We zijn verhuisd
Het bisschopshuis is na 160 jaar verkocht
In Samen Kerk heb ik al eerder iets geschreven over onze plannen om het bisschopshuis aan de Nieuwe Gracht in Haarlem te verkopen, samen met de belendende kantoorpanden, alsook over de overwegingen die hierbij meespeelden. Inmiddels zijn deze plannen gerealiseerd.
Per 1 juli jl. hebben we de panden definitief verlaten en aan de nieuwe eigenaar overgedragen. Ze zijn gekocht door een gerenommeeerd projectontwikkelaar, die er waarschijnlijk een woonfunctie aan zal geven. Bij sommigen gaf dat wel wat weemoed na 160 jaar geschiedenis. Begrijpelijk. Zelf heb ik er minder moeite mee. De geschiedenis gaat door.
Oorspronkelijk is het ook geen kerkelijk pand. Het was een soort stadspaleis, dat een koopman zo’n 300 jaar geleden heeft gebouwd. Na het herstel van de kerkelijke hiërarchie in Noord Nederland in 1853 is het door het bisdom gekocht, en tot bisschopshuis gemaakt. Het was toen eigenlijk een noodoplossing. Rome wilde dat de kathedraal én het bisschopshuis in Amsterdam zouden komen, maar dat bleek voor de protestantse regenten in die tijd nog een brug te ver. En zo werd het opnieuw Haarlem, waar vóór de reformatie de bisschopszetel gevestigd was.
Waar wonen en werken we nu ?
Toen vervolgens de nieuwe kathedraal aan de Leidsevaart gebouwd werd, had architect Cuypers het uitdrukkelijke plan om het bisschopshuis naast de kathedraal te bouwen. Dat is er toen niet van gekomen. Je zou kunnen zeggen dat we met enige vertraging uiteindelijk toch aan zijn wens tegemoet zijn gekomen. De pastorie van de kathedraal is nu formeel het bisschopshuis, terwijl de kantoren gevestigd zijn op de Tiltenberg in Vogelenzang.
Doordat de seminariegemeenschap naar het heiligdom in Heiloo is verplaatst, kwam hiervoor ruimte. Wel blijft het Bonifatiusinstituut, als weekendopleiding voor oudere priesterstudenten, en voor diakens en catechisten, gewoon in Vogelenzang. Dit gaat prima samen met de kantoor- en woonfunctie van de Tiltenberg.
De hulpbisschop woont nu in het nieuwe bisschopshuis bij de kathedraal, terwijl ik zelf op de Tiltenberg een woonplek heb gevonden. Dat heeft nog een reden die ik u niet wil verzwijgen. Al enkele Jaren worstel ik wat met de gezondheid. Na een tweede Tia -gelukkig zonder blijvende gevolgen- en het passeren van de 70, moet ik wat gas terugnemen, en wat meer overlaten aan de hulpbisschop / vicaris-generaal.
Hoe staat het nu met de financiën ?
Aangezien we door al deze veranderingen en verschuivingen geen nieuwe panden hoefden te kopen, konden we een echte bezuiniging en versobering realiseren. U mag wel weten dat dit ook nodig is. Veel parochies hebben het financieel moeilijk, en dat weerspiegelt zich natuurlijk ook in de afdrachten aan het bisdom.
Maar belangrijker is nog dat beleggingen in deze tijd vrijwel niets meer opbrengen. Velen van u weten ook wel uit eigen ervaring dat het rendement op spaargeld en vermogen tot vrijwel nul is gedaald. Dit treft vooral de spaarders, maar ook grote beleggers zoals pensioenfondsen, en kleine beleggers zoals parochies en bisdommen.
De verkoop van het bisschopshuis biedt enig soelaas, maar is nog lang niet toereikend om het verlies aan rendement op het bisdom vermogen op te vangen. Wel hebben we wat meer tijd gewonnen om op zorgvuldige wijze verdere bezuinigingen te realiseren. Ik schrijf u dit dan ook niet omdat ik onder dergelijke materiële zorgen erg gebukt ga, maar alleen om u correct te informeren. We vinden wel een oplossing.
Wat betekent dit voor onze missionaire opdracht ?
Waar ik wel wakker van kan liggen is iets anders. Kortgeleden verscheen het rapport ‘God in Nederland’. Het blijkt dat ongeveer eenderde van de Nederlanders nog gedoopt is, katholiek of protestant. Ongeveer 5 % van deze gedoopten bezoekt nog regelmatig een kerkdienst. Ons eigen bisdom telt ruim 400.000 gedoopte katholieken, waarvan zo’n 25.000 gelovigen participeren en in het weekend een viering bijwonen. Door de vergrijzing zal dit aantal in de komende jaren sterk afnemen, tenzij de heilige Geest natuurlijk andere plannen heeft.
In al deze cijfers lees ik een nog steeds verdergaande secularisering, maar bovenal een grootse missionaire uitdaging. Als kerkgemeenschap van nu nog 25.000 vooral oudere gelovigen hebben we in deze tijd een immense opdracht. We zijn er tenslotte niet primair voor onszelf, maar allereerst voor die 400.000 katholieken die de band met geloof en kerk verloren hebben, en evenzeer voor die ongeveer 3 miljoen mensen die binnen de grenzen van ons diocees wonen, en ook recht hebben Christus te leren kennen en door Hem in de hemel te komen. En er is gelukkig zoveel openheid. We zien het aan jonge mensen die zich laten dopen, aan de enorme groei van migrantengemeenschappen, en aan het zoeken naar zingeving van zovelen.
Door de krimp, en de daarmee samenhangende problemen, lopen we soms het gevaar in onszelf besloten te raken. We zijn vaak zozeer bezig met materiële zaken, en met de pastorale en liturgische wensen van onze eigen kleine gemeenschap, dat we onze kernmissie vergeten. Maar een kerk die ophoudt het verloren schaap te zoeken, zal zeker ook de anderen verliezen.
Hoe kunnen we die missie uitvoeren? Ik denk niet allereerst door grote campagnes, hoewel die soms ook nodig zijn, maar vooral door zelf authentiek kerk en christen proberen te zijn. En dat heeft toch bovenal van doen met ruimte maken voor Gods heilige Geest, met grotere eerbied voor de Heer in ons midden, en met meer liefde voor de naaste. De Bijbel noemt dat bekering.
+ Bisschop Jozef Marianus Punt