in een tijd dat er geen mogelijkheid was voor gemeenschapsvieringen, geen tv-viering is te vergelijken met persoonlijke deelname of kan deze vervangen... Dit fysieke contact met de Heer is essentieel, onmisbaar en onvervangbaar. Zodra de concrete maatregelen die kunnen worden genomen om de verspreiding van het virus tot een minimum te beperken in kaart zijn gebracht en geïmplementeerd, is het noodzakelijk dat allen hun plaats in de samenkomst als broers en zussen hervatten...”
Kardinaal Sarah maakt een vergelijking tussen onze tijd en de tijd van de martelaren. Hij schrijft:
“Deze tijd van ontbering geeft ons de genade om het hart van onze broeders en zusters te begrijpen, de martelaren van Abitinae (begin 4e eeuw), die ondanks een zeker doodvonnis hun rechters met serene vastberadenheid antwoordden...”
Zij geven ons ter overdenking:
“ --- We kunnen niet leven, christen zijn, onze menselijkheid en de verlangens naar het goede en geluk die in ons hart wonen volledig verwezenlijken zonder het Woord van de Heer...
--- We kunnen niet als christenen leven zonder deel te nemen aan het kruisoffer waarin de Heer Jezus zichzelf zonder voorbehoud geeft...
-- We kunnen niet zonder het feestmaal van de Eucharistie, de tafel van de Heer waaraan we zijn uitgenodigd als zonen en dochters...
--- We kunnen niet zonder de christelijke gemeenschap, het gezin van de Heer...
--- We kunnen niet zonder het huis van de Heer zijn, dat ons thuis is...
--- We kunnen niet zonder de dag des Heren, zonder de zondag die licht en betekenis geeft aan de opeenvolgende dagen van werken en aan gezins- en sociale verantwoordelijkheden.”
Kardinaal Sarah vervolgt met enige aansporingen voor de bisschoppen en sluit zijn brief af met de volgende woorden:
“De Kerk zal de menselijke persoon als geheel blijven koesteren. Laten we ons daarom vol vertrouwen aan Gods genade toevertrouwen, de voorspraak van de Heilige Maagd Maria inroepen, salus infirmorum en auxilium christianorum. Voor al diegenen die zwaar op de proef worden gesteld door de pandemie en elke andere aandoening, laten we volharden in gebed voor hen die dit leven hebben verlaten, en laten we tegelijkertijd onze intentie vernieuwen om getuigen te zijn van de Verrezene en aankondigers van een vaste hoop, die de grenzen van deze wereld overstijgt.”
+ Kardinaal Robert Sarah
De brief is gedateerd op 15 augustus 2020, Hoogfeest van de Tenhemelopneming van de Heilige Maagd Maria.