Johannespassie van Arvo Pärt
Kathedrale Basiliek van Sint Bavo in Haarlem - 3 april
Een indrukwekkende muzikale weergave van het lijden van Jesus Christus.
De Johannespassie van Arvo Pärt wordt op dinsdag in de Goede Week (3 april) uitgevoerd in de Kathedrale Basiliek van Sint Bavo in Haarlem.
Arvo Pärt (Estland, 1935) begon zijn loopbaan als componist met twaalftoonscomposities, maar keerde na 1970 terug tot de tonaliteit, waarbij hij zich sterk oriënteerde op de compositieprincipes die in de Middeleeuwen en de Renaissance werden gehanteerd. Hij herontdekte de kracht van de enkele toon, en ontwikkelde een stijl gebaseerd op het geluid van bellen (tintinnabuli). Stemmen en orkestinstrumenten vervullen òf een harmonische òf een melodische rol, maar uit het samengaan van beide ontstaat een nieuwe eenheid. Apodictisch geformuleerd: "een plus een is een".
In de Johannespassie (Passio Domini nostri Jesu Christi secundum Johannem) uit 1982 is deze stijl al voluit ontwikkeld. Er zijn geen beschouwende passages, zoals bijvoorbeeld wel het geval is in de passies van Bach. De bijbeltekst wordt verdeeld over vier groepen uitvoerenden die elk hun eigen muzikale vormgeving hebben, waarbij vooral opvalt dat de partij van de evangelist wordt toebedeeld aan een vocaal kwartet dat door vier instrumenten begeleid wordt.
Pärt ziet bewust af van alle grote retorische gebaren die ons uit de 18e en 19e eeuw vertrouwd zijn. Zijn strenge, compacte, welhaast rituele manier van schrijven dwingt als vanzelf een grote luisterconcentratie af.
Jesus: | Marcel Moester | |
Evangelisten: | Bobbie Blommesteijn Valentin Villard Hans Latour Frank de Ruyter |
|
Pilatus: | Hidde Kleikamp |