Bisdom Haarlem-Amsterdam









Voorleesbrief 4e zondag van de Advent

gepubliceerd: vrijdag, 16 december 2011

Aan de pries­ters en diakens, pas­to­raal werkers en cate­chisten, en alle gelo­vi­gen in het bisdom Haar­lem – Am­ster­dam

De afgelopen dagen hebben de media uit­voerig bericht over het eind­rap­port van de ‘com­mis­sie Deetman’ over mis­bruik van min­der­ja­rigen in de Neder­landse Kerk. Als bis­schop van Haar­lem - Am­ster­dam presen­teer ik u hierbij de brief die de Neder­landse bis­schop­pen hierover hebben ge­schre­ven.

Graag willen wij op dit zware moment onze gevoelens met u delen. Wij menen oprecht heel ver te zijn gegaan in het openleggen van 65 jaar kerkge­schie­de­nis. Het veld van onder­zoek voor de com­mis­sie was daarom heel breed. Het strekte zich uit over een zeer lange periode, waarin de Kerk zo’n 400 internaten telde, 2000 pa­ro­chies, en nog meer katho­lie­ke scholen, tot in de jaren ’70 veelal geleid door pries­ters, broe­ders en zusters.

We hebben dit gedaan om de slacht­of­fers maximaal tegemoet te komen. Onze speciale zorg gold en geldt daarbij degenen, van wie het leed nooit door de Kerk is gezien en erkend. Wij willen hen alsnog de volle erken­ning geven van de won­den die hen zijn toe­ge­bracht, en van de schuld die de Kerk in haar geheel daarvoor draagt. In ons bisdom heb ik ook zelf alle slacht­of­fers een gesprek aan­ge­bo­den. Afgelopen zater­dag zijn twee van hen op onze uit­no­di­ging aanwe­zig geweest bij de wij­ding van onze nieuwe hulp­bis­schop. Een moe­dig gebaar, waarvoor ik hen oprecht dank­baar ben.

Door de lange periode komt nu in één keer wel heel veel naar boven dat we eer­lijk onder ogen moeten zien. Uit het rapport blijkt dat er een cesuur ligt rond 1980. Daarvóór ligt de overgrote meer­der­heid van de klachten. Daarná volgt een sterke daling. De laatste klacht van kin­der­mis­bruik in ons bisdom ligt enkele decennia terug. Toch is waak­zaam­heid gebo­den. We hebben dan ook alle aanbevelingen van de com­mis­sie over­ge­no­men om mis­bruik in de toe­komst zoveel moge­lijk te voor­ko­men. Recht doen aan de slacht­of­fers ener­zijds, en een nieuwe weg banen naar de toe­komst ander­zijds, dat was onze drijfveer bij dit onder­zoek. Juist de tijd van Advent en Kerst­mis is bij uitstek een tijd om ons hart en ons han­de­len open te leggen voor God en voor elkaar, opdat onze Neder­landse Kerk gezuiverd en ge­sterkt uit dit drama tevoorschijn mag komen.

In de afgelopen an­der­half jaar heb ik u tweemaal een brief ge­schre­ven over de stand van zaken. Nu sluit ik mij aan bij de brief van de ge­za­men­lijke bis­schop­pen, die begint met onze blik te richten op Kerst­mis.

Voorlees­brief van de R.K. bis­schop­pen van Neder­land voor de gelo­vi­gen in onze bis­dom­men

Vierde zon­dag van de Advent 2011

Broe­ders en zusters,

“kwets­baar en klein” is God bij ons geko­men, zo klinkt het in de eerste prefatie van de Advent.

Wij vieren met Kerst­mis dat in het Kind van Beth­le­hem God zelf onder ons heeft willen wonen.

Onze hemelse Vader ver­trouwt zijn Zoon toe aan Maria en Jozef. Bij hen is Jezus veilig en geborgen, ook tij­dens de angs­tige en onzekere dagen in zijn kin­der­tijd.

Kin­de­ren zijn vooral “kwets­baar en klein”. In onze tijd zijn wij er meer dan ooit van doordrongen geraakt, hoe essentieel het voor een kind is om veilig en in liefde te kunnen opgroeien. Dat besef is vooral toe­ge­no­men door verhalen van mensen die als kind seksueel zijn mis­bruikt.

Als Katho­lie­ke Kerk in ons land zijn wij de laatste maan­den ook gecon­fron­teerd met schrijnende verhalen van mensen die als kind seksueel mis­bruikt zijn door pries­ters, reli­gi­euzen en andere mede­wer­kers van de Kerk, vooral in de internaten tussen 1945 en 1980.

Als bis­schop­pen hebben we samen met de Kon­fe­ren­tie Neder­landse Reli­gi­euzen begin 2010 besloten tot een onaf­han­ke­lijk onder­zoek naar het seksueel mis­bruik van min­der­ja­rigen dat over de periode 1945 tot heden binnen onze Kerk heeft plaats­ge­von­den. Daartoe hebben wij oud-minister drs. Wim Deetman bereid gevon­den om met een aantal weten­schappers dit onder­zoek te ver­rich­ten. De waar­heid, hoe pijn­lijk die ook kan zijn, gaat vóór alles. Wij willen als Kerk het leed erkennen dat op deze wijze is aan­ge­richt en dat slacht­of­fers hun hele leven met zich mee dragen.

Afgelopen vrij­dag is het eind­rap­port door de ‘Com­mis­sie Deetman’ ge­pre­sen­teerd.

Dit rapport laat zien hoe in de afgelopen 65 jaar een aantal min­der­ja­rigen die aan de zorgen van ver­te­gen­woor­digers van de Kerk was toe­ver­trouwd, slacht­of­fer werd van seksueel mis­bruik. Wij zijn geschokt door het gedrag van de daders. Het doet pijn dat er onder pries­ters en reli­gi­euzen wier roe­ping het nu juist was om door hun voor­beel­dige leven anderen tot God te brengen en hen te hoe­den en te be­scher­men, een aantal is geweest dat het ver­trouwen van kwets­ba­re min­der­ja­rigen heeft beschaamd. Mensen zijn voor hun ver­dere leven bescha­digd. Hun basisver­trouwen is vaak geknakt en dit heeft ook voor hun naasten vaak pijn­lijke en negatieve gevolgen met zich mee gebracht. Dat dit binnen de Kerk kon gebeuren, is verschrikke­lijk. Wij veroor­de­len het ten zeerste en het spijt ons uit de grond van ons hart!

Wij zijn diep beschaamd voor de momenten waarop een aantal verant­woor­de­lijken van de Kerk niet de juiste maat­regelen heeft getroffen om het leed te doen stoppen.

Wij zijn getroffen door de moed van slacht­of­fers om na vele jaren alsnog hun verhaal te doen.

Velen van hen droegen een geheim bij zich dat jarenlang verzwegen bleef. Er was geen ruimte voor hun pijn, woede en verdriet. Er rustte een groot taboe op seksueel mis­bruik van min­der­ja­rigen, zeker door gees­te­lij­ken. Veel slacht­of­fers hebben er ook niet eer­der over ge­spro­ken om hun ouders geen verdriet te doen, die met de beste be­doe­lin­gen hun kind naar een internaat had­den gebracht of actief lieten zijn in de kerk.

Het gaat in de overgrote meer­der­heid van de gevallen om mis­bruik uit het verle­den, al weten wij dat de won­den daar­van nog steeds wor­den gevoeld.

Sinds 1995 kende de Katho­lie­ke Kerk in ons land een ker­ke­lijke stich­ting voor de be­han­de­ling van klachten van seksueel mis­bruik: ‘Hulp & Recht’. Maar toen er vanaf februari 2010 vele schokkende verhalen in een korte tijd naar buiten kwamen, bleken ook de door onze Kerk opgezette hulp­ver­le­ning en pro­ce­dures, ondanks de grote inzet en goede be­doe­lin­gen, niet voldoende adequaat. Op advies, verstrekt door de ‘Com­mis­sie Deetman’ in eer­der ge­pu­bli­ceerde tussen­rap­porten, is een onaf­han­ke­lijke stich­ting naar Neder­lands recht opgericht, waar­on­der een meld­punt, een klachten­com­mis­sie en een platform hulp­ver­le­ning vallen. Binnen dit kader is tevens gevolg gegeven aan de aanbeveling van de ‘Com­mis­sie Deetman’ om het onder­zoek van klachten van seksueel mis­bruik en het hulp­ver­le­ningsaanbod van elkaar te schei­den.

Tijdens het onder­zoek van de ‘Com­mis­sie Deetman’ is er namens de bis­schop­pen en de Neder­landse reli­gi­euzen diverse keren ge­spro­ken met slacht­of­fer­groepen en is er hard gewerkt om zorg­vul­dige rege­lingen te treffen om slacht­of­fers in contact te brengen met hulp­ver­le­ners. Bis­schop­pen en reli­gi­euze oversten hebben ook zelf ge­spro­ken met slacht­of­fers. Ook zijn op het terrein van de compen­sa­tie onaf­han­ke­lijke des­kun­digen ingeschakeld en is er met hen door ons uit­voerig overleg gevoerd en zijn er compen­sa­tie­rege­lingen getroffen.

Gedurende het onder­zoek was het be­lang­rijk dat eerst voor de slacht­of­fers werd gezorgd en dat imperfecte systemen verbeterd wer­den. Op grond van de tussen­rap­portages van de ‘Com­mis­sie Deetman’ is er nu een nieuw meld­punt geko­men, dat de achterstand van de afgelopen jaren bij ‘Hulp & Recht’ in hoog tempo ver­werkt.

Maar ook de verhel­dering van de ach­ter­gron­den van het mis­bruik is van belang. De uit­kom­sten van het weten­schap­pe­lijk deel van het onder­zoek van de ‘Com­mis­sie Deetman’ zullen we de ko­men­de weken bestu­de­ren in het licht van de vraag hoe wij als ker­ke­lijke lei­ders het beste kan­di­da­ten voor pas­to­rale bedie­ningen en het reli­gi­euze leven kunnen beoor­de­len en be­ge­lei­den.

Al de nodige jaren wordt er een gedegen aanname­pro­ce­du­re gehan­teerd voor pries­ter­kan­di­da­ten en allen die in het pas­to­raat in onze pa­ro­chies werk­zaam willen zijn. Bestaande gedrags­regels wor­den opnieuw tegen het licht gehou­den en zo nodig geïntensi­veerd.

Broe­ders en zusters, wij zijn gecon­fron­teerd met de verhalen over seksueel mis­bruik van min­der­ja­rigen in de Kerk . Mis­schien heeft u zelf als min­der­ja­rige hier mee te maken gehad. Dat is onge­twij­feld pijn­lijk en zwaar.

En veel pries­ters, diakens, pas­to­raal werkers en pas­to­raal werksters alsook pa­ro­chie­be­stuur­ders en andere vrij­wil­li­gers hebben te maken gehad met reacties van pa­ro­chi­anen en van anderen. Dit heeft veel pas­to­rale zorg en aan­dacht gevraagd. Wij waar­de­ren de pas­to­rale zorg en aan­dacht die is gegeven zeer.

Wij von­den het pijn­lijk ook voor de grote meer­der­heid van onze pries­ters en reli­gi­euzen die wel leef­den en leven naar hun roe­ping en wier werk­zaam­he­den zegenrijk zijn geweest of nog steeds zijn. Wij zou­den de waar­heid onrecht aandoen als wij ook dit niet voor ogen hou­den. Tot hen zeggen wij: wij hebben groot respect voor uw blijvende toe­wij­ding en inzet.

Tot besluit vragen wij om uw gebed. Aller­eerst voor de slacht­of­fers: dat de Heilige Geest hen mag sterken, om hun won­den te ver­zachten en genezen. Voor de Kerk en haar lei­ders: dat Gods Geest van wijs­heid en moed ons mag helpen in de verant­woor­de­lijk­heid en zorg die wij dragen. En wij vragen gebed voor de daders van seksueel mis­bruik van min­der­ja­ren: dat zij tot besef komen van hun schuld en oprecht zoeken naar ver­ge­ving en beke­ring.

In de Advent, zusters en broe­ders, zien wij uit naar de komst van de Ver­los­ser.

Met Maria willen wij open staan voor Hem die ons altijd vernieuwt, als Kerk en per­soon­lijk,

Hij die bij ons woont, vooral in hen die zijn “kwets­baar en klein”.

 

De R.K. Bis­schop­pen van Neder­land:

 

Mgr. dr. W.J. Eijk, aarts­bis­schop van Utrecht
Mgr. dr. J.H.J. van den Hende, bis­schop van Rotter­dam, apos­to­lisch admini­strator van Breda
Mgr. drs. A.L.M. Hurkmans, bis­schop van ’s-Hertogen­bosch
Mgr. dr. G.J.N. de Korte, bis­schop van Gro­nin­gen-Leeu­war­den
Mgr. dr. J.W.M. Liesen, bis­schop-elect van Breda, hulp­bis­schop van ’s-Hertogen­bosch
Mgr. dr. J.M. Punt, bis­schop van Haar­lem-Am­ster­dam
Mgr. F.J.M. Wiertz, bis­schop van Roermond
Mgr. J.G.M. van Burg­ste­den s.s.s., emeritus-hulp­bis­schop van Haar­lem-Am­ster­dam
Mgr. dr. J.W.M. Hendriks, hulp­bis­schop van Haar­lem-Am­ster­dam
Mgr. mr. drs. Th.C.M. Hoogen­boom, hulp­bis­schop van Utrecht
Mgr. dr. E.J. de Jong, hulp­bis­schop van Roermond
Mgr. drs. R.G.L.M. Mutsaerts, hulp­bis­schop van ’s-Hertogen­bosch
Mgr. drs. H.W. Woorts, hulp­bis­schop van Utrecht

Utrecht, 18 de­cem­ber 2011





Bisdom Haarlem - Amsterdam • Postbus 1053 • 2001 BB  Haarlem • (023) 511 26 00 • info@bisdomhaarlem-amsterdam.nlDisclaimerDeze website is gerealiseerd door iMoose