Boodschap paus Franciscus voor Roepingenzondag
Zondag 26 april 2015
Op 26 april viert de Kerk voor de 52ste keer de Wereldgebedsdag voor roepingen. Beter bekend als Roepingenzondag. Bij gelegenheid hiervan publiceerde paus Franciscus een boodschap onder de titel: ‘Exodus, een fundamentele ervaring van roeping’.
De paus gaat in deze boodschap speciaal in op de specifieke ‘exodus’ (uittocht), die de kern vormt van elk antwoord op Gods roepstem. Het boek Exodus dat over de uittocht van het Joodse volk uit Egypte vertelt, is feitelijk een parabel van de heilsgeschiedenis als geheel en de innerlijke werking van het christelijk geloof. De christen reist van de slavernij van de oude mens tot het nieuwe leven in Christus. “Deze overgang is werkelijk een uittocht; het is de reis van elke christelijke ziel en van de gehele Kerk, de beslissende gerichtheid van ons leven op de Vader in de hemel,” aldus de paus.
“De grond van elke christelijke roeping is deze fundamentele beweging, die onderdeel is van de ervaring van het geloof. Geloof betekent onszelf overstijgen, wegtrekken uit ons welbevinden en de onbuigzaamheid van ons eigen ik, om Christus in ons leven centraal te stellen,” schrijft de paus. Dit geldt in het bijzonder voor hen die een bijzondere roeping hebben omarmd. “Antwoord geven op Gods roepstem betekent toelaten dat Hij ons helpt om onszelf en onze valse zekerheden achter te laten en de weg in te slaan die naar Jezus Christus leidt, de oorsprong en het doel van ons leven en geluk.”
Dit proces raakt de Kerk als geheel. Ze is bedoeld om een Kerk te zijn die evangeliseert en eropuit trekt om de mensen te ontmoeten, het bevrijdend woord van God te verkondigen, de wonden van mensen te genezen en verlichting te bieden aan armen en noodlijdenden. “Het horen van en antwoorden op de roepstem van God is geen privézaak of volledig persoonlijke aangelegenheid bepaald door de emotie van het moment,” schrijft de paus. Het gaat om een engagement dat heel ons bestaan omvat en ons inspireert tot solidaire inzet voor de bevrijding van onze broeders en zusters vooral de armsten, aldus paus Franciscus.
Boodschap van paus Franciscus voor de 52ste Wereldgebedsdag voor roepingen
26 april 2015 - Vierde Zondag van Pasen
‘Exodus, een fundamentele ervaring van roeping’
Dierbare broeders en zusters,
De Vierde Zondag van Pasen reikt ons de figuur aan van de Goede Herder die zijn schapen kent: hij roept hen, hij voedt hen en hij leidt hen. Al meer dan vijftig jaar heeft de universele Kerk deze Zondag gevierd als de Wereldgebedsdag voor Roepingen. Op deze manier herinnert ze ons aan de noodzaak om te bidden, zoals Jezus zelf zei tegen zijn leerlingen, opdat ‘de heer van de oogst arbeiders voor de oogst mag sturen’ (Lucas 10, 2). Jezus’ aansporing stond in de context van een missionaire zendingsopdracht. Hij riep niet alleen de twaalf apostelen, maar zond ook nog 72 leerlingen uit, twee aan twee, in de missie (vgl. Lucas 10, 1-16). Omdat de Kerk in haar wezen missionair is, wordt de christelijke roeping noodzakelijkerwijs geboren uit een missionaire ervaring (Ad gentes 2). Het horen en volgen van de stem van Christus de Goede Herder, terwijl we ons laten aantrekken en leiden door Hem en ons eigen leven aan Hem toewijden, betekent toelaten dat de heilige Geest ons binnen voert in deze missionaire dynamiek, in ons het verlangen aanwakkert, de blijdschap en de moed om onze levens in dienst te stellen van het Koninkrijk van God.
Ons leven geven voor deze missie is alleen mogelijk als we in staat zijn om onszelf achter te laten. Op deze 52ste Wereldgebedsdag voor Roepingen wil ik graag ingaan op de specifieke ‘exodus’ (uittocht) die het hart is van de roeping, of nog beter, op ons antwoord op de roeping die God ons geeft. Als we het woord ‘exodus’ horen, denken we meteen aan het begin van de geweldige liefdesgeschiedenis van God en zijn volk, een geschiedenis die de dramatische periode van slavernij in Egypte omvat, de roeping van Mozes, de ervaring van bevrijding en de tocht naar het Beloofde Land. Het boek Exodus, het tweede boek van de Bijbel, dat over deze gebeurtenissen vertelt, is een parabel van de heilsgeschiedenis als geheel, maar ook van de innerlijke werking van het christelijk geloof. Van de slavernij van de oude mens tot het nieuwe leven in Christus, dat is een heilswerk, dat in ons werkelijkheid wordt door het geloof (vgl. Efeziërs 4, 22-24). Deze overgang is werkelijk een uittocht; het is de reis van elke christelijke ziel en van de gehele Kerk, de beslissende gerichtheid van ons leven op de Vader in de hemel.
De grond van elke christelijke roeping is deze fundamentele beweging, die onderdeel is van de ervaring van het geloof. Geloof betekent onszelf overstijgen, wegtrekken uit ons welbevinden en de onbuigzaamheid van ons eigen ik, om Christus in ons leven centraal te stellen. Het betekent, net als Abraham, onze geboortegrond achter ons laten en voortgaan met vertrouwen, wetend dat God ons de weg zal wijzen naar een nieuw land. Dit ‘voortgaan’ moet niet worden gezien als een teken van het niet naar waarde schatten van ons eigen leven, onze gevoelens, ons mens zijn. Integendeel, degenen die eropuit trekken om Christus te volgen, vinden leven in overvloed door zichzelf volledig in dienst te stellen van God en zijn Koninkrijk. Jezus zegt: ‘Ieder die zijn huis, broers of zusters, vader of moeder, vrouw, kinderen of akkers heeft prijsgegeven om mijn Naam, zal het honderdvoudig terugkrijgen en eeuwig leven ontvangen’ (Matteüs 19, 29). Dit alles is ten diepste gegrond in liefde. De christelijke roeping is vóór alles een roep tot liefde, een liefde die ons aantrekt en ons uit onszelf trekt, die ons ‘decentreert’ en aanzet tot ‘een voortdurende weg uit het in zichzelf opgesloten “ik” [..] naar overgave en juist zo naar het vinden van zichzelf, ja, naar het vinden van God’ (Deus Caritas est 6).
De ervaring van uittocht (exodus) is paradigma van het christelijke leven, in het bijzonder van het leven van degenen die een roeping hebben omarmd van speciale toewijding aan het Evangelie. Dit vraagt om een voortdurend vernieuwde houding van bekering en omvorming, een onophoudelijk voorwaarts gaan, een overgang van dood naar leven zoals gevierd wordt in iedere liturgie, een ervaring van doortocht. Van de roeping van Abraham en die van Mozes, van Israëls pelgrimstocht door de woestijn, de bekering waartoe de profeten opriepen, tot de missionaire reis van Jezus die zijn hoogtepunt vindt in zijn dood en verrijzenis, roeping is altijd het werk van God. Hij leidt ons voorbij onze beginsituatie, bevrijdt ons van alle slavernij, doorbreekt onze gewoontes en onze onverschilligheid, en voert ons naar het geluk van de gemeenschap met Hem en met onze broeders en zusters. Antwoord geven op Gods roepstem, dus, betekent toelaten dat Hij ons helpt om onszelf en onze valse zekerheden achter ons te laten, en de weg in te slaan die naar Jezus Christus leidt, de oorsprong en het doel van ons leven en ons geluk.
Dit proces van uittocht raakt ons niet alleen als individuele gelovigen, maar raakt de missionaire en evangeliserende activiteit van de Kerk als geheel. De Kerk is trouw aan haar Meester voorzover ze een Kerk is die ‘voortgaat’, een Kerk die meer bezorgd is om haar vermogen om eropuit te trekken en Gods kinderen te ontmoeten waar ze maar zijn, compassie (com-passio) te voelen voor hun leed en pijn, dan dat ze bezorgd is om haarzelf, haar structuren en successen. God treedt uit zichzelf in een Trinitaire dynamiek van liefde: Hij hoort de roep van zijn volk en grijpt in om het te bevrijden (vgl. Exodus 3, 7). De Kerk is geroepen om deze manier van zijn en handelen na te volgen. Ze is bedoeld om een Kerk te zijn die evangeliseert, eropuit trekt om de mensen te ontmoeten, het bevrijdende woord van God te verkondigen, de geestelijke en fysieke wonden van mensen te genezen met de genade van God, en verlichting te bieden aan de armen en noodlijdenden.
Dierbare broeders en zusters, deze bevrijdende uittocht naar Christus en onze broeders en zusters is ook de weg om ons gemeenschappelijk mens zijn volledig te begrijpen en de ontwikkeling van individuen en samenlevingen in de geschiedenis. Het horen van en antwoorden op de roepstem van God is geen privézaak of volledig persoonlijke aangelegenheid bepaald door de emotie van het moment. Maar het is een specifiek, werkelijk en volledig commitment dat ons hele bestaan omvat en dit in dienst stelt van de groei van Gods Koninkrijk op aarde. De christelijke roeping, geworteld in de beschouwing van het hart van de Vader, inspireert ons tot solidaire inzet voor de bevrijding van onze broeders en zusters, vooral de armsten. Een leerling van Christus heeft een open hart voor de onbegrensde horizon van de Heer, en vriendschap met de Heer betekent nooit een vlucht uit dit leven of uit de wereld. Integendeel, het houdt een diepzinnig samenspel in tussen gemeenschap en zending (Evangelii gaudium 23).
Deze uittocht naar God en anderen vervult onze levens met blijdschap en betekenis. Ik wil dit heel duidelijk aangeven voor de jongeren, hun jeugd en openheid naar de toekomst toe maakt hun hart beschikbaar en genereus. Soms brengen onzekerheid, zorgen over de toekomst en de problemen die ze dagelijks tegenkomen het risico met zich mee dat hun jeugdig enthousiasme verlamd raakt en hun dromen uiteenspatten, tot het punt dat ze denken dat het geen zin heeft om betrokken te raken, dat de God van het christelijk geloof op een of andere manier een beperking van hun vrijheid is. Dierbare jonge vrienden, wees nooit bang om uit jezelf te treden en de reis te beginnen! Het Evangelie is de boodschap die vrijheid in ons leven brengt; het vormt onze levens om en maakt deze nog mooier. Hoe mooi is het om verrast te worden door Gods roepstem, zijn woord te aanvaarden, en in de voetstappen van Jezus te wandelen, in aanbidding van het goddelijk mysterie en in de ruimhartige dienst aan onze naasten! Je leven zal elke dag rijker en vreugdevoller worden!
De Maagd Maria, model voor elke roeping, was niet bang om haar ‘fiat’ (ja-woord) te geven als antwoord op Gods roepstem. Ze is bij ons en leidt ons. Met de ruimhartige moed van het geloof, heeft Maria de vreugde bezongen van het uit zichzelf wegtrekken, en ze heeft haar levensplannen toevertrouwd aan God. Laten we ons richten naar haar, zodat we volledig beschikbaar zijn voor het plan dat God met ieder van ons heeft, zodat we kunnen groeien in het verlangen om weg te trekken, en op weg te gaan naar anderen met tedere betrokkenheid (Lucas 1, 39). Moge de Maagd Maria ons beschermen en onze voorspreekster zijn!
Vaticaanstad, 29 maart 2015, Palmzondag
Franciscus
Download
Diocesane opleidingen tot pastoraat
- De Tiltenberg
- Zilkerduinweg 375, 2114 AM Vogelenzang
- tel. 0252-345345
- post@tiltenberg.org
- www.tiltenberg.org
- De Tiltenberg op Facebook
Contactpersoon priesteropleiding en opleiding pastoraal werk(st)er
- Rector vicaris drs. G.H.B. Bruggink
Contactpersoon diaken- en catechistenopleiding
- Drs. J.D.J.T. Wienen
(bron: rkkerk.nl)