De Limburgse priester Karel Houben, die zondag door paus Benedictus zal worden heiligverklaard, geniet faam als wonderdoener. Verschillende verhalen vertellen van zijn bijzondere gaven om te zien wat de bestemming van de mens was en hoe hij hen daarbij kon helpen. Eén aspect blijft in de publiciteit wat onderbelicht. In Limburg werd (en wordt?) “Carolus Hoębe” aangeroepen bij de keuze van een jongen of meisje, net zoals Sint Anna, Sint Jozef en Sint Gerardus Majella. Dit patronaat wordt beschreven in een lied dat de Venloos-Amsterdamse troubadour Harry Bordon (bekend geworden door het Limburgse ‘volkslied’ “Wie sjoen os Limburg is”) schreef (omstreeks 1954) over Marieke die wekelijks in Munstergeleen naar het kapelletje van Carolus gaat, eerst om te vragen en dan om te bedanken voor “unne gooje”.
Het gaat wat trager dan het “speed-daten” dat tegenwoordig door sommigen wordt geprefereerd, maar je hebt dan wel de zegen van boven. |
Persdienst Bisdom Haarlem / Wim Peeters |
Voor het laatst gewijzigd: |