Synoderapport
Opmaat naar de volgende synodebijeenkomst in oktober 2024
Op zaterdagavond 28 oktober is na een dag van stemmen het syntheserapport van de 16e Algemene Gewone Vergadering van de Bisschoppensynode over Synodaliteit gepresenteerd. Over alle paragrafen in het veertig pagina’s tellende document werd gestemd. De Nederlandse deelnemer aan de Bisschoppensynode, Mgr. Ted Hoogenboom, is tevreden over het eindresultaat. Hij herkent wat er besproken is goed in de samenvatting en hij beschouwt het document als een bemoedigende opmaat naar de volgende synodebijeenkomst in oktober 2024.
De hulpbisschop van het aartsbisdom Utrecht zei eerder al dat het rapport nog wel een vertaalslag nodig heeft om er mee verder te kunnen in de Nederlandse Kerkprovincie en daarover zal verder gesproken worden. De tekst is ook bedoeld voor de voorbereiding op de tweede sessie van deze bisschoppensynode, die in oktober 2024 wordt gehouden. Ze biedt daarvoor reflecties en voorstellen over onderwerpen als de rol van vrouwen en leken, het ambt van de bisschoppen, het priesterschap en het diaconaat, het omzien naar armen en migranten, misbruik, missie in de digitale omgeving en oecumene.
Oude en nieuwe oorlogen
Het document van zo’n veertig pagina’s is het resultaat van vier weken vergaderen “terwijl zowel oude als nieuwe oorlogen in de wereld hebben gewoed, met dramatische gevolgen die talloze slachtoffers treffen”. Het voorwoord van het rapport vervolgt: “De kreet van de armen weerklonk onder ons, van degenen die gedwongen worden te migreren en van degenen die lijden onder geweld en de verwoestende gevolgen van klimaatverandering. We hoorden hun kreet niet alleen via de media, maar ook via de stemmen van vele aanwezigen, die persoonlijk betrokken waren bij deze tragische gebeurtenissen, hetzij via hun families, hetzij via hun volk.”
Op deze en vele andere uitdagingen heeft de universele Kerk geprobeerd een antwoord te bieden in de in de werkgroepen en in de persoonlijke mondelinge en schriftelijke interventies van de deelnemers. Alles kwam samen in het syntheserapport, dat is opgedeeld in een voorwoord en drie delen, en dat het pad volgt voor het werk dat in de tweede sessie in 2024 moet worden gedaan.
Het gezicht van een synodale Kerk
Synodaliteit is een eerste stap. Het is een term waarvan de deelnemers aan de synode zelf toegeven dat het “een term is die veel leden van het volk van God niet kennen en die sommige mensen verwarring en bezorgdheid bezorgt” (1 f), waaronder de vrees voor een afwijking van de traditie of juist een gebrek aan moed om te veranderen. Maar “synodaal” en “synodaliteit” zijn termen die “spreken van een manier van Kerk-zijn die gemeenschap, missie en participatie integreert”. Ze duiden dus op een wijze van Kerk-zijn, om verschillen te waarderen en de actieve betrokkenheid van allen te ontwikkelen.
De armen in het centrum
In het rapport is veel aandacht voor de armen, die de Kerk vragen om “liefde”, opgevat als “respect, aanvaarding en erkenning” (4 a). Alle gelovigen en de Kerk worden aangespoord om zich zowel in te zetten voor de “openbare veroordeling van het onrecht” dat wordt begaan door individuen, regeringen en bedrijven; als tot actieve betrokkenheid bij politiek, verenigingen, vakbonden, volksbewegingen (4 f en 4 g). Tegelijkertijd mogen de gezamenlijke inspanningen van de Kerk op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg en sociale bijstand, “zonder enige discriminatie of uitsluiting van wie dan ook”, niet worden verwaarloosd (4 k).
Er is ook aandacht voor migranten en vluchtelingen, “van wie velen de wonden dragen van ontworteling, oorlog en geweld”. Zij “worden vaak een bron van vernieuwing en verrijking voor de gemeenschappen die hen verwelkomen en een gelegenheid om directe banden aan te gaan met geografisch ver weg gelegen kerken” (5 d). Van de Kerk wordt evenveel inzet en zorg verlangd “om zich vastberaden in te zetten voor het onderwijs, voor de cultuur van dialoog en ontmoeting, voor de bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat, in het bijzonder door pastorale vorming” (5 p).
Het diaconaat openstellen voor vrouwen?
De verschillen van mening over het openstellen van het diaconaat voor vrouwen worden benoemd (9 j): voor sommigen is het “onaanvaardbaar omdat ze het beschouwen als een discontinuïteit met de traditie”; voor anderen zou het een praktijk van de vroege kerk herstellen; weer anderen zien het als “een passend en noodzakelijk antwoord op de tekenen van de tijd ... dat zou een weerklank vinden in de harten van velen die nieuwe energie en vitaliteit zoeken in de Kerk”. De deelnemers aan de Bisschoppensynode vragen om het “theologisch en pastoraal onderzoek naar de toegang van vrouwen tot het diaconaat” voort te zetten, gebruikmakend van de resultaten van de speciaal door de paus ingestelde commissies, evenals van het theologische, historische en exegetische onderzoek dat reeds is uitgevoerd: “Indien mogelijk”, zeggen zij, “moeten de resultaten van dit onderzoek worden gepresenteerd op de volgende zitting van de vergadering” (9 n).
Luisteren
Het rapport nodigt uit om te luisteren naar en het begeleiden van “mensen die zich gemarginaliseerd of uitgesloten voelen van de Kerk vanwege hun huwelijksstatus, identiteit of seksualiteit”. “Er was een diep gevoel van liefde, barmhartigheid en mededogen in de Vergadering voor degenen die gekwetst of verwaarloosd zijn of zich verwaarloosd voelen door de Kerk, die een plek willen om ’thuis’ te noemen waar ze zich veilig kunnen voelen, gehoord en gerespecteerd kunnen worden, zonder angst om zich veroordeeld te voelen”, zegt het document, terwijl het erop aandringt dat “christenen altijd respect moeten tonen voor de waardigheid van elke persoon” (16 h).
Digitale cultuur
Ten slotte wordt in het syntheserapport gesproken over de digitale omgeving: “Het is aan ons om de huidige cultuur te bereiken op alle plekken waar mensen betekenis en liefde zoeken, inclusief de plekken die ze betreden via hun mobiele telefoons en tablets” (17 cr), rekening houdend met het feit dat internet “ook schade en letsel kan veroorzaken, zoals door intimidatie, desinformatie, seksuele uitbuiting en verslaving”. Het rapport voegt eraan toe: “Er is een dringende noodzaak om na te denken over hoe de christelijke gemeenschap gezinnen kan ondersteunen om ervoor te zorgen dat de online ruimte niet alleen veilig is, maar ook geestelijk leven gevend” (17 f).