Mgr. Punt bij symposium FKT Utrecht:

Overheid heeft eigen materiële verantwoordelijkheid voor kerkelijk erfgoed

10 oktober 2008

Op overheid en samenleving rust een grote verantwoordelijkheid wanneer het gaat om het behoud van religieus erfgoed. De omvang van de problematiek rond kerksluitingen maakt dat de huidige wetgeving terzake van monumentenzorg niet meer voldoet. Er dient dan ook een veelomvattend convenant tussen overheid en Kerken te komen, waarbij de materiële zorg voor het uitwendige een taak van de overheid wordt, terwijl de Kerk volledige zeggenschap houdt over het interieur en zijn bestemming.

Dat zei de bisschop van Haarlem, mgr. dr. J.Punt, gistermiddag in Utrecht tijdens de afsluitende lezing voor een symposium van de Faculteit Katholieke Theologie in Utrecht.
De bisschop schetste een beeld van de huidige cultuur, waarin naast sterke vergrijzing ook sprake is van oplevende belangstelling bij jonge mensen voor hun christelijke wortels en voor het geloof. Het is de eerste taak van de kerk om deze mensen te bereiken, aldus mgr. Punt.
Het probleem is niet de overtolligheid van kerkgebouwen, aldus de bisschop. In landen als Frankrijk staan veel kerken zo goed als leeg “maar niemand zit ermee”. De overheid daar rekent zich het tot taak die gebowuen te onderhouden. In Nederland is het wel een probleem, omdat wij die participatie niet kennen, de kerken financieel aan de grens zitten, en herbestemming meestal uitgesloten is. Voor veel mensen, gelovig of niet, is de wijze waarop thans kerkgebouwen gebruikt worden, als appartementencomplex of multifunctionele hal, een bron van ergernis, en ook antimissionair, want onaantrekkelijk en zelfs afstotend voor wie op zoek is naar het mysterie. “De tijd dat we dit inderdaad lieten gebeuren is dan ook echt voorbij”.

“Een kerkgebouw hoeft niet nuttig te zijn”, betoogde de bisschop. “De oude grote kathedralen waren het ook niet.
Het zijn plaatsen die mensen aan God afstaan, en voor Hem vrijhouden, opdat Hij er in kan wonen”. Voor de meeste kerken geldt dat ze, indien overtollig, niet herbruikbaar zijn.
Wil de samenleving ze toch behouden, dan zal ze daarvoor de nodige financiële middelen moeten vrijmaken.
Een constructie waarbij de overheid het uitwendige van de kerkgebouwen die zij aanwijst als monument, onderhoudt, heeft voor beide partijen voor- en nadelen.
Voor de samenleving betekent het enerzijds een financieel offer, anderzijds het behoud van dorps- of stadsgezicht. De kerk ziet af van het financiële voordeel bij afbraak en verkoop van de grond, maar profiteert van het onderhoud aan welgebruikte monumentale kerkgebouwen.

Een en ander vereist een landelijk convenant, zodat rechtszekerheid ontstaat en de kerken zich niet langer geplaatst zien tegenover honderden gesprekspartners bij gemeenten, provincies en rijk, aldus mgr. Punt.

Lees hier de hele lezing

Persdienst Bisdom Haarlem / Wim Peeters Print artikel


Voor het laatst gewijzigd: