In de gesprekken rond het synodaal proces dit voorjaar kwamen vaak vragen en opmerkingen over de positie van vrouwen in de Kerk naar voren en de wens dat de Kerk aan vrouwen meer verantwoordelijkheid zou geven. In ons bisdom zijn ook na afsluiting van de diocesane fase van dit synodaal proces vrouwen samen gekomen om daarover verder te spreken. En paus Franciscus heeft kort geleden tamelijk revolutionaire stappen gezet.
“Het uur is gekomen”. Aan het einde van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) had paus Paulus VI een speciale boodschap voor de vrouwen: “Het uur komt, het uur is gekomen, dat de roeping van de vrouw zich in volheid gaat ontplooien”. Deze heilige paus dacht daarbij op de eerste plaats aan de roeping van vrouwen in de samenleving, maar niet alleen daar. Hij begon er ook mee heilige vrouwen tot kerklerares uit te roepen.
Gelijke waardigheid
Paus Johannes Paulus II had daarna veel aandacht voor het thema en schreef er verschillende teksten over, waaronder de Apostolische brief Mulieris dignitatem (van 15 augustus 1988), waarin hij de ongelijkheid van man en vrouw een scheefgroei noemde, een gevolg van de erfzonde: dat de man gaat ‘overheersen’ is een vloek van de erfzonde (Gen. 3, 16). Het scheppingsverhaal laat daarentegen juist de gelijke waardigheid van man en vrouw zien: “God schiep de mens als zijn beeld..., man en vrouw schiep Hij hen” (Gen. 1, 27). Samen zijn man en vrouw dus beeld en gelijkenis van God: zij vullen elkaar aan.
Geen man of vrouw
Zo heeft God het dus bedoeld en zo moest het weer worden. Om de verstoring door de erfzonde te herstellen zal een vrouw God ter wereld brengen: Jezus Christus heeft de menselijke natuur aangenomen uit Maria, de moeder van God. En het is weer een vrouw - Maria Magdalena - die als eerste de boodschap aan de apostelen zal brengen als Jezus uit de doden is opgestaan (Joh. 20, 17-18). Het gaat hier om de allerbelangrijkste boodschap. De ongelijkheid die de erfzonde heeft gebracht, is opgeheven met de verlossing door Jezus Christus, zo laat Paulus ons weten: “Er is geen Jood meer of Griek, geen slaaf of vrije, geen man of vrouw: allen zijt gij één in Christus Jezus” (Gal. 3, 28).
Een cultuurshock
Toen de christelijke boodschap met de Germaanse cultuur in aanraking kwam, werd dat een cultuurshock. Germanen zagen het huwelijk als een contract tussen de man en de stam of familie van de vrouw. Maar daarmee werd een vrouw bijna als een object, een voorwerp gezien. In de boodschap van de Kerk werd toen bij een huwelijk het jawoord heel belangrijk: als de vrouw geen ‘ja’ zegt, niet echt wil, komt het huwelijk niet tot stand.
Invloedrijke abdissen
Later in de Middeleeuwen kregen vrouwen belangrijke posities binnen de Kerk: Abdissen heersten over grote gebieden en regelden daar de zielzorg en waren verantwoordelijk voor een uitgebreide kloostereconomie. Zo stonden grote gebieden in Holland en Zeeland onder het gezag van de abdissen van Rijnsburg en Leeuwenhorst. Er waren zelfs abdissen met mijter en staf, die een paar hulpbisschoppen onder zich hadden om de sacramenten te bedienen!
Slotkloosters en actieve congregaties
Daarna kwam er een tijd dat vrouwen meer in slotkloosters verbleven en vrijwel niet naar buiten kwamen. Daarbij speelde een rol dat men grensoverschrijdend gedrag wilde voorkomen. Nog steeds zijn er vrouwen die kiezen voor een contemplatief leven in een slotklooster. Gelukkig maar, want hun gebed en offer zijn heel belangrijk. Maar vooral sinds de negentiende eeuw zijn er weer vele actieve congregaties van zusters, die onder meer scholen, ziekenhuizen, internaten en bejaardenhuizen in beheer hebben of hadden of in de missie werk(t)en.
Paus Franciscus en de rol van vrouwen
Ook nu wordt in de Kerk gekeken naar de verantwoordelijkheden, die vrouwen kunnen dragen. Paus Franciscus heeft vrouwen benoemd in allerlei hoge posities binnen de Romeinse Curie. Elders in deze SamenKerk leest U er meer over.
Catechist
Q&A over vrouwen en de Kerk
Medio oktober op Kathedraal-TV (www.kathedraaltv.nl) een Q&A met mgr. Jan Hendriks over de rol van vrouwen in de Kerk aan de hand van vragen van een groep vrouwen, die in ons bisdom actief is. Hoe kunnen de vele talenten van vrouwen binnen ons bisdom op verschillende niveau’s worden ingezet ter ondersteuning van de pastores, parochianen en parochies?
In 2021 heeft paus Franciscus het dienstwerk van catechist voor de hele Kerk ingesteld voor vrouwen en mannen. In ons bisdom is dat al sinds 2004 het geval. Ook heeft de paus de aanstellingen tot lector en acoliet geopend voor vrouwen. Dit zijn de aanstellingen (vroeger ‘lagere wijdingen’ genoemd) die door priester- en diakenkandidaten worden ontvangen tijdens hun vorming. De bisschoppenconferentie moet nadere regelingen vaststellen met voorwaarden en een vormingstraject, zodat naast mannen ook vrouwen zo’n aanstelling kunnen ontvangen.
En het priesterschap?
Dit betekent overigens niet dat vrouwen ook priester zullen worden. Waarom niet? Dat is niet omdat vrouwen Jezus Christus niet kunnen vertegenwoordigen. We stellen allemaal Jezus Christus op een bepaalde manier tegenwoordig door ons doopsel en vormsel. Door de sacramenten leeft de Heer in ons. Dat is de betekenis van een sacrament: Christus is er werkelijk tegenwoordig en handelt. In ieder sacrament is Hij op een speciale manier tegenwoordig, op een manier die bij dat sacrament hoort. Als een priester de Mis viert, doet hij dat als andere Christus, bruidegom van zijn bruid, de Kerk. De consecratiewoorden in de Mis zijn eigenlijk een soort trouwbelofte van Jezus, de bruidegom aan zijn bruid, de Kerk: dit is mijn lichaam, dit is mijn bloed, gegeven voor U in een nieuw en altijddurend verbond. De eucharistie wordt daarom ook wel een ‘bruiloftsmaal’ genoemd. De katholieke Kerk heeft zich altijd verplicht gevoeld te respecteren, dat Jezus bij het Laatste Avondmaal de opdracht aan mannen heeft gegeven om dat bruiloftsmaal tot zijn gedachtenis te herhalen.
Eén lichaam...
Maar we zijn samen Kerk. Alle taken die binnen de Kerk worden gedaan, zijn belangrijk. We willen niet vergeten dat we tezamen één Lichaam vormen, zoals vooral de apostel Paulus zo vaak onderstreept (bijv. 1 Kor. 10,17 of 12,12-27). Ieder deel van dat lichaam heeft z’n betekenis. Het gaat om de goede samenwerking, elkaar aanvullen, om eenvoud en dienstbaarheid. En binnen de gemeenschap van de Kerk verrichten we onze taken vanuit geloof en vertrouwen. Ook het gewijde ambt is een dienst binnen de Kerk. Niet alleen wijding telt, in Gods ogen telt toewijding nog méér!