Bezoek aan vluchtelingen in de Koepel in Haarlem
Op vrijdag 16 oktober bracht een delegatie van verschillende geloofsrichtingen uit Haarlem een bezoek aan de vluchtelingen die opgevangen worden in de voormalige Koepelgevangenis aldaar.
De delegatie bestond uit Mgr. Hendriks, hulpbisschop van het RK bisdom Haarlem-Amsterdam, de heer Bhoelan, Islamitische Raad van Haarlem, ds. B. Luttikhuis van de Bavokerk te Haarlem en voorzitter van de Voedselbank, pére Saliba van de Maronitische gemeenschap en dhr. E. Meyknecht, van de caritas van het RK bisdom Haarlem-Amsterdam.
Dit is het verslag van de ontmoeting.
De Koepel
Surrealistischer zal je het haast niet krijgen. Staande op de binnenplaats van een oude gevangenis, onder een geweldige koepel omringend door vluchtelingen. Pére Saliba, afkomstig uit Libanon, sprak Arabisch en Frans. De hulpbisschop sprak een beetje Frans. Geflankeerd door dominee Luttikhuis en de heer Bhoelan werden ze omringd door jonge mensen, mannen en vrouwen, afkomstig uit Syrië. Hun vragen waren indringend. Ze waren blij met de opvang. Blij dat ze veiligheid en rust hadden gevonden. Maar hoe zou het nu verder gaan?
De vluchtelingen
Zo’n driekwart van de bewoners komt uit Syrië. Verder uit Afghanistan, Irak, Eritrea en een klein aantal uit andere landen. Van de vierhonderd bewoners in de Koepel zijn er zo’n honderd vrouw. Zij hebben een eigen afdeling, afgezonderd van de mannen. Wat opvalt is hun leeftijd. De meeste zijn jong, in de kracht van hun leven. De jonge mannen zijn gevlucht omdat ze niet in het leger wilde vechten of in een militie. De vrouwen omdat ze vreesden voor hun eer en leven. Sommigen zijn gevlucht omdat ze als christen bedreigd werden. Volgens sommige moslims staan christenen per definitie aan de kant van Assad, de huidige dictator. Ze hebben allemaal geliefden achter moeten laten, de zon, de warmte en hun thuis. Vaak is daar niets meer van over.
De opvang
Een paar weken geleden kreeg het Centrale Orgaan opvang Asielzoekers, het COA en verantwoordelijk voor de noodopvang van vluchtelingen in ons land, de mogelijkheid om mensen op te vangen in de oude Koepelgevangenis van Haarlem. Binnen één dag stonden er vierhonderd mensen voor de deur. Er was niets! Al improviserend en lange dagen werkend, slaagden de medewerkers erin om de basis benodigdheden op de plaats te krijgen. Van dekens tot toiletpapier. Sommige dingen duren wat langer. Zoals de sloten op de celdeuren. Van binnen konden die niet op slot, wel van buiten. Maar de opvang is niet bedoeld om mensen op te sluiten.
De opvang is een noodopvang. Dat wil zeggen dat mensen een bed-, bad- en broodregeling krijgen. Ze krijgen onderdak, eten, er is een wasgelegenheid en verder beveiliging en medische zorg. Ze krijgen géén verblijfsvergunning, géén zak- of leefgeld, géén huis, géén baan en géén uitsluitsel over hun toekomst in dit land. Dat gebeurt pas als ze in de asielprocedure gaan. En wanneer dat is weet niemand.
De delegatie
We hadden niet veel te bieden. Een bezoek vanuit het geloof ligt bovendien gevoelig. Wordt niemand voorgetrokken? Wordt er niet geëvangeliseerd? Wakkeren we onderhuidse spanningen juist niet aan, zonder daar zelf bewust van te zijn. Het COA verwelkomt bezoek, maar vraagt ook respect voor hun taak om de veiligheid en rust te bewaren. Toch wilde de delegatie een duidelijk signaal afgeven door met verschillende geloofsrichtingen te komen. Daardoor konden wij ook verschillende groepen mensen aanspreken.
Op dit moment is het belangrijkste probleem dat er geen of weinig afleiding is voor de bewoners. Zowel moskee als kerk besloten die avond de handen ineen te slaan. Verschillende ideeën kwamen naar boven. Besloten werd om deze ideeën om te zetten in concrete plannen en om daar gezamenlijk uitvoering aan te geven. En ook dat maakte het bezoek bijzonder.
Ernst Meyknecht, Dienst Caritas RK bisdom Haarlem-Amsterdam