‘Samen op weg als vrienden van de verrezen Heer’
Verslag van de synode
Mgr. mr. drs. Th.C.M. Hoogenboom neemt deel aan de tweede zitting van de 16e gewone algemene Bisschoppensynode ‘Voor een synodale Kerk: communio, participatio, missio.’ Halverwege het synodetraject deelt hij in een aantal persoonlijke notities en foto’s zijn ervaringen tot nu toe.
Anderhalve dag vakantie!
Het is nu zaterdagmiddag 12 oktober en de leden van de synode hebben na een intensieve week van ‘gesprekken in de Geest’ een middagje vrij! De synodekalender spreekt zelfs van ‘vakantie’ op zaterdagmiddag en zondag ... Toen de voorzitter van het synodesecretariaat kardinaal Grech vanmorgen in de synode-aula (genoemd naar de heilige paus Paulus VI) aankondigde dat we zelfs een kwartiertje eerder zouden stoppen, juichten de synodeleden als schoolkinderen zo uitgelaten.
De synode wordt gevierd
Ik ben nu ruim twee weken in Rome, maar ik heb het gevoel dat ik hier al een half jaar ben. Op zondag 29 september begon de tweede zitting van de 16e gewone algemene Bisschoppensynode ‘Voor een synodale Kerk: communio, participatio, missio’ met een openingsmis op het Sint Pietersplein. En dat laatste is veelzeggend, want de synode wordt immers gevierd, is heilige liturgie met als hoofdrolspeler de Heilige Geest. De voorzitter van het Synodesecretariaat, kardinaal Grech, noemde de aula die is genoemd naar de heilige paus Paulus VI heilige grond, waar de synodeleden uit eerbied als het ware hun schoenen moeten uittrekken om te luisteren naar de ingevingen van de Heilige Geest en naar elkaar. “Maria is de Maagd die luistert,” schreef de heilige paus Paulus VI in zijn apostolische exhortatie ‘Marialis cultus’ uit 1974 (nr. 17). De Maria-icoon die de aula van de synode siert, herinnert ons aan de ‘Madonna Synodale’ die ons voorgaat in het spreken met en luisteren naar God en elkaar in kracht van de Heilige Geest.
Een tweedaagse retraite in Vaticaanstad
De tweede zitting van de synode begon net zoals vorig jaar met twee dagen van inkeer en bezinning onder leiding van Father Timothy Radcliffe OP, de voormalige magister-generaal van de Orde van de Predikheren (oftewel Dominicanen), die in zijn witte pij zeer opvalt temidden van de deelnemers aan de synode. Overigens werd vorige week bekend dat paus Franciscus op 8 december aanstaande ook pater Radcliffe kardinaal zal creëren. Toen ik hem daarover sprak en hem feliciteerde, zei pater Radcliffe dat zijn medebroeders er wel voor zorgen dat hij niet naast zijn schoenen zal gaan lopen. Met zijn typisch Engelse gevoel voor humor zei hij: “Mijn medebroeders maken grappen over mij en vragen of ik als kardinaalrode sokken zal gaan dragen...”
De inleidingen van pater Radcliffe waren telkens weer zeer het beluisteren waard, met name vanwege zijn werkwijze: uitgaande van een tekst uit het Evangelie volgens Johannes nam hij zijn gehoor mee in een boeiend verhaal waarin diepe gedachten werden afgewisseld met een schat aan persoonlijke belevenissen met een niet zelden anekdotisch karakter.
Op de eerste dag gaf pater Radcliffe een inleiding onder de titel: ‘Opstanding: zoeken in het duister’. Pater Radcliffe nodigde ons uit om te gaan staan in de bijbelse sandalen van Maria Magdalena, van de apostel Petrus en de apostel Johannes die alle drie op zoek gaan naar Jezus die zij zo liefhadden. En dan zegt pater Radcliffe: “Ieder zoekt op zijn eigen manier naar de Heer; ieder heeft zijn eigen manier van liefhebben en ieder zijn eigen leegte. Elk van deze zoekers heeft zijn eigen rol in de dageraad van hoop. Er is geen rivaliteit. Hun wederzijdse afhankelijkheid belichaamt het hart van de synodaliteit. Ieder van ons kan zich met minstens één van hen identificeren. Wie ben jij?” Met deze indringende vraag zette pater Radcliffe mij en naar ik weet veel andere synodedeelnemers zeker aan het denken.
Een vreugdevol weerzien; de synodale reünie
Heel veel synodeleden die ik vorig jaar tijdens de eerste zitting van de synode binnen en buiten de synode-aula heb leren kennen, mocht ik in hartelijke ontmoetingen terugzien. Velen vertelden mij dat zij in november vorig jaar terugkomend in Nigeria, Indonesië, Canada, België, Zuid-Afrika of waar dan ook hebben getracht om met veel enthousiasme het spreekwoordelijke synodale vuur aan te steken, aan te wakkeren. Veel tijd was er niet, maar zoals in de Katholieke Kerk in Nederland het synodaal proces op nogal wat plaatsen kleinere of grotere stappen maakte, zo gebeurde dat wereldwijd ook. Als ik vertelde over onze Landelijke Werkgroep Synodaliteit en wat die werkgroep in de afgelopen maanden heeft gedaan (ik denk aan de publicatie van de handleiding voor het ‘gesprek in de Geest’), vond ik vaak een aandachtig gehoor.
“Ik noem u geen dienaars meer ... maar u heb Ik vrienden genoemd” (Joh. 15, 15)
Als ik nadenk over een rode draad die ik in de afgelopen twee weken heb ontdekt in het synodaal samenzijn rond paus Franciscus (hij is bij veel zittingen persoonlijk aanwezig), dan komt mij het Bijbelse beeld van de vriendschap voor ogen, waarvan ik denk dat het raakt aan het wezen van een synodale missionaire Kerk. Jezus zegt tot zijn leerlingen: “Ik noem u geen dienaars meer ... maar u heb Ik vrienden genoemd” (Joh. 15, 15). Hij roept ons op tot vriendschap met Hem en met elkaar. De synodale Kerk als gemeenschap van gedoopten rond de verrezen Heer is zo beschouwd een oefenplaats voor groei in geestelijke vriendschap met de Heer en daarmee met elkaar. In een synodale missionaire Kerk gaat het om het weven en cultiveren van banden van vriendschap met de Heer en met elkaar. Het Instrumentum Laboris (het werkdocument dat de leidraad is voor de synodale gesprekken) maakt het duidelijk met een prachtig beeld: “De heilige Augustinus beschrijft het christelijke leven als een gezamenlijke pelgrimstocht, als een samen op weg gaan naar God toe, niet met onze voeten, maar met genegenheid” (Instrumentum Laboris, inleiding).
Wat ik steeds zo opmerkelijk vind in de ontmoetingen met andere synodeleden in en buiten de synode-aula, is die onderlinge genegenheid waarover de heilige Augustinus spreekt. Die maakt dat de drempel om met elkaar in gesprek te komen heel laag is, ook als je elkaar niet of nauwelijks kent. Dit maakt het mogelijk om met elkaar te spreken en naar elkaar te luisteren met een vertrouwelijkheid en welwillendheid die normaliter eigen is aan langdurige vriendschappen. Naarmate de synode vordert, proef ik iedere dag een beetje meer een gedeeld, diep besef van vriendschappelijke verbondenheid met de Heer en met elkaar. Dat geldt voor de ontmoeting aan het altaar van de Heer (iedere morgen om 07.00 uur), tijdens de ‘gesprekken in de Geest’ aan de ronde tafels in de synode-aula en tijdens de maaltijden.
Sommige ontmoetingen blijven mij extra bij. En die ontmoetingen geschieden niet alleen aan de inmiddels beroemde 36 tafels in de synode-aula. Ik sprak vorige week tijdens een koffiepauze met de jongerenwerkster van het Rooms-Katholieke aartsbisdom Moskou. Een jonge vrouw die ik vorig jaar heb leren kennen en die met haar bisschop aan de synode deelneemt. Zij vertelde mij hoe zij zich inspant om in een heel moeilijke situatie iets te maken van de viering van het Heilig Jaar 2025. “We willen in Rusland in 2025 pelgrims van hoop zijn,” zo zei ze terwijl zij haar tranen nauwelijks kon bedwingen.
Een feestelijke gedachtenis!
Laat ik dit verslag lichtvoetig eindigen: natuurlijk is er ook nog leven buiten de synode-aula. Op 4 oktober, de dag waarop de Kerk de liturgische gedachtenis van de heilige Franciscus van Assisi viert, hebben we in de synode-aula ‘Tanti auguri a te’ (‘Happy Birthday’) gezongen voor paus Franciscus, die daar zichtbaar van genoot. (Foto link: de paus in de synode-aula) ‘s Avonds tijdens de cena (het avondeten) besloot een aantal Afrikaanse en Indonesische bisschoppen en ook ik dat de aartsbisschop van Salzburg, mgr. Franz Lackner, een Franciscaan, het op de gedachtenis van de heilige Franciscus aan zijn stand verplicht was om ons te trakteren op een echt Italiaans ijsje. Dat was eerlijk gezegd niet een erg synodaal besluit; de aartsbisschop werd door zijn collega-bisschoppen eigenlijk een beetje gedwongen maar reageerde lachend. En zo togen we na het avondeten met een hele groep bisschoppen naar een naburige ‘gelateria’ om daar de gedachtenis van de heilige Franciscus, patroon van Italië, ook informeel te vieren. Aldus werd de broederschap onder bisschoppen, afkomstig van diverse continenten, bevestigd en versterkt tijdens het eten van ijsjes betaald door die arme franciscaanse aartsbisschop. Deze kreeg zijn ijsje trouwens gratis van de ijscoman...
“La Vergine in Ascolto”, de luisterende Maagd Maria
Zojuist heb ik mijn zondagspreek voorbereid want zondag mag ik de heilige Mis vieren in de Friezenkerk (zie onder de foto van de betreffende viering), waar ik al sinds mijn studietijd in Rome (1998-2001) graag kom. Zo meteen ga ik naar het Sint Pietersplein, waar elke zaterdag in de maand oktober een lichtprocessie met rozenkransgebed is (foto van het rozenkransgebed voor de vrede met paus Franciscus). Daar zal ik ook zeker weer broeders en zusters treffen die ik ken uit de aula van de synode even verderop. We zullen bidden voor de vrede en om zegen over de synode op voorspraak van “la Vergine in Ascolto”, de luisterende Maagd die ons zachtmoedig maar met aandrang aanspoort om te luisteren naar haar Zoon.
In een volgende bijdrage zal ik wat meer ingaan op enkele onderwerpen die tijdens de ‘gesprekken in de Geest’ aan de synodetafels aan de orde komen.
(foto's: Mgr. Hoogenboom)