Derde zondag door het jaar (C)
Zondag 27 januari 2013
gepubliceerd: woensdag, 23 januari 2013
“In de synagoge waren aller ogen gespannen op Hem gevestigd. Toen begon Hij hen toe te spreken: Het Schriftwoord dat gij zojuist gehoord hebt, is thans in vervulling gegaan.” (Lc.4,20- 21)
Naar aanleiding van de commotie rond de (vermeende) uitspraken van paus Benedictus XVI over het huwelijk vroeg journalist Sander van Walsum zich in De Volkskrant af, waarom zoveel mensen die niets met de Kerk hebben, zich toch zo opwinden over de uitspraken van haar leider. Het blog Voorhof.net plaatste daarbij een citaat van Dostojevski: “Het geloof kan herleid worden tot dit beangstigende probleem: kan een erudiete mens, een Europeaan van onze tijd, geloven, echt geloven, in de godheid van de zoon van God, Jezus Christus?”
Voor de tijdgenoten van Jezus was de vraag: Is deze man, de zoon van de timmerman, de Messias? Hij beweert van wel. Maar de mensen die in de synagoge van Nazareth, de stad van zijn jeugd, voor de sabbatviering bijeengekomen zijn hebben er moeite mee. Niet zo verwonderlijk: het is heel letterlijk zoals Johannes de Doper zijn leerlingen heeft voorgehouden: "Midden onder u staat Hij die gij niet kent".
Eeuwenlang heeft het volk naar de Gezalfde uitgezien. Maar nu Hij zich presenteert, niet als een wereldlijke koning, maar als een door de geest des Heren gezalfde, is de teleurstelling groot. Jesaja schreef al over de Messias, dat Hij gezalfd zou worden door de Geest, dus niet een koning zou zijn in de traditionele zin. Maar in de voorstelling van het volk, bijna jaarlijks gevoed met geruchten over de langverwachte, was de Messias toch een concrete koning, met macht bekleed.
Bovendien: iemand uit de eigen stad, dat verwacht je niet.
Boeddha werd niet verwacht, Zarathoestra evenmin, net zo min als Mohammed. Alle drie brachten zij een belangrijke vernieuwing van het bestaande volksgeloof, gaven zij de intuïtie van de mensen van hun cultuur nieuw voedsel.
Maar in de joodse traditie lag dat heel anders. Al aan de eerste mensen had God de komst van de Verlosser beloofd. Niet door meditatie of het reciteren van heilige boeken zou de mens verlossing vinden, maar door de komst van een Persoon.
Jezus brengt in de synagoge van Nazareth geen nieuwe leer, Hij is de vervulling, het antwoord waar de mens altijd naar op zoek is. De rest van zijn openbaar leven, waarin Hij de leerlingen vormt en de Blijde Boodschap preekt, is eigenlijk één voortdurend proces van waarmaking van de pretentie: de Schrift is in vervulling gegaan.
wp