Meditatie Mgr. Van den Hout voor Jubeljaar
De derde maandmeditatie voor het Jubeljaar 2025 staat online. Mgr. Van den Hout, bisschop van Roermond schrijft over de Vasten- of Veertigdagentijd die dit jaar op woensdag 5 maart begint.
De bisschop bezocht recent een expositie met gravures van Pieter Bruegel. Op deze werken werden ook de zeven hoofdzonden uitgebeeld en voor mgr. Van den Hout was dat aanleiding om daarover een aantal gedachten op een rij te zetten ter meditatie in de Vastentijd.
‘... je bewust zijn van de hoofdzonden die in je leven een rol spelen, heeft niet alleen een persoonlijke, gelovige en morele dimensie, maar ook een sociale. We doen namelijk anderen tekort. Op dit principe is de jaarlijkse vastenactie gebaseerd, die in de jaren zestig door de bisschoppen van Nederland werd gelanceerd. Persoonlijk vasten en je onthouden levert iets op voor de medemens. Met wat wij uit onze mond sparen, kunnen we anderen helpen’, zegt de bisschop.
Gedachten voor de Vastentijd
FOnlangs was er in het Bonnefantenmuseum van Maastricht een tentoonstelling met als titel Goed Fout. De Zeven Hoofdzonden in Bruegels tijd. Het Bonnefanten staat bekend om zijn moderne kunst, maar er is zeker ook klassieke kunst en nu was er dus een expositie over een reeks gravures van de hand van Pieter Bruegel (1525/30 - 1569). Deze schilder uit een bekende schildersfamilie werkte waarschijnlijk in Antwerpen.
Er komt de laatste jaren meer belangstelling voor klassieke thema’s als deugden, ondeugden, werken van barmhartigheid en zonden. In de loop van de 20ste eeuw raakten die onderwerpen wat op de achtergrond, maar ze worden herontdekt. Het gegeven dat een museum hier aandacht aan besteedt, is opmerkelijk. Op een zaterdagmorgen werd ik er door de conservator rondgeleid.
De gravures van Bruegel - zoals ook de werken van Hieronymus Bosch - trekken de aandacht naar allerlei details, wonderlijke en surrealistische scènes. Het kan bijna niet anders dan dat de kijker destijds - en ook nu - aandachtig de gravure bekijkt en probeert te ontdekken hoe de verschillende hoofdzonden concreet worden uitgebeeld. Meestal op komische wijze. De scènes zijn lachwekkend, al is het dan de humor van de 16e eeuw. Het is bijna onmogelijk te beschrijven wat je ziet, je moet het zelf zien.
De zeven hoofdzonden zijn: hoogmoed, luiheid, gulzigheid, hebzucht, woede, jaloezie en lust. Er worden ook wel eens andere woorden gebruikt. Dat is een kwestie van vertalen. Het gaat eigenlijk om de strevingen en emoties die iedere mens in meerdere of mindere mate bij zichzelf herkent. Vanuit die diepere negatieve behoeften komen concrete daden voort: zonden of foute handelingen. Het kopen van een nieuwe en grotere auto kan een gevolg zijn van hebzucht. Dat hoeft niet per se zo te zijn, want misschien moet je zo’n auto om een goede reden wel hebben. Maar iedereen begrijpt dat sommigen een nieuwe auto kopen om die aan de buurman vol trots te kunnen laten zien, terwijl hij deze auto helemaal niet nodig heeft en er alleen maar mee wil pronken.
Lekker eten kan een gevolg zijn van gulzigheid. We eten nogal eens in een restaurant en zijn bereid er goed voor te betalen. Het is gezellig en lekker eten is op zich prima, maar is het wel nodig? Zouden we ook niet gewoon thuis iemand kunnen uitnodigen om te eten? We nemen het gebakje dat ons wordt gepresenteerd op een verjaardag aan om niet ondankbaar te zijn naar de gastheer. Maar moet je dat zo elke keer doen? Je kunt erover nadenken of je elke keer ‘ja’ zegt op wat je wordt voorgezet. Heeft het te maken met gulzigheid?
De vastentijd is een bijzondere tijd en een genadevolle tijd, want er wordt ons een mogelijkheid geboden serieus na te denken over onze dieperliggende strevingen. Deze periode binnentreden, doen we samen. Je staat er niet alleen voor. Aswoensdag is het begin van deze bijzondere tijd. We treden als het ware een andere ruimte binnen. We worden er door de Kerk en door haar liturgie toe opgeroepen. Het is een bevrijding te mogen ontdekken waarom je sommige verkeerde dingen toch steeds weer doet.
Een heilig jaar zoals dat door paus Franciscus is uitgeroepen, is ook zo’n ruimte waar je in binnentreedt. Symbolisch doen we dat als we door de heilige deur gaan in een van de aartsbasilieken in Rome. Het passeren van de drempel van de heilige deur zal een bijzonder moment zijn, want het kan maar eens in de zoveel jaren. Meestal is die deur dichtgemetseld en kun je er alleen maar naar kijken. Aan het passeren van de heilige deur is een aflaat verbonden, een verkorting van de straffen die je voor de zonden hebt opgelopen. Zo’n aflaat kun je alleen maar ontvangen als je je zonden ook hebt erkend en ze hebt gebiecht (en de H. Communie hebt ontvangen). Als je dus door de heilige deur gaat zonder te biechten, heb je niet volledig beantwoord aan de bedoelingen van het heilig jaar. Je hebt de vergeving misgelopen.
Het onder controle brengen van je diepere strevingen en je bewust zijn van de hoofdzonden die in je leven een rol spelen, heeft niet alleen een persoonlijke, gelovige en morele dimensie, maar ook een sociale. We doen namelijk anderen tekort. Op dit principe is de jaarlijkse vastenactie gebaseerd, die in de jaren zestig door de bisschoppen van Nederland werd gelanceerd. Persoonlijk vasten en je onthouden levert iets op voor de medemens. Met wat wij uit onze mond sparen, kunnen we anderen helpen. Die sociale component van het vasten kreeg vanaf de jaren 1960 meer nadruk. Het gaat niet alleen om het vasten dat ik mezelf opleg - ook dat is goed, want ik heb helemaal niet zoveel nodig als ik soms denk - maar het gaat ook om wat ik voor de ander kan doen. Er is genoeg voedsel, maar de verdeling is niet goed. Laten we proberen daar in het klein wat aan te doen.
Het heilig jaar roept ons op pelgrims van hoop te zijn. Door er te zijn voor anderen en door concreet hulp te bieden, geven we de hoop gestalte. Hoop is eigenlijk nog fundamenteler dan de concrete deugden van matigheid, voorzichtigheid, sterkte enzovoort, want de hoop is iets dat meer direct van God komt. Het is een goddelijke deugd die er in alle omstandigheden van het leven kan zijn. Ook als we het heel slecht hebben of als we met grote moeilijkheden te kampen hebben, hoeven we niet zonder hoop te zijn.
Die hoop zie ik niet zo terug in de gravures van Pieter Bruegel, alleen wel in de laatste toegevoegde gravure over het Laatste Oordeel. Daar zie je vele mensen op weg naar de hemel. Ik geef toe: je ziet ook veel mensen verdwijnen in de mond van de leeuw (de hel). Maar daar hoeven we helemaal niet bij te horen als we de boodschap van deze beroemde schilder serieus nemen.
Ik wens u een genadevolle veertigdagentijd.
Mgr. Ron van den Hout
Bisschop van Roermond

Pelgrims van Hoop, bidden in het Heilig Jaar
Deze maandmeditaties komen uit het boek ‘Pelgrims van Hoop, bidden in het Heilig Jaar’, uitgegeven door Adveniat. De bisschoppen sluiten ieder in een andere maand aan bij de actualiteit van het kerkelijk jaar.