HeiligeDrieHoek Kerkenpad
Op donderdag 13 september van 9.00 tot 21.30 uur gaan de 3 kerken rond het Spui (Singelkerk - Lutherse kerk - Krijtberg) weer op Kerkenpad. Vertrek vanaf het Carlton Hotel, Vijzelstraat 4 te Amsterdam.
De kerk en Holland
De kerk heeft in de geschiedenis van Holland een belangrijke rol gespeeld. Soms had de kerk echte invloed op de loop van de geschiedenis. Op andere momenten was ze een getuige van de ontwikkelingen. In het H3H-kerkepad van dit jaar bezoeken wij een paar plekken in Noord-Holland waar die verwevenheid van de kerk met de geschiedenis van ons land en onze streek blijkt. Wij bezoeken de Adelbert-Abdij in Egmond, de Grote Kerk van Alkmaar en in De Rijp bezoeken wij de Grote Kerk en het museum ’t Houten Huis.
Egmond: de Adelbert-abdij
In het vlakke landschap langs de Noord-Hollandse duinenrij rijst opeens het rode, neogotische dak van de St. Adelbertabdij op. Het is een abdij van de Benedictijnen, in 1935 gesticht vanuit de St. Paulusabdij in Oosterhout. Maar de Adelbert heeft veel oudere wortels. Aan het begin van de 10e eeuw werd de oorspronkelijke Adelbertabdij gesticht door graaf Dirk I van Holland. Aanvankelijk werd de abdij bewoond door vrouwen, die gevraagd waren om te bidden voor het zielenheil van de gestorven leden van de grafelijke familie. Maar in 950 werden de vrouwelijke monialen verplaatst naar Bennebroek en werd de abdij bevolkt door monniken.
De patroon van de abdij is St. Adelbert, een monnik die samen met Willibrord naar onze streek was gekomen om onze streek te helpen kerstenen. Hij vestigde zich in dit gebied en werd na zijn dood in Egmond begraven. Boven zijn graf werd een kerk gebouwd. Toen verhalen over wonderen bleven aanhouden, werd in opdracht van graaf Dirk I het gebeente van Adelbert opgegraven. Op de plek van zijn graf ontstond een bron, waarrond men een put bouwde. De put kan tot op de dag van vandaag in de duinen bij Egmond worden bezocht.
De abdij groeide uit tot een belangrijk centrum van cultuur en geleerdheid, met een grote invloed op het kerkelijke en maatschappelijke leven van Holland. Ook de band met het grafelijke huis zou eeuwenlang standhouden. Maar aan het leven, bidden en werken in de abdij kwam een einde, toen zij in 1573 door de geuzen werd geplunderd en gebrandschat.
In 1935 keerde het benedictijnse leven echter terug. Wij bezoeken de abdijkerk, de kaarsenmakerij, het museum en de winkel van de abdij. Maar ons bezoek begint met koffie en gebak.
Alkmaar: de Grote St. Laurens Kerk
De Grote St. Laurens is naar alle waarschijnlijkheid ontworpen door de Mechelse architect Anthonius Keldermans (1440-1512). De werkzaamheden begonnen in 1470 en werden in 1520 afgerond. Ze is gebouwd in de stijl van de Brabantse gotiek; forser en grootser dan de meer elegante Franse gotische stijl. Een opvallend element in het interieur is een houten tombe waarin aanvankelijk de ingewanden werden bijgezet van graaf Floris V van Holland.
Een ander beroemd onderdeel van het interieur van de kerk is het zogeheten “Van Covelens orgel”. Het werd in 1511 in de kerk geplaatst, en is het oudste nog bespeelbare orgel van ons land.
In 1645 werd er echter een groot orgel geplaatst. Verschillende orgelbouwers hebben er aan gewerkt, als laatste Jacobus Caltus van Hagerbeer. Het orgel onderging van 1723 tot 1725 een eerste grote restauratie. Sindsdien zijn er regelmatig belangrijke werkzaamheden aan verricht.
Het interieur en het kerkgebouw zijn in de ’90-er jaren van de afgelopen eeuw uitgebreid gerestaureerd. De werkzaamheden van die restauratie werden in 1996 afgerond. Het gebouw wordt nu multifunctioneel gebruikt.
De St. Laurens is getuige geweest van een belangrijk moment in onze vaderlandse geschiedenis, want “in Alkmaar begon de victorie”. De Hollandse opstand tegen de Spanjaarden heeft bijzonder woelige eerste jaren gehad. Maar een eerste beslissend moment kwam in 1572. Alkmaar was al eeuwen een belangrijke stad in het noorden van Holland, die op 11 juni 1254 stadsrechten had gekregen van graaf Willem II. In 1572 schaarde deze belangrijke stad zich officieel aan de zijde van de geuzen, de eerste Hollandse stad die dit deed.
In Alkmaar zal er uitgebreid gelegenheid zijn om te lunchen. De lunch gebruiken we op eigen kosten. U kunt iets te lunchen meenemen. Maar Alkmaar heeft voldoende leuke eetgelegenheden, als u daaraan de voorkeur zou geven.
De Rijp
De Rijp is een klein dorp, onderdeel van de gemeente Graft-De Rijp. Het is de geboorteplaats van Jan Adriaanszoon Leeghwater. De Rijp was in de 17e, 18e en 19e eeuw bijzonder welvarend. Reden voor die welstand was de walvisvaart. Door de inpoldering van het Schermmeer, het Starnmeer en de Beemster ging de verbinding met open zee verloren, waardoor er een einde kwam aan de walvisvaart en de rijkdom van de Rijp.
Een eerdere ramp die het dorp trof, was de grote brand van 1654. In één vreselijke nacht werden 400 huizen in de as gelegd. De van heinde en ver uitgerukte brandweer moest een week lang nablussen om steeds weer uitbrekende branden in de rokende puinhopen te blussen. Uiteindelijk gingen 660 woningen verloren en 100 pakhuizen; het grootste deel van het dorp. Maar door de snelle reactie van de bevolking en de gezagsdragers vielen er geen slachtoffers. Mede om die reden kon de wederopbouw snel beginnen.
De Grote Kerk
Hoe breed de steun bij de wederopbouw was, wordt ook zichtbaar in de kerk. In de glazen van de kerk keren de wapens terug van de steden van het noorden van Holland, en van talrijke particulieren die de wederopbouw ondersteunden.
Het oudste deel van de nu Nederlands-Hervormde kerk – het schip – dateert uit 1529. De rest van de kerk stamt uit de 17e eeuw. Dat is te wijten aan die brand van 1654, die ook de kerk ernstig beschadigde. Het herstel van de kerk leverde ons de prachtige nieuwe ramen op, één van de belangrijkste glascollectie van ons land.
De kerk is het religieuze huis van een actieve en betrokken geloofsgemeenschap.
’t Houten Huis
Het museum ’t Houten Huis is een klein museum dat een overzicht geeft van de geschiedenis van het Schermereiland en haar zeevarende bevolking. De veengrond van het gebied was arm, en de zee was daarom de enige werkelijke bron van welvaart. De Rijp werd dan ook bewoond door reders, scheepbouwers, touwslagers, kuipers, visser en: walvisvaarders.
In de 18e eeuw herbergde het gebouw een weeshuis. Nu geeft het museum ons een impressie van de relatie van Holland met de zee, die zo’n grote rol heeft gespeeld in de ontwikkeling van de voorname positie van Holland in de republiek en ons koninkrijk.
Op de terugweg naar Amsterdam zullen wij gezamenlijk het diner gebruiken. De kosten voor het eten zijn bij de prijs voor het kerkenpad inbegrepen. Een glas wijn o.i.d. zijn voor uw eigen rekening.
Details
Meer informatie op de folder die u hier kunt downloaden
Meer specifieke informatie bij Gerwin Roffel, Singel 448, 1017 AV Amsterdam of via koster@krijtberg.nl