Kunstnijverheid op paramenten
Wie wel eens een kerk in binnen- of buitenland bezoekt, kan zich vergapen aan de prachtige interieurs, gemaakt ter ere en glorie Gods. Maar er zijn beperkingen. Een nieuwsgierige bezoeker mag niet zomaar een sacristie binnen stappen om bijvoorbeeld een blik op de kerkelijke gewaden te werpen.
Dat is jammer, want veel kerken hebben prachtige kazuifels, dalmatieken en koorkappen in de kast hangen, die maar zelden gebruikt worden. Zo bezit de Amsterdamse parochie Onze Lieve Vrouw van de Allerheiligste Rozenkrans - in de volksmond de Obrechtkerk genoemd - een heel bijzonder vierstel van de hand van de Franciscaner pater Humbert Randag, dat alleen tijdens het Rozenkransfeest (7 oktober) gedragen wordt.
Priester en kunstenaar
Dat het leven een bijzondere wending kan nemen, is duidelijk van toepassing op Wilhelmus Franciscus Marie Constantinus Randag (1895-1965). Deze geboren Amsterdammer legde op 7 september 1916 de kloostergelofte af (waarbij hij de kloosternaam Humbert aannam) en trad toe tot de Orde der Franciscanen Minderbroeders in Alverna (gemeente Wijchen). Hij volgde de priesteropleiding en werd in 1923 in Weert priester gewijd. Naast de religieuze opleiding was er bij kloosterorden vaak ook ruimte voor culturele en recreatieve ontplooiing van de kloosterlingen. Randag had creatieve aspiraties en mocht na zijn wijding de tekenopleiding aan de Tilburgse Academie volgen. In 1926 werd hij overgeplaatst naar Amsterdam en nam in 1928 tekenles aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten. Daar kreeg hij les van de gerenommeerde kunstenaar en directeur van de opleiding, Richard Roland Holst (1868-1938). Zijn talent werd in 1929 zelfs bekroond met de ereprijs van de Rijksacademie.
Verschillende kunstuitingen
Gedurende zijn werkzame leven zagen vele creaties van pater Humbert het licht. Zo ontwierp hij bijvoorbeeld de glas-in-loodramen voor de Jozefkapel in de Bavokathedraal in Haarlem (1948) en maakte hij verscheidene muurschilderingen, waaronder in de Sint-Jan-Geboortekerk in Hoogwoud en een kruisgroep voor zijn eigen congregatie in Weert (1954). Voor de Hubertuskerk in het Limburgse Hegelsom vervaardigde hij een heel bijzondere kruisweg van maar liefst zestien losse staties, geschilderd op asbestplaten en verschillende grote wandschilderingen (beide in 1942).
Randag geniet echter vooral bekendheid door de vele textilia, die hij ontwierp, en liet uitvoeren in het atelier van de Zusters Franciscanessen Missionarissen van Maria (in die tijd gevestigd aan de Nieuwe Herengracht in Amsterdam). Zo bezit de St.-Bavokerk in Heemstede een vaandel van zijn hand, waarop twee herten te zien zijn die drinken uit een bron met het Christusmonogram boven het hoofd.
Fraaie paramenten
Voor de Obrechtkerk in Amsterdam-Zuid ontwierp hij - waarschijnlijk op uitnodiging van architect Jan Stuyt (1868-1934) - een prachtig vierstel, waarvan de achterzijden rijk gedecoreerd zijn met geborduurde voorstellingen. De set bestaat uit een kazuifel (priestergewaad) met op de achterkant een gekroonde Maria, staand op de maansikkel met op haar rechterarm het kindje Jezus dat in zijn rechterhand een kruis met corpus draagt. Aan weerszijden van Maria twee zwevende engelen, die een rozenkrans vasthouden.
De twee dalmatieken (liturgisch gewaad voor diaken en subdiaken) hebben respectievelijk een voorstelling van een geknielde Judith, die Holofernes onthoofdt (Bijbelboek Judith 13) en een voorstelling uit de Apocalyps van Maria, die de draken die haar aanvallen verslaat (Bijbelboek Openbaring 12). Op de drie koorkappen is vooral het exemplaar van de priester uitbundig gedecoreerd. Op het schild zien we de Geestesduif met daaronder centraal een geknielde Maria met aan weerszijden Jezus en God de Vader. De decoratie van de andere koorkappen is soberder. Op die schilden respectievelijk een vijfpuntige ster en een roos.
Wie deze uitzonderlijke paramenten van dichtbij wil aanschouwen, doet er goed aan om de Obrechtkerk te bezoeken tijdens het Rozenkransfeest. De parochie viert dit feest elk jaar in oktober rond de naamdag van de patroonheilige. Echt een ‘must see’!
(dit is een artikel uit bisdomblad SamenKerk editie augustus 2024)