Woensdagcatechese 29 januari 2025
Algemene audiëntie paus Franciscus

Op woensdag 18 december 2024 is paus Franciscus begonnen aan een cyclus van woensdagcatecheses over het Jubeljaar 2025. Deze catecheses zijn in diverse talen beschikbaar op de website van het Vaticaan maar hieronder plaatsen we de link naar de Engelse tekst en voor uw gemak ook een AI vertaling naar het Nederlands. (deze AI vertaling kan onregelmatigheden bevatten)
Paus Franciscus
Algemene Audiëntie
Publiekszaal
Woensdag 29 januari 2025
De onderstaande tekst bevat delen die niet hardop zijn voorgelezen, maar wel als zodanig moeten worden beschouwd.
Catechesecyclus - Jubileum 2025
Jezus Christus, onze hoop
I. De kindertijd van Jezus
3. «Gij zult Hem de naam Jezus geven» (Mt 1:21)
De aankondiging aan Jozef
Beste broeders en zusters, goedemorgen!
Vandaag zullen we verder nadenken over Jezus, onze hoop in het mysterie van Zijn oorsprong, zoals verteld in de kinderevangeliën.
Terwijl Lucas ons dit laat doen vanuit het perspectief van de moeder, de Maagd Maria, neemt Matteüs in plaats daarvan het perspectief van Jozef, de man die het wettelijke vaderschap van Jezus op zich neemt, hem ent op de stam van Jesse en hem verbindt met de belofte die aan David is gedaan.
Jezus is inderdaad de hoop van Israël die vervuld wordt: Hij is de afstammeling die aan David beloofd is (vgl. 2 Sam. 7:12; 1 Kor. 17:11), die zijn huis “voor eeuwig gezegend” maakt (2 Sam. 7:29); Hij is de scheut die uitbot uit de stam van Jesse (vgl. Jes. 11:1), de “rechtvaardige Spruit, [die] als koning zal regeren en verstandig zal handelen, en recht en gerechtigheid zal doen in het land” (vgl. Jer. 23:5; 33:15).
Jozef verschijnt in het Evangelie van Matteüs als Maria's verloofde. Voor de Hebreeën was verloving een volledige wettelijke verbintenis, die voorbereidde op wat er ongeveer een jaar later zou gebeuren, de viering van het huwelijk. Het was toen dat de vrouw van de voogdij van haar vader overging naar die van haar man, in zijn huis trok en zichzelf bereid maakte tot het geschenk van het moederschap.
Juist in deze tijd ontdekt Jozef Maria's zwangerschap en wordt zijn liefde hard op de proef gesteld. Geconfronteerd met een soortgelijke situatie, die zou hebben geleid tot de beëindiging van de verloving, stelde de Wet twee mogelijke oplossingen voor: ofwel een wettelijke handeling van openbare aard, zoals het bijeenroepen van de vrouw voor de rechtbank, of een privéactie zoals het geven van een brief van verwerping aan de vrouw.
Matteüs definieert Jozef als een "rechtvaardige" man (zaddiq), een man die leeft volgens de Wet van de Heer, en die hieruit inspiratie put bij elke gelegenheid van zijn leven. Zo handelt Jozef, in navolging van het Woord van God, bedachtzaam: hij laat zich niet overmeesteren door instinctieve gevoelens en angst om Maria met zich mee te nemen, maar laat zich liever leiden door goddelijke wijsheid. Hij kiest ervoor om in stilte, in besloten kring, afscheid te nemen van Maria (vgl. Mt 1:19). En dit is Jozefs wijsheid, die hem in staat stelt om geen fouten te maken en zich open en volgzaam te stellen voor de stem van de Heer.
Op deze manier doet Jozef van Nazareth denken aan een andere Jozef, zoon van Jakob, die de bijnaam “heer van dromen” kreeg (vgl. Gen 37:19), zeer geliefd door zijn vader en zeer verafschuwd door zijn broers, die de Heer verwekte door hem aan het hof van de farao te laten zitten.
Waar droomt Jozef van Nazareth nu van? Hij droomt van het wonder dat God in het leven van Maria volbrengt, en ook van het wonder dat hij in zijn eigen leven bewerkt: een vaderschap op zich nemen dat in staat is om een materiële en spirituele erfenis te bewaken, te beschermen en door te geven. De baarmoeder van zijn bruid is zwanger van Gods belofte, een belofte die een naam draagt waarin de zekerheid van redding aan iedereen wordt gegeven (vgl. Handelingen 4:12).
Terwijl hij slaapt, hoort Jozef deze woorden: “Jozef, zoon van David, wees niet bang om Maria, uw vrouw, in huis te nemen. Want door de Heilige Geest is dit kind in haar verwekt. Zij zal een zoon baren en u moet hem Jezus noemen, want Hij zal zijn volk redden van hun zonden” (Mt 1:20-21). Geconfronteerd met deze openbaring vraagt Jozef niet om verder bewijs; hij vertrouwt. Jozef vertrouwt op God, hij aanvaardt Gods droom voor zijn leven en dat van zijn verloofde. Zo treedt hij binnen in de genade van iemand die weet hoe hij de goddelijke belofte met geloof, hoop en liefde moet beleven.
Jozef spreekt in dit alles geen woord uit, maar hij gelooft, hoopt en heeft lief. Hij drukt zich niet uit met “ijdele woorden”, maar met concrete daden. Hij behoort tot de afstamming van hen die, volgens de apostel Jakobus, “het Woord in praktijk brengen” (vgl. Jakobus 1:22), het vertalen in daden, vlees, leven. Jozef vertrouwt op God en gehoorzaamt: “Zijn innerlijke waakzaamheid voor God ... leidt heel spontaan tot gehoorzaamheid” (Benedictus XVI, The Infancy Narratives, Milaan-Vaticaanstad 2012, 57).
Zusters, broeders, laten ook wij de Heer vragen om de genade om meer te luisteren dan te spreken, de genade om Gods dromen te dromen en om op verantwoordelijke wijze de Christus te verwelkomen die, vanaf het moment van onze doop, leeft en groeit in ons leven. Dank u wel!
Gerelateerde nieuwsberichten | ||
woensdag, 19 februari 2025 | Woensdagcatechese 19 februari 2025 | |
woensdag, 12 februari 2025 | Woensdagcatechese 12 februari 2025 | |
woensdag, 5 februari 2025 | Woensdagcatechese 5 februari 2025 | |
woensdag, 22 januari 2025 | Woensdagcatechese 22 januari 2025 | |
woensdag, 18 december 2024 | Woensdagcatechese 18 december 2024 |