Pausboodschap Wereldvrededag
Maandag 1 januari
In zijn boodschap voor de 57e Wereldvrededag op 1 januari 2024 gaat paus Franciscus in op de ontwikkelingen op het gebied van kunstmatige intelligentie in relatie tot vrede. De paus verheugd zich over de ontwikkelingen op het gebied van wetenschap en technologie maar ziet ook risico’s.
Paus Franciscus noemt in zijn boodschap kunstmatige intelligentie ‘een melkwegstelsel van verschillende werkelijkheden’ en gaat er niet per definitie van uit dat de ontwikkeling ervan een ‘weldoende’ bijdrage levert aan de toekomst van de mensheid en de vrede tussen volken. ‘Een dergelijk positief resultaat zal alleen maar mogelijk zijn, als wij zullen tonen in staat te zijn op een verantwoordelijke wijze te handelen en fundamentele menselijke waarden als “inclusie, transparantie, veiligheid, gerechtigheid, discretie en betrouwbaarheid te respecteren”, schrijft de paus.
Gebed
Zijn gebed aan het begin van het nieuwe jaar is dat de snelle ontwikkeling van vormen van kunstmatige intelligentie niet de vele, in de wereld aanwezige ongelijkheden en ongerechtigheden doet toenemen, maar eraan bijdraagt een einde te maken aan oorlogen en conflicten en veel vormen van lijden die de menselijke familie teisteren. ‘Mogen de christelijke gelovigen, de gelovigen van verschillende godsdiensten en de mannen en vrouwen van goede wil in harmonie kunnen samenwerken om gelegenheden aan te grijpen om de door de digitale revolutie gestelde uitdagingen het hoofd bieden en de toekomstige generaties een meer solidaire, rechtvaardige en vreedzame wereld aan te reiken’, schrijft de paus.
Hij sluit af met het uitspreken van de hoop dat zijn boodschap ertoe aanmoedigt dat de vorderingen in de ontwikkeling van vormen van kunstmatige intelligentie uiteindelijk de zaak van de menselijke broederschap en de vrede dienen. ‘Het is niet de verantwoordelijkheid van weinigen, maar van heel de menselijke familie. De vrede is immers de vrucht van relaties die de ander erkennen en aanvaarden in zijn onvervreemdbare waardigheid, en van samenwerking en inzet bij het zoeken naar de integrale ontwikkeling van alle mensen en alle volken.’