Voorleesbrief 4e zondag van de Advent
Aan de priesters en diakens, pastoraal werkers en catechisten, en alle gelovigen in het bisdom Haarlem – Amsterdam
De afgelopen dagen hebben de media uitvoerig bericht over het eindrapport van de ‘commissie Deetman’ over misbruik van minderjarigen in de Nederlandse Kerk. Als bisschop van Haarlem - Amsterdam presenteer ik u hierbij de brief die de Nederlandse bisschoppen hierover hebben geschreven.
Graag willen wij op dit zware moment onze gevoelens met u delen. Wij menen oprecht heel ver te zijn gegaan in het openleggen van 65 jaar kerkgeschiedenis. Het veld van onderzoek voor de commissie was daarom heel breed. Het strekte zich uit over een zeer lange periode, waarin de Kerk zo’n 400 internaten telde, 2000 parochies, en nog meer katholieke scholen, tot in de jaren ’70 veelal geleid door priesters, broeders en zusters.
We hebben dit gedaan om de slachtoffers maximaal tegemoet te komen. Onze speciale zorg gold en geldt daarbij degenen, van wie het leed nooit door de Kerk is gezien en erkend. Wij willen hen alsnog de volle erkenning geven van de wonden die hen zijn toegebracht, en van de schuld die de Kerk in haar geheel daarvoor draagt. In ons bisdom heb ik ook zelf alle slachtoffers een gesprek aangeboden. Afgelopen zaterdag zijn twee van hen op onze uitnodiging aanwezig geweest bij de wijding van onze nieuwe hulpbisschop. Een moedig gebaar, waarvoor ik hen oprecht dankbaar ben.
Door de lange periode komt nu in één keer wel heel veel naar boven dat we eerlijk onder ogen moeten zien. Uit het rapport blijkt dat er een cesuur ligt rond 1980. Daarvóór ligt de overgrote meerderheid van de klachten. Daarná volgt een sterke daling. De laatste klacht van kindermisbruik in ons bisdom ligt enkele decennia terug. Toch is waakzaamheid geboden. We hebben dan ook alle aanbevelingen van de commissie overgenomen om misbruik in de toekomst zoveel mogelijk te voorkomen. Recht doen aan de slachtoffers enerzijds, en een nieuwe weg banen naar de toekomst anderzijds, dat was onze drijfveer bij dit onderzoek. Juist de tijd van Advent en Kerstmis is bij uitstek een tijd om ons hart en ons handelen open te leggen voor God en voor elkaar, opdat onze Nederlandse Kerk gezuiverd en gesterkt uit dit drama tevoorschijn mag komen.
In de afgelopen anderhalf jaar heb ik u tweemaal een brief geschreven over de stand van zaken. Nu sluit ik mij aan bij de brief van de gezamenlijke bisschoppen, die begint met onze blik te richten op Kerstmis.
Voorleesbrief van de R.K. bisschoppen van Nederland voor de gelovigen in onze bisdommen
Vierde zondag van de Advent 2011
Broeders en zusters,
“kwetsbaar en klein” is God bij ons gekomen, zo klinkt het in de eerste prefatie van de Advent.
Wij vieren met Kerstmis dat in het Kind van Bethlehem God zelf onder ons heeft willen wonen.
Onze hemelse Vader vertrouwt zijn Zoon toe aan Maria en Jozef. Bij hen is Jezus veilig en geborgen, ook tijdens de angstige en onzekere dagen in zijn kindertijd.
Kinderen zijn vooral “kwetsbaar en klein”. In onze tijd zijn wij er meer dan ooit van doordrongen geraakt, hoe essentieel het voor een kind is om veilig en in liefde te kunnen opgroeien. Dat besef is vooral toegenomen door verhalen van mensen die als kind seksueel zijn misbruikt.
Als Katholieke Kerk in ons land zijn wij de laatste maanden ook geconfronteerd met schrijnende verhalen van mensen die als kind seksueel misbruikt zijn door priesters, religieuzen en andere medewerkers van de Kerk, vooral in de internaten tussen 1945 en 1980.
Als bisschoppen hebben we samen met de Konferentie Nederlandse Religieuzen begin 2010 besloten tot een onafhankelijk onderzoek naar het seksueel misbruik van minderjarigen dat over de periode 1945 tot heden binnen onze Kerk heeft plaatsgevonden. Daartoe hebben wij oud-minister drs. Wim Deetman bereid gevonden om met een aantal wetenschappers dit onderzoek te verrichten. De waarheid, hoe pijnlijk die ook kan zijn, gaat vóór alles. Wij willen als Kerk het leed erkennen dat op deze wijze is aangericht en dat slachtoffers hun hele leven met zich mee dragen.
Afgelopen vrijdag is het eindrapport door de ‘Commissie Deetman’ gepresenteerd.
Dit rapport laat zien hoe in de afgelopen 65 jaar een aantal minderjarigen die aan de zorgen van vertegenwoordigers van de Kerk was toevertrouwd, slachtoffer werd van seksueel misbruik. Wij zijn geschokt door het gedrag van de daders. Het doet pijn dat er onder priesters en religieuzen wier roeping het nu juist was om door hun voorbeeldige leven anderen tot God te brengen en hen te hoeden en te beschermen, een aantal is geweest dat het vertrouwen van kwetsbare minderjarigen heeft beschaamd. Mensen zijn voor hun verdere leven beschadigd. Hun basisvertrouwen is vaak geknakt en dit heeft ook voor hun naasten vaak pijnlijke en negatieve gevolgen met zich mee gebracht. Dat dit binnen de Kerk kon gebeuren, is verschrikkelijk. Wij veroordelen het ten zeerste en het spijt ons uit de grond van ons hart!
Wij zijn diep beschaamd voor de momenten waarop een aantal verantwoordelijken van de Kerk niet de juiste maatregelen heeft getroffen om het leed te doen stoppen.
Wij zijn getroffen door de moed van slachtoffers om na vele jaren alsnog hun verhaal te doen.
Velen van hen droegen een geheim bij zich dat jarenlang verzwegen bleef. Er was geen ruimte voor hun pijn, woede en verdriet. Er rustte een groot taboe op seksueel misbruik van minderjarigen, zeker door geestelijken. Veel slachtoffers hebben er ook niet eerder over gesproken om hun ouders geen verdriet te doen, die met de beste bedoelingen hun kind naar een internaat hadden gebracht of actief lieten zijn in de kerk.
Het gaat in de overgrote meerderheid van de gevallen om misbruik uit het verleden, al weten wij dat de wonden daarvan nog steeds worden gevoeld.
Sinds 1995 kende de Katholieke Kerk in ons land een kerkelijke stichting voor de behandeling van klachten van seksueel misbruik: ‘Hulp & Recht’. Maar toen er vanaf februari 2010 vele schokkende verhalen in een korte tijd naar buiten kwamen, bleken ook de door onze Kerk opgezette hulpverlening en procedures, ondanks de grote inzet en goede bedoelingen, niet voldoende adequaat. Op advies, verstrekt door de ‘Commissie Deetman’ in eerder gepubliceerde tussenrapporten, is een onafhankelijke stichting naar Nederlands recht opgericht, waaronder een meldpunt, een klachtencommissie en een platform hulpverlening vallen. Binnen dit kader is tevens gevolg gegeven aan de aanbeveling van de ‘Commissie Deetman’ om het onderzoek van klachten van seksueel misbruik en het hulpverleningsaanbod van elkaar te scheiden.
Tijdens het onderzoek van de ‘Commissie Deetman’ is er namens de bisschoppen en de Nederlandse religieuzen diverse keren gesproken met slachtoffergroepen en is er hard gewerkt om zorgvuldige regelingen te treffen om slachtoffers in contact te brengen met hulpverleners. Bisschoppen en religieuze oversten hebben ook zelf gesproken met slachtoffers. Ook zijn op het terrein van de compensatie onafhankelijke deskundigen ingeschakeld en is er met hen door ons uitvoerig overleg gevoerd en zijn er compensatieregelingen getroffen.
Gedurende het onderzoek was het belangrijk dat eerst voor de slachtoffers werd gezorgd en dat imperfecte systemen verbeterd werden. Op grond van de tussenrapportages van de ‘Commissie Deetman’ is er nu een nieuw meldpunt gekomen, dat de achterstand van de afgelopen jaren bij ‘Hulp & Recht’ in hoog tempo verwerkt.
Maar ook de verheldering van de achtergronden van het misbruik is van belang. De uitkomsten van het wetenschappelijk deel van het onderzoek van de ‘Commissie Deetman’ zullen we de komende weken bestuderen in het licht van de vraag hoe wij als kerkelijke leiders het beste kandidaten voor pastorale bedieningen en het religieuze leven kunnen beoordelen en begeleiden.
Al de nodige jaren wordt er een gedegen aannameprocedure gehanteerd voor priesterkandidaten en allen die in het pastoraat in onze parochies werkzaam willen zijn. Bestaande gedragsregels worden opnieuw tegen het licht gehouden en zo nodig geïntensiveerd.
Broeders en zusters, wij zijn geconfronteerd met de verhalen over seksueel misbruik van minderjarigen in de Kerk . Misschien heeft u zelf als minderjarige hier mee te maken gehad. Dat is ongetwijfeld pijnlijk en zwaar.
En veel priesters, diakens, pastoraal werkers en pastoraal werksters alsook parochiebestuurders en andere vrijwilligers hebben te maken gehad met reacties van parochianen en van anderen. Dit heeft veel pastorale zorg en aandacht gevraagd. Wij waarderen de pastorale zorg en aandacht die is gegeven zeer.
Wij vonden het pijnlijk ook voor de grote meerderheid van onze priesters en religieuzen die wel leefden en leven naar hun roeping en wier werkzaamheden zegenrijk zijn geweest of nog steeds zijn. Wij zouden de waarheid onrecht aandoen als wij ook dit niet voor ogen houden. Tot hen zeggen wij: wij hebben groot respect voor uw blijvende toewijding en inzet.
Tot besluit vragen wij om uw gebed. Allereerst voor de slachtoffers: dat de Heilige Geest hen mag sterken, om hun wonden te verzachten en genezen. Voor de Kerk en haar leiders: dat Gods Geest van wijsheid en moed ons mag helpen in de verantwoordelijkheid en zorg die wij dragen. En wij vragen gebed voor de daders van seksueel misbruik van minderjaren: dat zij tot besef komen van hun schuld en oprecht zoeken naar vergeving en bekering.
In de Advent, zusters en broeders, zien wij uit naar de komst van de Verlosser.
Met Maria willen wij open staan voor Hem die ons altijd vernieuwt, als Kerk en persoonlijk,
Hij die bij ons woont, vooral in hen die zijn “kwetsbaar en klein”.
De R.K. Bisschoppen van Nederland:
Mgr. dr. W.J. Eijk, aartsbisschop van Utrecht
Mgr. dr. J.H.J. van den Hende, bisschop van Rotterdam, apostolisch administrator van Breda
Mgr. drs. A.L.M. Hurkmans, bisschop van ’s-Hertogenbosch
Mgr. dr. G.J.N. de Korte, bisschop van Groningen-Leeuwarden
Mgr. dr. J.W.M. Liesen, bisschop-elect van Breda, hulpbisschop van ’s-Hertogenbosch
Mgr. dr. J.M. Punt, bisschop van Haarlem-Amsterdam
Mgr. F.J.M. Wiertz, bisschop van Roermond
Mgr. J.G.M. van Burgsteden s.s.s., emeritus-hulpbisschop van Haarlem-Amsterdam
Mgr. dr. J.W.M. Hendriks, hulpbisschop van Haarlem-Amsterdam
Mgr. mr. drs. Th.C.M. Hoogenboom, hulpbisschop van Utrecht
Mgr. dr. E.J. de Jong, hulpbisschop van Roermond
Mgr. drs. R.G.L.M. Mutsaerts, hulpbisschop van ’s-Hertogenbosch
Mgr. drs. H.W. Woorts, hulpbisschop van Utrecht
Utrecht, 18 december 2011