80 Jaar Vrijheid - Dionysiusparochie Heerhugowaard
De H. Dionysiusparochie verloor zijn klokken

Tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg Duitsland een groot te kort aan grondstoffen voor de wapenindustrie, o.a. aan koper en tin, deze metalen zitten in brons waar klokken van gemaakt zijn. De bezetter verordende dat de klokken uit de kerktorens werden gehaald.
De Duitse overheid klokken classificeerde in de typen A, B, C en D. De typen C en D vielen onder historisch waardevolle klokken, terwijl de typen A en B onmiddellijk moesten worden afgegeven. Onder deze laatste categorie vielen ook de klokken van de H. Dionysius en de andere Heerhugowaardse kerken.
(Uit NRC.nl) De Limburgse N.S.B.-er, aannemer P.J. Meulenberg, haalde op 22 september 1942 de eerste klok naar beneden, uit de toren van de rooms-katholieke kerk van Hoensbroek. Daarna trok Meulenberg, al gauw ‘Klokken-Peter’ genoemd, het hele land door. Door zijn toedoen werden tussen september 1942 en oktober 1943 6700 kerk- en beiaardklokken verwijderd, waarvan er door de Duitsers 4660, met een gezamenlijk gewicht van 1918 ton, werden omgesmolten tot wapentuig.
Pastoor Charles F.J.M. de Meulder beschrijft zijn H. Dionysiusklokken.
Op 11 februari 1943 schrijft hij als voorzitter in het verslag van parochiebestuur. Onderstaande is woordelijk uit het verslag overgenomen:
Van het wegnemen van drie luidklokken uit onze kerktoren is een protocol opgesteld geteekend door voorz. en secr. v/h kerkbestuur, alsmede een tweede dat moet getekend worden door de uitvoerders van dat werk, door de Duitsche instantie aangesteld.
De klokken zijn genaamd:
ST. DIONYSIUS, diameter gemeten aan de slagrand. Diameter 101 cm. Hoogte 1,01 m. Gewicht 640 kilogr.
ST. JOANNES BAPTISTA, Diameter 80 cm. Hoogte 80 cm. Gewicht 250 kilogr.
ST. MARGARETHA VIRGO MARTYR, Diameter 67 cm. Hoogte 67 cm. Gewicht 210 kilogr.
Ze zijn gegoten door A.D. van Bergen te Heiligerlee in 1869.
Ze zijn geschonken door Jan Bijvoet en Grietje Schermerhorn onder den statiën der kerk Past. Hub. Theod. Van Deijl, 5 sept. 1869
(ondertekend door) Past. Charles J.M. de Meulder vz. en D. Wijncker secr.
In bovenstaande omschrijft pastoor de Meulder, op last van de Duitse bezetter, de drie klokken uit 1869 die toen al 74 jaren in de toren van de oude Dionysiuskerk hebben gehangen. Ze moeten in of rond maart 1943, net als in de omliggende kerken, ingevorderd zijn.
En de andere Heerhugowaardse kerken?
Ook die hadden met de klokkenroof te maken en zaten ook zonder hun luidklok(ken). In 1943 heeft de pastoor A. Hendriks van de H. Familiekerk uit de Noord een soortgelijk rapport moeten samenstellen (zie 75 jaar H. Hart van Jezuskerk, blz.29 parochieboekje 1985). Dat rapport is op 23 maart 1943 ondertekend door de Nederlander P.J. Meulenberg (al eerder genoemd hier in dit verhaal) uit Heerlen, een N.S.B-er aannemer, die op last van de bezetter in heel Nederland de klokken moest opeisen. Het klokje van de parochie de Heilige Familie in Heerhugowaard ‘ t Kruis werd op 24 maart 1943 door zes man uit de toren gehaald. De klokken van de Ned. Herv. Kerk in Veenhuizen en van de gereformeerde kerk aan de Stationsweg werden ook gevorderd.
Wat is er gebeurd met de Heerhugowaardse klokken?
Onze H. Dionysiuskerk heeft zijn eigen klokken uit 1869 nooit meer teruggekregen. De H .Familie kerk in ’t Kruis kreeg zijn oude klok niet terug. Eeen nieuwe klok kwam er in december 1947 voor terug en werd ingezegend door deken Jacobs. Ook de H. Hart van Jezuskerk uit de Noord heeft zijn klok moeten vervangen.
Met de klok van de Gereformeerde kerk aan de Stationsweg liep het anders af. De gevorderde klok werd vervoerd met andere klokken per schip over het IJsselmeer. Echter, dat schip zonk daar op zijn reis naar Duitsland. Na de oorlog werd het schip boven water gehaald waarna de klok zijn weg terug vond, terug naar de toren van Gereformeerde kerk aan de Stationsweg. De klok van de Ned. Hervormde gemeente aan de Middenweg, die in de 17e eeuw werd gegoten voor de gemeente Culemborg door de bekende klokkengieter Hemony, werd in Groningen ontdekt en werd weer teruggebracht naar Heerhugowaard. De uit de 15e eeuw stammende klok genaamd ‘St. Dionysius’ uit de Nederlands Hervomde Kerk van Veenhuizen is teruggevonden in Groningen. De klok is in die tijd gemerkt met een grote witte letter P. Dat betekende dat zo’n klok niet zonder meer werd omgesmolten vanwege de historische waarde. De klok is nog altijd te bewonderen in de klokkenstoel naast de kerk in Veenhuizen. In de zomer is de klokkenstoel iedere zondagmiddag open voor publiek.
In Veenhuizen ontstond in de middeleeuwen rond 1450 na Christus al een katholieke gemeenschap met als parochiepatroon de H. Dionysius. Na de oorlogsjaren brak voor de kerkbesturen een enorme woelige tijd aan. Iedereen wilde het zijne doen om zo snel mogelijk die ellendige periode te ‘vergeten’ en terug te keren naar het dagelijkse leven. Dat wilden de parochiebesturen ook, terug naar het mooie kerkelijke leven. Kolen voor de verwarming waren nodig maar de klokken mochten ook niet ontbreken. Het parochiebestuur van de H. Dionysius zal zeker alles in het werk hebben gesteld om hun drie klokken terug te krijgen. Helaas de klokken uit 1869, geschonken door Jan Bijvoet en Greetje Schermerhorn zijn niet meer in Heerhugowaard teruggekeerd.
Er zijn in heel Nederland zo’n 6500 klokken verdwenen uit hun toren, waarvan er 4700 voorgoed verloren gingen. Na het einde van de oorlog werden klokken die nog niet waren omgesmolten teruggegeven. Dit was echter niet altijd mogelijk vanwege de gebrekkige verantwoording en administratie.
Aanvraag van de nieuw klokken voor de H. Dionysius
In het archief van onze parochie vinden we delen terug over de communicatie met het bisdom en de firma die de nieuwe klokken verzorgt. Het parochiebestuur ontvangt enkele jaren na de oorlog, op 25 mei 1947, de Bisschoppelijke machtiging om de drie geroofde klokken te vervangen door drie nieuwe exemplaren. In dat verslag van het parochiebestuur staat woordelijk: September 1947, dat er inzage wordt verzocht in de offerte van de klokkenfirma Jongerius, het dagelijks bestuur wordt gemachtigd deze zaak verder af te werken.
Bijna twee jaar later zijn de klokken opnieuw onder de aandacht van het parochiebestuur. 3 mei 1949 in het verslag van het parochiebestuur wordt het volgende woordelijk vermeld: Weer juist mededeling van de firma Jongerius dat de klokken gereed zijn en deze week worden afgezonden. Vijf dagen later, op 8 mei 1949 zijn de klokken gearriveerd en op 5 juni 1949 worden de klokken tijdens het plechtig Lof gewijd.
De nieuwe klokken (1949)
De gieter van de klokken is Van Bergen te Heiligerlee. De klokken zijn geleverd via Jongerius te Amersfoort in 1949.
- Grote luid- en slagklok: Diam. 103 cm., Gewicht: ong. 690 kg., naam: S.DIONYSIUS, tekst: VAN BERGEN HEILIGERLEE JONGERIUS AMERSFOORT 1949
- Midden luidklok Diam. 81,5 cm., Gewicht: ong. 360 kg., naam: JOANNES BAPRISTA tekst: VAN BERGEN HEILIGERLEE JONGERIUS AMERSFOORT 1949
- Kleine luidklok Diam. 66,5 cm., Gewicht ong. 280 kg., naam: MARGARETHA VIRGO MARTYR tekst: VAN BERGEN HEILIGERLEE JONGERIUS AMERSFOORT 1949
De klokken zijn in 1964 vanuit de oude toren in de nieuwe toren gehangen.
Tot slot
Pastoor Charles F.J.M. de Meulder heeft nooit kunnen vermoeden dat pas zes jaar na het door hem opgesteld protocol, geheel nieuwe klokken met precies dezelfde namen weer terug zouden keren in de toren van de St. Dionysius.
Het volk bijeen roepen!
Het gezegde: hij heeft wel de klok horen luiden maar weet niet waar de klepel hangt, kennen de meeste mensen wel. Maar als zij weten waar de klepel hangt is het de vraag of zij weten waarom de klok slaat. Het gebruik om mensen op te roepen voor de dienst is net zo oud als de kerk zelf en er onlosmakelijk mee verbonden. In het Oude Testament krijgt Mozes in Numeri 10: 1-10 opdracht instrumenten te maken om signalen te geven om het volk bijeen te roepen. Misschien kunt u dit zelf eens opzoeken in de Bijbel.