Toespraken kardinaal Parolin

Tijdens het bezoek dat kardinaal Parolin bracht aan Bisdom Haarlem-Amsterdam van 24 t/m 26 mei 2025 heeft hij zondag 25 mei onder andere drie toespraken gehouden: de homilie tijdens de Eucharistieviering in de Co-Kathedrale Basiliek van de heilige Nicolaas, de homilie tijdens de Vespers in de Bavokathedraal te Haarlem en nadien nog een toespraak tot de aanwezige priesters in de Bisschopssacristie.
Hierbij delen we de drie toespraken als losse documenten en tevens op de website om ze nog eens rustig na te kunnen lezen.
- Homilie tijdens de H.Mis op zondag 25 mei 2025 om 10.00 uur in Amsterdam (pdf)
- Homilie tijdens de Vespers op zondag 25 mei 2025 om 16.00 uur in Haarlem (pdf)
- Toespraak tot de priesters na de Vespers op zondag 25 mei 2025 om 17.30 uur in Haarlem (pdf)
Homilie tijdens de Eucharistieviering
Co-Kathedrale Basiliek van de Heilige Nicolaas te Amsterdam
Zondag 25 mei 2025 - 10.00 uur
“Als iemand mij liefheeft, zal hij mijn woord onderhouden; mijn Vader zal hem liefhebben en wij zullen tot hem komen en verblijf bij hem nemen”.
Excellentie Mgr. Hendriks, bisschop van Haarlem-Amsterdam,
broeders in het bisschopsambt en in het priesterschap,
hooggeachte autoriteiten,
dierbare gelovigen,
De woorden van Jezus die we zojuist hebben gehoord, verlichten deze zesde zondag van Pasen en leiden ons binnen in de diepte van het mysterie van Gods inwoning in onze zielen, die alleen kan worden verwezenlijkt als de gelovige het Woord van Christus koestert en onderhoudt.
Shema
1. Het Woord van God moet een centrale plaats innemen in ons leven, want geloof begint met luisteren: “Shema Israël”, “Luister, Israël” (Deut 6,4). Alleen zo kunnen we tot de gelovige belijdenis komen dat “de Heer, onze God, de enige Heer is”! Het luisteren naar het Woord van God moet in ons leven de absolute voorrang hebben, net als in het leven van de Kerk. Wij zijn immers allemaal zonen en dochters van dit Woord, dat ons heeft voortgebracht. Hoe meer het onderricht van Jezus ons hart doordringt en ons denken vormt, hoe meer zijn Aanwezigheid in ons levend wordt: “Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond” (Joh. 1,14)! In wezen is de geloofsweg die wij als christenen geroepen zijn te gaan, geworteld in de biddende ontvankelijkheid voor het Woord van God.

Bodem
Denk aan de parabel van de zaaier, die een centraal punt vormt in de leer van Jezus (cf. Mc. 4,13-20). Met deze parabel wil Hij ons de centrale plaats van het Woord van God doen begrijpen, dat als zaad in overvloed door de zaaier wordt uitgestrooid en vrucht zal dragen in verhouding tot de ontvankelijkheid van de "bodem", die het hart en de geest van de mens symboliseert.
Woord van God
2. De Handelingen van de Apostelen, die we in deze paastijd lezen, beschrijven het leven van de eerste christelijke gemeenschappen en vertellen hoe het Woord van God, gepredikt door de apostelen na de verrijzenis van Jezus, heeft geleid tot het ontstaan en de groei van deze christelijke gemeenschappen. De apostelen besluiten zich hierop te concentreren: “Het is niet juist dat wij het woord van God veronachtzamen om ons met het bedienen van de tafels bezig te houden... Wij zullen ons wijden aan het gebed en de bediening van het Woord” (Hand. 6,2.4).
Een tegengestelde boodschap
Helaas, net als tijdens de prediking van de Heer Jezus, stellen de kinderen van de duisternis tegenover deze verkondiging van het Woord van de waarheid een tegengestelde boodschap, die verwarring zaait onder de gelovigen en twijfel en onduidelijkheid veroorzaakt, zoals we lezen in de eerste lezing van vandaag. Hoeveel “woorden die de gemoederen hebben verontrust” (Hand. 15,24) zijn er ook in onze tijd, niet zelden zelfs binnen onze kerkelijke gemeenschappen!
Ontwapenen
Tijdens een recente ontmoeting heeft de Heilige Vader Leo XIV de vertegenwoordigers van de media aangespoord om een einde te maken aan “de oorlog van woorden en beelden” en, in navolging van de oproep van paus Franciscus, herhaald dat we woorden moeten “ontwapenen” om bij te dragen aan de “ontwapening van de aarde” (Ontmoeting met de vertegenwoordigers van de media in Rome bijeen gekomen voor het conclaaf, 12 mei 2025).
De eeuwige verleiding
Broeders en zusters, hoezeer zouden wij moeten voelen hoe nodig het Evangelie is dat, als Woord van God, verwezenlijkt wat het verkondigt, want wanneer God spreekt, schept Hij! Maar ook Hij heeft ons geloof nodig, dat niet oppervlakkig mag zijn, maar moet voortkomen uit het diepst van ons hart, dat openstaat om het Woord van God in het dagelijks leven na te leven. Het is de eeuwige verleiding voor een gelovige om aan de oppervlakte te blijven, niet na te denken over de waarheid en de zin van het leven, zich niet te laten vormen door het Woord van leven dat in de Heilige Schrift is vervat, het te willen onderwerpen en manipuleren, zich niet daaraan aan te passen maar zich aan de wereld aan te passen.
“Bekeert u en gelooft in het evangelie” (Mc 1,15), de Heer Jezus vraagt van ons alléén bekering tot dit Woord, met de kinderlijke vertrouwensvolle overgave van het hart, want al het andere zal Hij zelf doen door de werking van de Heilige Geest in ons.
De kracht van de Geest
De apostolische leiders van de eerste christelijke gemeenschap hebben, zoals de Handelingen van de Apostelen ons getuigen, zo krachtig de werking en leiding van de Geest ervaren dat zij uitdrukkelijk hebben verklaard, zoals wij zojuist hebben gehoord: “de Heilige Geest en wij hebben besloten” (Hand. 15,28). We kunnen ons niet eens voorstellen hoe groot de veranderende kracht van de Geest is; we kunnen die echter wel enigszins ervaren als we, net als de apostelen, ons hart openstellen voor het Woord van de Heer en op Hem vertrouwen.
Het conclaaf
Ontelbare keren heeft Hij zich laten horen in de Kerk, in kleine en grote samenkomsten van gelovigen die in de naam van Jezus bijeen waren gekomen en die, net als de apostelen in het Cenakel in Jeruzalem, eensgezind met Maria om Zijn komst smeekten. Ook wij kardinalen hebben dit ervaren, toen we in conclaaf bijeen waren: deze zachte en lichte adem van de Geest die ons begeleidde bij de verkiezing van paus Leo XIV, op 8 mei jongstleden, dag van de smeekbede tot Onze-Lieve-Vrouw van Pompeï!
“De Helper, de Heilige Geest, die de Vader in mijn naam zal zenden, Hij zal u alles leren en u alles in herinnering brengen wat ik u heb gezegd”.
Niet blijven steken
We moeten echter erkennen dat, net als bij de eerste leerlingen, ook in onze gemeenschappen vaak moeite wordt gedaan om vertrouwd te raken met de Heilige Geest. Soms lijkt het alsof onze wegen van geloof niet tot het mysterie van Pinksteren leiden, maar onderweg blijven steken bij de dood en verrijzenis van Christus, alsof deze verlossende gebeurtenissen geen verband houden met de gave van de Helper, de Paracleet. Hoe vaak komen we niet op het hoogfeest van Pinksteren, misschien niet helemaal onvoorbereid, maar wel zonder die vurige verwachting die in het hart van de eerste christelijke gemeenschappen leefde; hoe vaak wordt Pinksteren, nadat we het liturgisch hebben gevierd, verder vergeten!
Zonder God?
Is dit niet een van de belangrijkste oorzaken waarom het christendom in niet weinig regio's van de wereld, te beginnen met ons geliefde Europa, aan belang inboet? Wij stellen namelijk met pijn vast dat, gelijk opgaand met de secularisatie, ook het verlies van het christelijke perspectief gestaag voortschrijdt in de samenleving, alsof de wereld, naarmate zij volwassener wordt, zonder God en het evangelie kan. We zien dit bijna 'plastisch' in de sluiting van zoveel kerken, die ooit vol gelovigen waren en nu bijna verlaten zijn.
Gebed om de gave
Toch moeten we ook vandaag de dag bekennen dat 'de arm van de Heer niet is verkort' (Num 11,23), dat de Geest van God zijn macht om in de geschiedenis en in het leven van de mensen in te grijpen niet heeft verloren; maar we moeten erkennen dat het in onze kerken moeite kost om 'biddende gemeenschappen' te vormen die juist in de belijdenis van de naam van Jezus en in het gebed om de gave van de heilige Geest te ontvangen, hun reden van bestaan vinden.
Nieuwe geboorte
3. Het boek van de Apocalyps dat we in deze paastijd lezen, helpt ons de betekenis van de tijd waarin we leven te interpreteren met een spirituele blik, gericht, zoals de tweede lezing ons openbaart, op het geofferde en verrezen Lam, dat als een lamp verlicht: “Hij is het die ons heeft bevrijd uit de macht van de duisternis en ons heeft overgebracht naar het koninkrijk van zijn geliefde Zoon” (Kol. 1, 13). Dit is de nieuwe geboorte (cf. Joh. 6, 63) die de Heilige Geest in ons bewerkt telkens wanneer we ons openstellen voor zijn Woord, dat vlees en bloed wordt in elke eucharistieviering.
Het grote sacrament
Deze werkelijke tegenwoordigheid van Christus in de Eucharistie wil ons veroveren om ons tot de zijnen te maken, ons aan Hem gelijkvormig te maken. Hij wil in ons werken, het is zijn Hart dat in het onze wil kloppen, om zich vervolgens, als het ware, ad extra te schenken. Wij zijn namelijk geroepen om de Heer aan anderen te geven en niet onszelf, zoals paus Leo XIV ons in zijn eerste preek heeft herinnerd: “Verdwijnen opdat Christus blijft, zich klein maken opdat Hij gekend en verheerlijkt wordt (cf. Joh. 3,30), zich volledig geven opdat niemand de kans ontgaat Hem te kennen en lief te hebben” (Preek van 9 mei 2025).
Ook vandaag, in deze heilige tempel, vieren we de Eucharistie, “het grote sacrament”, als een daad van aanbidding en deelname aan het leven van Jezus. Ik voel me bevoorrecht om dit samen met u te vieren, allen verenigd met de nieuwe Herder van de universele Kerk, en ik breng u zijn apostolische zegen.
Het jubileum van de stad
De gelegenheid van het jubileum van 750 jaar sinds de stichting van de stad Amsterdam en de verheffing van deze basiliek tot co-kathedraal nodigt ons uit om een bijzonder dankgebed tot de hemel te richten. Niet iedereen weet dat het juist een eucharistisch wonder was, dat in 1345 in Amsterdam plaatsvond, dat in hoge mate heeft bijgedragen aan de opkomst van de stad!
De maagd Maria
Staat u mij toe om af te sluiten met een gedachte aan de Maagd Maria. Zij had geen enkele hiërarchische rol in de gemeenschap van Jeruzalem en later in die van Efeze, maar zij straalde en straalt nog steeds de aanwezigheid van Christus uit over de hele Kerk, dankzij haar onlosmakelijke verbondenheid met haar Zoon en het verlossingswerk dat Hij heeft volbracht. Ik wil haar samen met u aanroepen met een titel die het belang van luisteren goed uitdrukt, namelijk “Maagd van de Stilte”. Wij kunnen van haar, van haar onuitsprekelijke nederigheid, leren om stil te zijn over onszelf, stil te zijn in ons oordeel over anderen en vooral stil te zijn voor de Heer, opdat Hij tot ons spreekt. Met vertrouwen wenden wij ons tot haar, in een geest van vertrouwensvolle overgave, om de intenties van de Heilige Vader, van deze mooie lokale Kerk en van ieder van ons in haar Hart te leggen, opdat ook in dit edele Nederland steeds meer de verlossende kracht van Jezus voor alle schepselen zichtbaar wordt, tot lof en eer van de Vader, in de Heilige Geest.
Amen.
+ Kardinaal Pietro Parolin
Homilie tijdens de Vespers
Kathedrale Basiliek van Sint Bavo te Haarlem
Zondag 25 mei 2025 - 16.00 uur
Excellenties, mijnheer de burgemeester, broeders en zusters,
ook vandaag worden we uitgenodigd om naar Christus te kijken, die “door één enkel offer hen die zich laten heiligen tot volmaaktheid heeft gebracht” (Heb 10:14). Het doopsel dat we hebben ontvangen, heeft ons de onschatbare genade gegeven om volledig met Hem verenigd te zijn, maar deze dooprelatie moet dag na dag vernieuwd en versterkt worden.
Gods liefde
De barmhartige liefde van de Drieëne God is de kern van heel de christelijke openbaring. Het sacrament van de doop plaatst ons inderdaad in gemeenschap met God en de heiligen en de hele Kerk. Dat wil zeggen, we zijn nooit alleen. Zelfs als ons leven lijkt af te dwalen van de wegen van de Heer en de Kerk, is de waarheid die Christus verkondigt dat God ons nooit verlaat. Hij heeft ons geschapen om ons deelgenoten te maken van zijn liefdesgemeenschap. Voor “ons mensen en voor ons heil” werd de Zoon van God mens om ons in gemeenschap te brengen met de Vader in de oneindige liefde van de Heilige Geest. In de Paastijd is het vooral de waarheid van Gods Liefde die herontdekt moet worden!
Niet uit eigen kracht
Inderdaad, ieder van ons heeft deze barmhartige liefde op het oog. Elke dag dat we mogen leven, moet doordrenkt zijn van deze waarheid: De drieëne God houdt van mij, ik ben het voorwerp van zijn liefde! God houdt van ieder van ons, precies zoals we zijn. Zeker, we hebben deze liefde niet verdiend, met onze eigen kracht zouden we nooit in gemeenschap met God kunnen komen, maar het is God die naar ons toe kwam, ons verloste in het bloed van Christus: “Allen werden genezen”, getuigen het Evangelie en het boek van de Handelingen van de Apostelen ons.

Ontvang de Geest
Gods liefde wordt in ons uitgestort door de Geest van Christus (vgl. Rom. 5, 5), Hij is het, de Verrezene, die Zich op een werkelijke manier aanwezig stelt in elke Eucharistieviering en ons van onze zonden verlost door het Sacrament van Verzoening, waarbij Hij aan ons herhaalt: “Ontvang de Heilige Geest”.
Één bron
Liefde voor God en liefde voor de naaste hebben één goddelijke bron. Onze godsdienstige praktijk, gecombineerd met een leven van toewijding, zal authentiek zijn in de mate waarin we een intieme liefde voor God - bemind met heel ons hart, heel onze ziel, heel ons verstand en heel onze kracht (vgl. Mc 12,30) - en liefde voor onze naaste weten te ontwikkelen.
De hemel of de afgrond
In deze zin begrijpen we goed hoe belangrijk het is om met heel ons hart lief te hebben, te bidden, te vergeven. Vanuit dit “hart” kan de mens opklimmen naar de hemel, als hij zich overgeeft aan de Heer en zijn wil vervult, of wegzinken naar de afgrond, als hij zich laat meeslepen en slaaf laat maken van de hartstochten van de oude mens. Het woord van God openbaart ons duidelijk dat de Heer, de Levende, kwam opdat “het lichaam der zonde vernietigd zou worden” (Rom 6:6). Wij zijn namelijk Gods tempel (1 Kor 3:16).
Dank aan de jongeren
Ik dank julie, beste jongeren, dat jullie in dit Jubeljaar, als pelgrims van hoop, de relikwieën van de martelaren van Gorcum, die we aan het begin van deze viering hebben verwelkomd, hierheen hebben gebracht.
De martelaren van Gorcum
Deze negentien martelaren, heilig verklaard door Paus Pius IX, stierven in 1572 voor hun geloof in de werkelijke aanwezigheid van Christus in de Heilige Eucharistie en voor hun trouw aan de Paus als Herder van de universele Kerk en Plaatsbekleder van Christus. Zij allen, die “het leven verachtten tot de dood” (Openb. 12:11), overwonnen onuitsprekelijk lijden terwijl ze hun geloof in Christus niet verloochenden en zij genieten voor eeuwig van een onvergelijkelijke heerlijkheid .
Nieuwe katholieken
Sommigen van jullie jongeren zijn onlangs gedoopt of bereiden zich voor op het doopsel. Ik wil jullie uitnodigen om met volharding en geduld verder te gaan op de weg van de navolging van Jezus Christus.
Missionair
Deze lokale Kerk van Haarlem-Amsterdam wil, naar het voorbeeld van de heiligen, meer en meer een missionaire Kerk zijn - waartoe paus Leo XIV ons bij verschillende gelegenheden heeft aangespoord - die hartelijk nieuwe mensen verwelkomt, die worden aangetrokken door de eenheid van het geloof en de liefde voor God en de naaste, in het bijzonder voor de armen en hulpbehoevenden. Ik dank allen die zich hiervoor inzetten.
De maagd Maria
We vertrouwen al onze intenties toe aan de Moeder van de Kerk en van de hele mensheid. Zij wordt vereerd in het diocesane heiligdom in Heiloo, als Onze Lieve Vrouw ter Nood. Moge zij een voorspraak zijn in al onze noden, vooral voor de gave van een rechtvaardige en blijvende vrede in elk deel van de wereld!
Amen.
+ Kardinaal Pietro Parolin
Toespraak tot de priesters
Bisschopssacristie Bavokathedraal Haarlem
Zondag 25 mei 2025 - 17.30 uur
Beste Broeders in het Priesterschap
Ik groet u in de Heer, samen met uw Ordinaris, Mgr. Jan, die ik dank dat hij mij ook de gelegenheid heeft gegeven voor deze ontmoeting met u allen, die het hart van het bisdom vormt! Het hart van de Kerk is inderdaad de Eucharistie, en het mysterie van ons priesterambt vindt zijn wezen en reden van bestaan juist in dat grote Sacrament.
In deze groet die ik tot u richt, wil ik u twee gedachten meegeven die in verband staan met ons priester-zijn. De eerste betreft de liefde, als gave van de Heilige Geest, en de tweede betreft het zich toevertrouwen aan Maria.
Het onderricht van paus Johannes Paulus II
Omdat het in deze meimaand precies 40 jaar geleden is dat Johannes Paulus II uw land bezocht, wil ik in deze overdenking speciaal naar zijn onderricht verwijzen.
In de Eucharistieviering die hij in Utrecht vierde, herinnerde paus Johannes Paulus, sprekend over de Heilige Mis als het sacrament van de liefde, onder andere krachtig aan deze waarheid die ons moet vormen: “Christus zei tegen hen, tegen de apostelen: 'Zoals de Vader Mij heeft liefgehad, zo heb ook Ik u liefgehad. Blijf in mijn liefde” (Johannes 15:9). Deze woorden zijn geladen met een grandioze inhoud: een heilsinhoud! Christus draagt deze liefde, waarmee Hij zelf eeuwig door de Vader bemind wordt, en waarin Hij de Vader eeuwig bemint, op ons over. Hij draagt deze reddende liefde over op mensen. Hij ent haar in de mensen: in de harten, in het geweten, in de wil, in de werken.” (Pastoraal Bezoek in Nederland, Utrecht, 12 mei 1985).

De heilige Geest en Gods liefde
Beste vrienden, de Heilige Geest, de Liefde van God, wil allereerst in onze priesterharten werken om al het kwade te voorkomen en al het goede te doen. Het is echter noodzakelijk dat ieder van ons werkelijk ruimte voor Hem maakt, in de geloofsgehoorzaamheid aan het Woord van God, dat in de Kerk wordt verkondigd.
In onze harten zou elke dag die liefdesbelijdenis van Johannes de Doper moeten weerklinken die, verwijzend naar zijn relatie met Christus, hem doet uitroepen: “Hij moet groter worden maar ik kleiner" (Johannes 3:30).
De innerlijke mens
Het is geen toeval dat de nieuwe Herder van de universele Kerk, Paus Leo XIV, in zijn eerste homilie de genade vroeg om "te verdwijnen opdat Christus zou blijven" (Homilie van 9 mei 2025). Hij, een zoon van de heilige Augustinus, heeft zeker de woorden van deze grote heilige gelezen die, als commentaar op deze uitspraak van de Doper, in een van zijn homilieën zegt: “Wat is het dan dat Hij groter moet worden en ik kleiner? Er is hier sprake van een groot mysterie (...) Hoe meer je God kent, en hoe meer je Hem in je verwelkomt, hoe meer het zal lijken alsof God in je groeit (...) Gisteren kende je Hem een beetje, vandaag ken je Hem een beetje meer, morgen zul je Hem nog beter kennen: het is het licht van God zelf dat in je groeit (...) Zo is het ook met de innerlijke mens, die vordert in God, en het lijkt voor hem dat God in hem groeit; in werkelijkheid wordt hij kleiner, daalt hij neer van zijn eigen glorie om op te stijgen tot de glorie van God" (Homilie 14).
Het Woord van God
De Heilige Geest wil ons steeds opnieuw een grote liefde voor het Woord van God bijbrengen, want hoe meer we daarvan houden, hoe meer we groeien in de kennis van de Heer en zijn liefde voor ieder van ons. Als priesters zijn wij geroepen tot absolute trouw aan dit Woord. Deze verkondiging van het Evangelie doen we niet alleen, als takken los van de wijnstok (vgl. Joh 15,4), maar in gemeenschap met de hele Kerk, omdat de verkondiging altijd moet worden getoetst aan het Woord van Jezus, dat trouw bewaard en geïnterpreteerd wordt door het Leergezag van de Kerk (vgl. Dei Verbum, 10).
Het Woord, de Geest en de Maagd Maria
De paastijd is bijzonder geschikt om de rol van de Heilige Geest in het leven van de Kerk en in het onze te herontdekken, evenals de centrale rol van het Woord van God, dat altijd samen met de Geest “reist”. De Geest werkt in de ziel die het Woord verwelkomt, die de schoot van dit Woord wordt door een verwelkomend geloof, zoals bij de Heilige Maagd. Alleen in deze “mariale” houding, met dit onvoorwaardelijke vertrouwen in het Woord, kan de Geest op ons komen rusten.
Vertrouw je toe aan Maria!
Hier komen we dan bij de tweede gedachte: het zich toevertrouwen aan Maria, zo bewonderenswaardig verdiept en beleefd door Johannes Paulus II, die meerdere keren sprak over de zeer speciale band die elke priester met de Moeder van Jezus verbindt. In zijn Brief aan de Priesters voor Witte Donderdag 1995 vergeleek hij deze met de relatie tussen elke priester en zijn eigen moeder: “Als we denken aan het offer van het Lichaam en Bloed, dat in persona Christi door ons wordt gebracht, is het moeilijk voor ons om daarin niet de aanwezigheid van de Moeder te herkennen. Maria gaf haar leven aan de Zoon van God, net zoals onze moeders dat voor ons deden, zodat Hij Zichzelf kon offeren en ook wij ons samen met Hem konden offeren door middel van het priesterlijk dienstwerk. Achter deze zending ligt de roeping die we van God hebben ontvangen, maar ook de grote liefde van onze moeders ligt erachter verborgen, net zoals achter het offer van Christus in de Bovenzaal de onuitsprekelijke liefde van zijn Moeder verborgen lag" (Brief van Zijne Heiligheid aan de Priesters voor Witte Donderdag 1995, nr. 3).
Mariale dimensie
In dezelfde brief nodigt hij ons uit om het priesterschap in verbondenheid met Maria te beleven: 'Als het priesterschap van nature dienstbaar is, moet het beleefd worden in verbondenheid met de Moeder, die de dienares van de Heer is. Dan zal ons priesterschap in haar handen, ja in haar hart worden bewaard en zullen wij het voor iedereen kunnen openstellen. Zo zal het vruchtbaar en heilbrengend zijn, in elk opzicht” (ibid., nr. 8).
Hoe vaak heeft ook Paus Franciscus ons herinnerd aan deze “Mariale dimensie” van de Kerk, door het belang te benadrukken van het “Mariale principe” dat het “ Petrinische” omarmt en overschaduwt.
Hoe belangrijk is het voor ons priesters om dag na dag deze band met de Moeder van God te beleven en te verdiepen, die onder het kruis, door een heilbrengende Wil van haar Zoon, Moeder van de mensheid werd: “Vrouw zie, uw zoon” (Joh 19,26).
De heilige Louis Grignion de Montfort zei: “men boekt meer vooruitgang in een korte tijd van onderwerping en afhankelijkheid van Maria dan gedurende hele jaren van persoonlijke initiatieven, waarbij men alleen op zichzelf steunt” (Saint Louis Marie Grignion de Montfort, Verhandeling over de ware devotie tot de Heilige Maagd, nr. 155). Die uitdrukking lijkt overdreven, maar ik geloof dat de ervaring van de heiligen - en ik hoop ook die van ons die geen heiligen zijn - heel de waarheid ervan bevestigt.

Een dankwoord aan de priesters
Beste priesters, beste vrienden, ik dank jullie uit de grond van mijn hart voor jullie trouw aan de oproep van de Heer en ik bid dat jullie geloof zal toenemen naarmate de dagen verstrijken. Ook vandaag zijn er onder Gods volk tekenen van een verlangen naar wedergeboorte in de geest, vooral onder jonge mensen die zich aangetrokken voelen tot de Heer Jezus, zijn blijde boodschap en de Eucharistie. Laten we bidden en hopen dat er onder hen mensen zullen zijn die, als ze de roep van de Heer waarnemen, met edelmoedigheid en moed zullen antwoorden; maar daarvoor is het nodig, zoals paus Leo XIV aanspoorde, dat de jonge mannen en vrouwen: “in onze gemeenschappen een welkom, een luisterend oor en aanmoediging op de weg van hun roeping vinden, en dat ze kunnen rekenen op geloofwaardige voorbeelden van edelmoedige toewijding aan God en aan hun broeders en zusters” (Regina Coeli, 11 mei 2025).
Laten we dit alles toevertrouwen aan de Moeder van de Kerk en van de mensheid!
Dank u wel.
+ Kardinaal Pietro Parolin