Bisdom Haarlem-Amsterdam









Terugblik en dank

gepubliceerd: vrijdag, 22 december 2017
foto: Wim Koopman
Terugblik en dank

Kort voor de jaar­wis­se­ling wil ik als bis­schop graag een moment met u terug­blik­ken op het jaar 2017, en bovenal oprecht dank uit­spre­ken naar onze vele pries­ters, diakens, pas­to­raal werk(st)ers, cate­chistes, besturen en vrijwillig(st)ers voor hun grootse inzet in het afgelopen jaar.

We leven in ener­ve­rende tij­den, in de wereld, in de Kerk en ook in ons eigen bisdom. We hebben toe­ne­mende vergrij­zing en krimp gezien, maar ook verrassende tekenen van hoop. Voorlopig wor­den we nog wel wat kleiner als kerk, maar - en daar­van ben ik overtuigd - tege­lijk ook sterker en bewuster als gelo­vi­gen.

Van onze pa­ro­chie­besturen hebben we gevraagd om een plan te maken dat vitaal en rea­lis­tisch is naar de toe­komst toe. We hebben gevraagd onbe­vangen te kijken naar kerkgang, evangeli­sa­tie, en samen­wer­king in grotere ver­ban­den, maar ook naar gebouwen en finan­ciën. Als bisdom hebben we in enkele nota’s de criteria en doel­stel­lingen gegeven. Het is aan de besturen om binnen deze kaders lokaal en regio­naal beleid te maken.

Wat we van de pa­ro­chies vragen, daarin moeten we na­tuur­lijk zelf ook voor­gaan. We hebben ons gebouwen­volume geredu­ceerd. Een ‘Bis­schop­pe­lijk paleis’ is in mijn ogen niet meer van deze tijd. Zoals u weet hebben we het verkocht. Helaas ontkwamen we ook niet aan enige reductie van ons curie­personeel. We hebben ge­pro­beerd het zo zorg­vul­dig moge­lijk te doen. Ook onze opgave is het om ons aan te passen aan een nieuwe reali­teit, en tege­lijk de essentiële taken waarvoor een bisdom staat zo goed moge­lijk te vervullen. Wat die taken precies zijn - zo hebben we gemerkt- is niet ie­der­een altijd even dui­de­lijk. Het lijkt me goed hier een paar woor­den aan te wij­den.

Voor welke taken staat het bisdom nu eigen­lijk?

Aller­eerst finan­ciert het bisdom uit de afdrachten vele zaken ten dienste van de pa­ro­chies. Ik noem de Sila leden­ad­mi­ni­stra­tie, groten­deels het Ipal com­puter­sys­teem, de Buma auteurs­rechten, de jaar­lijkse Kaski reportage, de afdrachten aan Rome en kerk­pro­vin­cie. Via de RCF neemt het bisdom de zorg van het werk­ge­ver­schap en de sala­ris­ad­mi­ni­stra­tie van de pa­ro­chies over.

Ook onder­steunt het de pa­ro­chies in juri­dische pro­ce­dures en contacten met over­he­den. Pa­ro­chies in finan­ciële moei­lijk­he­den wer­den geholpen met rente­loze leningen. Dit wordt wel moei­lijker. Driekwart van het bisdom vermogen is hieraan al opge­gaan. Ker­ke­lijk en wette­lijk moet een bisdom toe­zicht hou­den op het finan­ciële beleid van pa­ro­chies, jaarreke­ningen goed­keu­ren, bouw­plannen beoor­de­len, machti­gingen ver­strek­ken etc. Het Offi­cia­laat moet voldoende zijn toe­gerust om mensen te be­ge­lei­den in huwe­lijks­zaken. Jeugd­werk, caritas en missie wor­den op bisdom­ni­veau ge­coör­di­neerd.

Voor besturen en pas­to­raal werken­den wor­den studie­da­gen en toerus­ting aan­ge­bo­den. En dan na­tuur­lijk algemene zaken en benoe­mingen. Enorm veel post moet wor­den ver­werkt. Aanvragen voor dispen­sa­ties en onder­schei­dingen verstrekt, statuten van katho­lie­ke in­stel­lingen opge­steld en ge­con­tro­leerd. Het benoemen van be­stuurs­le­den behoort tot de centrale verant­woor­de­lijk­heid van een bis­schop, en meer nog het voor­zien en benoemen van pries­ters en pas­to­raal personeel. Deze komen niet uit de lucht vallen. Voordat b.v. een pries­ter in een pa­ro­chie kan wor­den benoemd, gaan er vele jaren van oplei­ding en stages aan vooraf, met alle kosten van dien. En als pa­ro­chies te maken krijgen met ziekte of arbeids­on­ge­schikt­heid, dan is opnieuw het bisdom aan zet.

‘De vel­den staan wit voor de oogst’

Maar we doen dit allemaal graag en met inzet. En bovenal moeten we onze ze­ge­ningen tellen. In natio­naal verge­lijk mogen we ons verheugen over een zeer goede pas­to­rale en pries­ter­lijke bezet­ting. Onze oplei­dingen floreren. Aan ons St. Boni­fa­tius instituut stu­de­ren zo’n 60 kan­di­da­ten om een bachelor graad in de gods­dienst­we­ten­schap­pen te behalen. Uit theo­lo­gische in­te­res­se, of om opgeleid te wor­den tot pries­ter, diaken of cate­chist. Ons semi­na­rie is dit jaar ver­sterkt met 6 nieuwe se­mi­na­risten, waarbij drie van eigen bodem. En dan wil ik onze tien­dui­zen­den vrij­wil­li­gers niet vergeten. Zonder hen zou onze Kerk snel stil­val­len. Ik ben hen allen zeer dank­baar dat zij trouw, en vaak ongezien, zo veel werk ver­rich­ten in deze zware tij­den voor geloof en kerk.

Tot slot wil ik nog een laatste zorg met u delen. We verkeren welis­waar in een krimp, maar tege­lijker­tijd zien we ook dat ‘de vel­den wit staan voor de oogst’. Zovele mensen zoeken weer naar ori­ën­ta­tie en zin­ge­ving voor hun leven, ten diepste naar God. Hoe kunnen we hen bereiken? Ook zij hebben recht Christus te kennen, te weten dat ze intens bemind wor­den, en dat er door Hem ook voor hen een weg is naar ver­ge­ving en verlos­sing, naar inner­lijke vrede en vreugde, en eens naar eeuwig leven en geluk.

We zullen ons moeten be­zin­nen op creatieve nieuwe wegen voor evangeli­sa­tie en catechese. Dit is een opdracht voor ons allemaal, voor pries­ters en pas­to­raal werken­den, maar ook voor besturen, vrij­wil­li­gers en gelo­vi­gen. Moge het komend kerst­feest ons hier­voor nieuwe in­spi­ra­tie geven. Ik wens u allen van harte een zalig en vreug­de­vol kerst­mis toe, en Gods rijkste zegen over het nieuwe jaar.

+ Bis­schop Jozef Marianus Punt




Bisdom Haarlem - Amsterdam • Postbus 1053 • 2001 BB  Haarlem • (023) 511 26 00 • info@bisdomhaarlem-amsterdam.nlDisclaimerDeze website is gerealiseerd door iMoose