Bisdom Haarlem-Amsterdam









Homilie Mgr. Van den Hende - vrijdag 6 december

Santa Maria Maggiore

gepubliceerd: woensdag, 22 januari 2014

Broe­ders en zusters in Christus. We zijn al bijna weer aan het einde van onze ‘visitatio ad limina apostolorum’ als bis­schop­pen, als pelgrims onderweg, naar de graven van de apos­te­len Petrus en Paulus. Maan­dag mochten we in de Sint Pieter de eucha­ris­tie vieren. Dins­dag waren wij in de ka­the­draal van de bis­schop van Rome, de basiliek van Sint Jan van Lateranen. Eergis­te­ren waren we bij het graf van de apostel Paulus en vandaag in deze kerk die toegewijd is aan Maria, de Moeder Gods. De Moeder Gods die ook de moe­der van de Kerk is.

foto: Ramon Mangold
foto: Ramon Mangold

Dagen als pelgrims in Rome. We had­den ons goed voor­be­reid want we hebben ervoor gebe­den. En we hebben ons voor­be­reid door onze rapporten te maken. Een beschrij­ving van de situatie van de Kerk in ons land wat betreft de kerk­pro­vin­cie als geheel en een beschrij­ving van ieder bisdom, iedere par­ti­cu­liere Kerk, afzon­der­lijk. Dat hebben we als voor­be­rei­ding op deze visitatio gedaan. En nu we hier in Rome zijn deze week zijn al onze mede­ge­lo­vigen, zijn al onze pa­ro­chies, zijn ook de reli­gi­euzen met wie wij onze Kerk in Neder­land mogen vormen, in ons hart, in ons gebed. En we weten dat veel mensen thuis met ons meebid­den. In die zin is de Kerk voort­du­rend een uit­wis­se­ling van gebed, van genadegaven van de Heer.

Bespre­kingen, ont­moe­tingen. Heel in het bij­zon­der de ont­moe­ting met de heilige vader. We mochten rond hem in een kring zitten en we hebben met hem ge­spro­ken over ons geloof in Jezus, over ons geloof als bron van hoop en vreugde, en over onze opdracht als bis­schop­pen, als her­ders in de Kerk. Bij de graven van de apos­te­len hebben wij onze ver­bon­den­heid in geloof bena­drukt. Het geloof is niet pas bij ons be­gon­nen. Het is reeds in de harten gelegd van de grote geloofs­ver­kon­di­gers Petrus en Paulus. En de paus, in zijn toe­spraak die we meekregen, bidt voor ons -zo zegt hij aan het einde- en hij wijdt ons toe aan Maria die de Moeder van de Kerk is.

Als wij vandaag in deze basiliek zijn, mogen wij heel bij­zon­der in ver­bon­den­heid bid­den met Maria de Moeder Gods, die het aandurfde om in kracht van de heilige Geest te zeggen: Mij geschiede naar uw woord (Lc. 1, 38). “Dat met mij moge gebeuren wat U van mij vraagt, God.”

In ver­bon­den­heid met Maria, staan we stil bij haar leven in geloof. Al zijn de passages in het evan­ge­lie en in de Han­de­lin­gen van de Apos­te­len niet talrijk, het wordt dui­de­lijk dat Maria de gelo­vi­ge bij uitstek is die haar leven heeft toe­ver­trouwd aan de Heer. Die beeld is van de Kerk, omdat zij haar hart opende voor Gods plan met onze wereld, haar hart opende voor Gods ge­schie­de­nis met ons mensen. En eenmaal moe­der gewor­den van Gods Zoon was zij voort­du­rend betrokken op Gods plannen. Er staat meer­dere keren dat zij alles bewaarde in haar hart (Lc. 2, 19.51). Dat betekent dat ze bad, dat ze ook overwoog wat ze te zien en te horen kreeg, en dat ze ook voort­du­rend betrokken is geweest op haar Zoon. Hij was altijd onderweg, want de Heer zegt zelf: Ik heb zelfs geen steen om mijn hoofd op te leggen. En de apos­te­len trokken met Hem mee. En het komt voor dat Maria laat vragen: Wanneer kom je weer eens bij ons? Wanneer kom je weer eens thuis? En dan zegt de Heer: Mijn broers en zussen zijn zij die de wil van de Vader doen (Mt. 12, 46-50). De ‘familia Dei’ die mag groeien door Gods liefde, door de kracht van de heilige Geest en door de toe­wij­ding van zovelen, met op de eerste plaats Maria.

Maria was aanwe­zig op hele be­lang­rijke momenten in onze ge­schie­de­nis met de Heer. Vandaag in het evan­ge­lie hoor­den we hoe zij tot onder het kruis trouw bleef aan haar zoon. Het zal je maar gebeuren, als je kind te sterven hangt. Het zal je maar gebeuren, als degene van wie je zielsveel houdt en waar je je hele leven aan hebt toegewijd, ster­ven­de is. Door kwaad van anderen, terwijl Hij louter liefde en nog eens liefde heeft getoond en gegeven. En onder dat kruis daar is het waar Maria wer­ke­lijk nogmaals woor­den van haar Zoon mag ver­ne­men: Vrouw, zie daar uw zoon, zoon zie daar uw moe­der (Joh. 19, 26-27).

Vanouds heeft de Kerk deze bij­zon­dere woor­den van de Heer verstaan als een bemoe­diging, als een geschenk, dat Maria ons is gegeven als moe­der van de Kerk. Dat zij die toegewijd is aan haar Zoon ook toegewijd wil zijn aan ons, pelgrims van geloof onderweg. En op de eerste plaats was zij dat in de nabij­heid van de apos­te­len. Jezus sterft, Hij geeft zijn leven aan het kruis en het moet voor de apos­te­len een moment geweest zijn dat alles uit hun han­den was geslagen. En Maria, de diep­bedroefde moe­der. Het was haar al gezegd: Uw hart zal wor­den doorboord door een zwaard (Lc. 2, 34). Zoveel verdriet heeft zij te dragen.

Maar na een aantal dagen, voorbij hoop en vrees, mag men horen, en mogen ook de apos­te­len en Maria horen, dat de Heer leeft, dat Hij is opgestaan, Hij is verrezen (Lc. 23, 5). En eenmaal verrezen is het be­lang­rijk om de band met de Heer nog meer te ver­die­pen. Als de apos­te­len Hem zien, met nog de gaten van de spijkers in de han­den en de voeten, komen zij lang­zaam weer tot groot ver­trouwen. Het staat zo mooi in de tijd na Pasen, dat ze vreug­de­vol waren, maar ook vol verba­zing. En Maria, zo lezen wij in de eerste lezing, uit het boek Han­de­lin­gen, verbindt zich met de apos­te­len om te bid­den om de kracht uit den hoge, om de kracht van de heilige Geest (Hand. 1, 12-14).

Het was de apos­te­len meer­dere keren beloofd, wanneer Jezus zei: Ik zal u een helper sturen die u alles in her­in­ne­ring roept en die u ook als trooster en als helper zal dienen. De ‘geest van de waar­heid’, ereti­tel van de heilige Geest (Joh. 14, 15-17.25-26). Maar dan, als de Heer gestorven is en verrezen, komt het moment om daar ont­vanke­lijk voor te wor­den, die belofte van Christus. En we horen vandaag hoe Maria met de leer­lin­gen samen in gebed is.

Broe­ders en zusters, Maria is niet weg te denken uit onze Kerk. Ze staat zo dicht bij het leven van haar Zoon dat ze er voor altijd mee verbon­den is. En omdat zij zo dicht bij die be­lang­rijke momenten in Gods heilsge­schie­de­nis aanwe­zig is bij de apos­te­len, mogen we er ook op ver­trouwen dat ze bij ons blijft met haar gebed, met haar geloof, met haar liefde.

Maria, gestorven, is ten hemel opgeno­men. Het Tweede Vati­caans Concilie (Lumen gentium) zegt: zij is een pelgrim bij uitstek die nu reeds deelt in het leven bij God, maar die met ons pelgrims blijft meebid­den, totdat ook wij de ont­moe­ting met de Heer hebben bereikt. Zo zijn we hier als bis­schop­pen van Neder­land bijeen in Rome. Pel­gri­merende bis­schop­pen, deel van het we­reld­wijde bis­schop­pen­col­lege met de paus als hoofd, en mensen die zich toe­ver­trou­wen in geloof aan Maria, die de eerste van alle gelo­vi­gen is. En als Maria zo dicht bij haar Heer is, bij zijn sterven aan het kruis, en bij de komst van de heilige Geest, dan mogen wij erop ver­trouwen dat zij -reeds bij haar Zoon, maar nog steeds verbon­den met ons pelgrims- ook op be­lang­rijke momenten in de ge­schie­de­nis van de Kerk met ons verbon­den blijft. Bidden wij dat ze ook vandaag ons met haar voor­bede, met haar voor­spraak mag sterken.

Er zijn veel ver­wach­tingen bij een ad limina bezoek en we zijn boven ver­wach­ting ge­sterkt in geloof, hoop en liefde. En mogen we ook dat geloof, die liefde en die hoop door­ge­ven aan allen met wie wij in Neder­land in geloof verbon­den zijn. Geven wat we ook zelf hebben ont­van­gen, door­ge­ven wat we ook zelf als geschenk hebben gekregen. We mogen Gods woord in onze mond nemen wanneer we aller­eerst zijn woord in ons hart bewaren. En de Heer heeft gezegd: Ik ben met u tot aan het einde van de wereld (Mt. 28, 20). Mogen wij als pelgrims, als pel­gri­merende bis­schop­pen, met ver­trouwen naar huis te­rug­ke­ren, in ver­bon­den­heid met de we­reld­wijde Kerk, verzekerd van het gebed van de heilige vader en in geloof verbon­den met Maria die pelgrim is bij uitstek en onze voor­spreek­ster elke dag opnieuw. Amen.





Bisdom Haarlem - Amsterdam • Postbus 1053 • 2001 BB  Haarlem • (023) 511 26 00 • info@bisdomhaarlem-amsterdam.nlDisclaimerDeze website is gerealiseerd door iMoose