|
| De tanker m.s. Bunga Melati Dua |
Het schip werd in 19 augustus gekaapt voor de Somalische kust en pas een maand later (29 september) weer vrijgegeven nadat de rederij MISC te Kuala Lumpur een forse losprijs had betaald. Bij dit noodlottige gebeuren is de roerganger van het schip doodgeschoten.
In het bijzijn van de gezagvoerder en de 38-koppige Filippijnse bemanning werd in het bijzonder de plek van de moord (de brug), de hut van de overleden zeeman en de koelruimte waar het stoffelijk overschot was bewaard, gezegend. In processie volgde de bemanning de diaken door het schip onder het zingen van het aloude Asperges Me. De diaken werd gesecondeerd door de vaste havenpredikant Leon Rasser. Na afloop van de dienst presenteerde de diaken een kruisbeeld aan de eerste officier. De buxustak waarmee was gezegend, werd overhandigd aan de bootsman.
In zijn reactie bedankte de gezagvoerder uitvoerig en verzocht hij de diaken de hartelijke groet aan de bisschop en de deken van Haarlem over te brengen. Wrang detail is dat de gezagvoerder in menige haven om deze dienst had gevraagd maar dat pas in Amsterdam deze kon worden geleverd door gezamenlijke inspanning van ds. Leon Rasser en diaken dr. Stan Baars.
De Golf van Aden verbindt de Rode Zee met de Indische Oceaan en is een van de drukste scheepvaartroutes ter wereld. Nergens ter wereld komt zoveel piraterij voor als in de Somalische kustwateren. Alleen al in de eerste helft van dit jaar werden 24 kapingen gemeld. Er heerst veel armoede in het Afrikaanse land, dat sinds 1991 geen functionerende regering meer heeft. De levering van hulp aan Somalië wordt door het optreden van de zwaarbewapende piraten ernstig bemoeilijkt.
In juni stemde de VN-Veiligheidsraad in met de inzet van oorlogsschepen in de Somalische wateren om de piraterij tegen te gaan. Maar de ruim drieduizend kilometer lange kustlijn van het land, de langste van Afrika, blijft nagenoeg onbewaakt. Schepen wordt daarom aangeraden meer dan tweehonderd zeemijl uit de Somalische kust te blijven.
