Het begin van Jubeljaren in de Kerk
Op 9 mei (Hemelvaart) verscheen de bul van paus Franciscus voor het Jubeljaar 2025. De paus schrijft in de bul over de geschiedenis van Jubeljaren in de Kerk en legt uit wat de betekenis ervan is.
Het eerste Jubeljaar werd gevierd in het jaar 1300. Maar daar gingen al een aantal gebeurtenissen aan vooraf, legt de paus uit in zijn bul ‘Spes non confundit’ (De hoop stelt niet teleur).
Pardon
Paus Franciscus wijst onder meer op het ‘Pardon’ dat de heilige paus Celestinus V verleende in 1294, zes jaar voordat paus Bonifatius VIII het Heilig Jaar instelde. Het ‘Pardon’ werd verleend aan iedereen die in Aquila de Basiliek van Santa Maria di Collemaggio in Aquila zou binnengaan op 28 en 29 augustus 1294 in combinatie met een biecht en berouw over de eigen zonden. De basiliek van Santa Maria di Collemaggio was de plek waar Celestinus V tot paus werd gekroond. Het is overigens ook de plek waar hij begraven ligt.
Paus Franciscus wijst ook op 1216, toen paus Honorius III een verzoek van de heilige Franciscus inwilligde voor een aflaat voor iedereen die de Porziuncola bezocht op de eerste twee dagen van augustus. En hij vermeldt dat in 1222 paus Callistus II toestond dat het Jubeljaar werd gevierd in Santiago de Compostela wanneer het feest van de apostel Jacobus op een zondag viel.
“De kracht van Gods vergeving kan gemeenschappen en individuen ondersteunen en begeleiden op hun pelgrimstocht”, aldus paus Franciscus. Hij vraagt in het Jubeljaar om speciale zorg voor de voorbereiding van priesters en gelovigen op het vieren van het sacrament van de biecht en om het gemakkelijk beschikbaar maken van dit sacrament.
Elke vijfentwintig jaar
Tegenwoordig wordt een Jubeljaar elke vijfentwintig jaar gehouden. Toen paus Bonifatius VIII in 1300 het eerste Jubeljaar uitriep als een jaar van vergeving van alle zonden was het zijn wens dat dit elke eeuw zou plaatsvinden. Maar om meer mensen in de gelegenheid te stellen een Jubeljaar mee te maken werd dit verkort tot eens in de vijftig jaar. Paus Clemens VI riep 1350 uit tot Jubeljaar. Paus Urbanus VI maakte er 1389 drieëndertig jaar van, de lengte van het leven van Jezus. In 1470 bracht paus Paulus II de tijdsduur terug tot de huidige periode van vijfentwintig jaar.
bijzondere Jubeljaren
Dit zijn de algemene Jubeljaren. Pausen kunnen daarnaast in de tussentijd nog bijzondere Jubeljaren uitroepen. Dat deed paus Franciscus in 2016 met het Heilig Jaar van Barmhartigheid.
(Bron: ‘Spes non confundit’ nr. 5 & Wikipedia)
Reeks over het jubeljaar
Dit artikel is onderdeel van een reeks van vijf artikelen overgenomen van Katholiekleven.nl: