Eerste zondag van de Advent (C)
Zondag 2 december 2012
gepubliceerd: maandag, 26 november 2012
“De mensen zullen het besterven van schrik, in spanning om wat de wereld gaat overkomen, want de hemelse heerscharen zullen in verwarring raken” (Lc 21,26).
Christus spreekt over het laatste deel van de heilsgeschiedenis. Die begint in het begin, wanneer God hemel en aarde schept, en in het bijzonder wanneer Hij in die rijke tuin de mens plaatst “als beeld van Ons, op Ons gelijkend”.
De heilsgeschiedenis vindt een hoogtepunt in de Menswording, wanneer de Zoon van God Mensenzoon wordt. Dan beginnen ook de “laatste tijden”.
En in die laatste tijden, zo waarschuwt Jezus ons, zullen we getuige zijn van veel verontrustende dingen. Er is zoveel verontrustends geweest in de geschiedenis van het christendom: de vervolgingen onder Nero, Diocletianus en Julianus, de vernietiging van het christendom in Noord‑Afrika door de Arabieren, de uitroeiing van de christenen in Centraal‑Azië door de Mongoolse horden, de vermorzeling van de christelijke gemeenschappen in de nadagen van het Osmaanse rijk, de systematische godsdienstvervolging onder de communisten en dan, vandaag, de vernietiging van het West‑Europese christendom van binnenuit, onder meer door valse schriftgeleerden en schuwe herders te midden van trouwe‑ en richtingloze schapen.
Dat lijkt allemaal niet erg op het “genadejaar van de Heer”, dat Jesaja aankondigt als de Messias zal verschijnen. En toch is met Christus de goddelijke orde hersteld. Terwijl veel mensen ontmoedigd raken als ze om zich heen kijken, aangezien het is alsof de duivel gewonnen heeft, en ze twijfelen aan Gods almacht, zien ze niet hoe God hen tegemoet treedt.
Ook in de dagen van Jezus ging het niet naar verwachting. De leerlingen hadden zich na Palmzondag iets anders voorgesteld dan de smadelijke slavendood die hun Meester aan het kruis stierf. En veel Nederlandse katholieken hadden zich, na de triomfantelijke tijden van het gesloten katholicisme van de jaren twintig tot vijftig, wel iets anders voorgesteld dan de dodelijke droefheid waarin onze Kerk lijkt te verkeren. Maar Jezus zegt: “Wanneer zich dit alles begint te voltrekken, richt u dan op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing komt nabij” (vs.28). Het is zaak om oog te hebben voor de "tekenen", en vooral voor de mensen die wij ontmoeten: in hen komt God ons nabij.
wp