Pausboodschap Werelddag van migrant en vluchteling
Op zondag 24 september viert de Rooms-Katholieke Kerk voor de 109e keer de Werelddag van de Migrant en de Vluchteling. In zijn boodschap voor deze dag legt paus Franciscus het accent op vrijheid, vrijheid die, zo schrijft hij, de keuze om het eigen land te verlaten altijd zou moeten kenmerken. Het thema van zijn boodschap is dan ook ‘Vrij om te kiezen voor migreren of blijven’.
De paus noemt de migratiestromen in onze tijd ‘een uitdrukking van een complex en veelzijdig verschijnsel. Om dit te begrijpen is een aandachtige analyse noodzakelijk van alle aspecten die de verschillende fases van de migratie-ervaring kenmerken, vanaf het begin tot de aankomst, met inbegrip van een eventuele terugkeer.‘
Met het oog op het naderende jubeljaar in 2025 verwijst de paus naar het jubeljaar zoals dat gevierd werd door het volk Israël: “In het jubeljaar zal iedereen in zijn vroeger bezit worden hersteld” (Lev. 25, 13). De viering van het jubeljaar voor het volk Israël was een collectieve daad van gerechtigheid: allen “konden terugkeren naar de oorspronkelijke situatie met nietigverklaring van iedere schuld, het teruggeven van land en de mogelijkheid om opnieuw de vrijheid te genieten die eigen is aan Gods volk” (Catechese, 10 februari 2016).’
Recht om niet te emigreren
De paus pleit voor het recht om niet te moeten emigreren: ‘Het betreft hier een recht dat nog niet wettelijk is vastgelegd, maar dat van fundamenteel belang is, en het garanderen hiervan moet verstaan worden als medeverantwoordelijkheid van alle staten ten opzichte van een gemeenschappelijk goed dat nationale grenzen overstijgt. Immers, daar de wereldwijde hulpbronnen niet onbegrensd zijn, hangt de ontwikkeling van de economisch armste landen af van het vermogen tot samen delen dat wij tussen alle landen tot stand kunnen brengen.’
Zolang dat recht niet gerealiseerd is, biedt de gezamenlijk en gedeelde pastorale zorg een garantie voor de gewenste vrijheid in het hele traject van migratie. “Want ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven, Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven, Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen, Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed, Ik was ziek en gij hebt Mij bezocht, Ik was in de gevangenis en gij hebt Mij bezocht” (Mat. 25, 35-36). ‘Deze woorden klinken als een voortdurende vermaning om in de migrant niet alleen een broeder of een zuster in moeilijkheden te herkennen, maar Christus zelf, die aan onze deur klopt’, schrijft de paus
Synodale weg
Tot slot verwijst hij naar de synodale weg die de Kerk is ingeslagen. Deze weg ‘brengt ons ertoe in de meest kwetsbare personen - en onder hen zijn veel migranten en vluchtelingen - bijzondere reisgenoten te zien die bemind moeten worden en voor wie gezorgd moet worden als broeders en zusters. Alleen door samen op weg te zijn zullen wij ver kunnen gaan en het gemeenschappelijke doel van onze reis bereiken.’
De boodschap sluit af met een gebed:
Gebed
God, almachtige Vader,
geef ons de genade ons nijver in te zetten
ten gunste van gerechtigheid, solidariteit en vrede,
opdat al uw kinderen de vrijheid
wordt gegarandeerd om te kiezen voor migreren of blijven.
Geef ons de moed
alle gruweldaden van deze wereld aan te klagen,
tegen elk onrecht te strijden
dat de schoonheid van uw schepselen
en de harmonie van ons gemeenschappelijk huis verminkt.
Ondersteun ons met de kracht van uw Geest,
opdat wij uw tederheid voor iedere migrant
die Gij op onze weg plaatst, kunnen tonen
en in de harten en in elke omgeving
de cultuur van ontmoeting en zorg verspreiden