In de novembermaand staan we bijzonder stil bij alle dierbare mensen, die ons ontvallen zijn. Naarmate we verder komen op onze levensweg, moeten we meer mensen missen. Dat doet pijn, zeker als het om iemand gaat, die naar ons gevoel te vroeg gestorven is... (vul gerust de naam in van uw dierbare).
God, Hemelse Vader,
soms lijkt het even
dat we kunnen plannen en voorzien,
dat het lot in mensenhanden ligt,
dat alles bij toeval ontstaat
en zich ontwikkelt
en dat dit alles is.
Maar soms ook zien we vergezichten
op de reizen die we maken,
op een wandeling door de natuur,
in het gebed of op een stil moment
of zomaar, zonder aanwijsbare reden,
en worden we gegrepen
door schoonheid en harmonie,
die een Meesterhand verraden.
Ook de plannen die wijzelf bewust
en weloverwogen menen te maken,
worden soms ineens verstoord;
alles wordt anders.
Het ligt toch niet in onze hand,
het is niet ons vernuft
dat hier een uitkomst biedt.
Een uitzicht verdwijnt,
maar voor wie geloven kan
verschijnt een ander vergezicht...
dat U ons biedt.
Wij hadden zeker
andere plannen
en velen leek het
bizar toeval of het noodlot,
toen die dromen
werden verstoord
en de dood zich aankondigde.
Bij velen riep het vragen op:
“Waarom?”
Waarom deze persoon,
nog te jong om te sterven?
Waarom deze mens,
die zoveel mooie kanten had.
Hoe kon dit?
Zijn er geen antwoorden
of is er toch een antwoord
dat wij alleen nog niet verstaan?
In dit gebed, Heer, wil ik mij en ons
in alle kleinheid aan U toevertrouwen:
U weet waarom en hoe en wat,
ik snap het niet, mijn weten is beperkt.
Ik kom alleen zo af en toe
iets op het spoor
dat wijst naar ‘transcendentie’:
naar iets dat alles overstijgt,
naar een Vader, God die groter is,
al is Hij ook mysterie.
Er is toch meer
en in dat ‘meer’
mag ik Uw zorg voor ons herkennen.
Dan mag ik zien
dat deze overleden mens
uitkeek op het beloofde land,
een weids en prachtig vergezicht;
het is wat al te menselijk uitgedrukt,
maar ik durf erop vertrouwen
dat deze overledene
nu aan Uw hand
dat land van eindeloze vreugde binnengaat.
Weinig bagage draagt die mens:
wat geloof, wat hoop en liefde,
meer hoeft het niet te zijn;
en alles wat ooit vreugde gaf:
die vreugde zal volkomen zijn.
Wij danken U voor deze mens,
de hartelijkheid en zorg,
voor al het goede van dit leven;
we danken U voor alle liefde
die doorgegeven is.
Ik wil U wel nog vragen, Heer,
om troost en kracht en geloof,
om perspectief
voor allen die nu achterblijven
en deze mens zo missen.
Laat Jezus Uw verrezen Zoon
onze Begeleider zijn
en na de aardse levensweg
hopen wij samen te zijn, verenigd weer,
en thuis bij U.
Heer, geef de overledenen de eeuwige rust;
het eeuwig licht verlichte hen;
moge zij rusten in vrede.
+ Bisschop Johannes Hendriks