Bisschoppen richten nieuwe parochie op voor binnenvaart, kermis en circus

23 april 2007

De Nederlandse Bisschoppenconferentie heeft per 1 januari 2007 besloten tot de oprichting van een zelfstandige personele parochie, met als naam: ‘R.-K. parochie voor de binnenschippers, kermis- en circusexploitanten’. Binnen de Bisschoppenconferentie is de aartsbisschop de referent voor deze parochie, in dit geval dus kardinaal Simonis. Landelijk aalmoezenier B.E.M. van Welzenes s.d.b. is blij met de nieuwe parochie: “Deze mensen verdienen een eigen parochie en het is een teken van waardering voor de mensen die op dit terrein werken.”

Van Welzenes waardeert met name ook de actieve rol die kardinaal Simonis en bisschop Van Luyn s.d.b. van Rotterdam (“ook een salesiaan!”) gespeeld hebben bij het tot stand komen van de nieuwe personele parochie. Met de oprichting ervan zijn de Landelijke Instelling R.-K. Schipperspastoraat en de Landelijke Instelling R.-K. Kermis- en Circuspastoraat opgeheven: sinds geruime tijd wordt het pastoraat in de beide instellingen door Van Welzenes behartigd.

‘Gemeenschapsbinding’

Van Welzenes over de motieven voor de oprichting van de parochie: “De reden is dat schippers, kermismensen en circusmensen een eigen gemeenschap moeten kunnen vormen, en niet overal aan vastgeklonken kunnen worden waarvan ze vervolgens los raken.” Een voorbeeld is snel gegeven: “Je doopt een ‘schipperskind’ in Amsterdam, maar het schip vaart niet lang daarna verder naar Rotterdam. Zo kan er geen sprake zijn van gemeenschapsbinding.”

Als parochianen worden beschouwd de varende schippers, hun gezinnen, de leden van de actieve kermis- en circusgemeenschappen, de kinderen van deze groepen op internaten alsook de niet meer varende oud-schippers en de niet meer actieve kermis- en circusartiesten en medewerkers die zich tot de parochie bekennen.

Deze drie beroepsgroepen hebben een eigen cultuur, legt Van Welzenes uit, een cultuur die sterk geënt is op mobiliteit. Je zou bijna kunnen zeggen dat ze geen vaste woon- of verblijfplaats hebben en dat vraagt ook om een eigen aanpak, Van Welzenes: “De aalmoezeniers kennen deze mensen en hun cultuur goed, en weten welke benadering nodig is. Dat betekent dat je een eigen lijn volgt, uiteraard wel binnen de regels van de Kerk. Deze nieuwe parochie biedt ook de mogelijkheid om een band op te bouwen met je eigen mensen, zodat je hen nabij kunt zijn in de momenten in het leven die ertoe doen. Jij kent hen en zij weten ook jou te vinden. Het maakt het makkelijker om voor te gaan bij een uitvaart, waardoor je geen beroep hoeft te doen op een priester die de overledene niet of nauwelijks kent.”

‘Kerken aan de wal’

Omdat een parochie uitsluitend door een diocesane bisschop binnen zijn eigen particuliere Kerk kan worden opgericht, hebben de Nederlandse diocesane bisschoppen in afzonderlijke verklaringen bij het oprichtingsdecreet erin toegestemd dat de binnenschippers, kermis- en circusexploitanten die zich op het grondgebied van hun bisdom bevinden, geacht worden te behoren tot de nieuwe zelfstandige parochie.

De oprichting daarvan heeft ook met financiën te maken, legt de landelijk aalmoezenier uit. “We zijn voor onze vieringen aangewezen op de kerken aan de wal. Maar die innen ook al het geld , bijvoorbeeld van de collecten. Aan de andere kant verwacht de Bisschoppenconferentie dat we self-supporting zijn, maar we kunnen onze mensen niet twee keer belasten. In de nieuwe constructie ontvangt ons pastoraat de financiën zoals een reguliere parochie. En aan de kerken waar we gebruik van maken dragen we een deel af – ons bestuur werkt aan een voorstel voor een verdeelsleutel dat wij door de kardinaal laten bekrachtigen.”

‘Varend nest’

De nieuwe parochie telt ongeveer 25.000 parochianen, rekent Van Welzenes voor: “In de binnenvaart zijn 3.000 van de 5.000 schepen katholiek, met gezinnen van gemiddeld 4 mensen. Tel daarbij op de 800 katholieke kermisexploitanten met hun gezin en de 40 circusexploitanten met hun personeel en je komt uit op zo’n 25.000 mensen.”

Ook de aalmoezeniers zitten als gevolg van de mobiliteit van hun kudde niet stil: ze reizen gemiddeld 80.000 tot 90.000 kilometer per jaar. Voor Van Welzenes geen enkel probleem: “Ik kom zelf uit een varend nest, mijn moeder was een schippersdochter en ik weet dus niet beter dan een groot gebied te bestrijken. Het klinkt misschien gek, maar het is nog steeds zo dat wanneer ik over een brug rijd, ik eerst links ga rijden en dan rechts, om te kijken wat er allemaal op het water is te zien.”

‘Nattigheid’

Eind januari is Van Welzenes in Monaco ook nog gekozen tot secretaris-generaal van het Forum, de Europese organisatie van christelijk pastoraat voor kermis en circus. Van Welzenes: “Hierin zitten vertegenwoordigers uit verschillende christelijke kerken: rooms-katholiek, protestants, anglicaans, orthodox. Het initiatief is halverwege de jaren negentig genomen door het Vaticaan. Zij geven gezamenlijk vorm aan het pastoraat onder reizigers en kermisexploitanten. Het werkterrein is mondiaal, er zijn ook vertegenwoordigers uit Noord- en Zuid-Amerika, maar het hoofdaccent ligt in Europa.” De nationaal directeuren hadden hem unaniem voorgedragen als nieuwe secretaris-generaal, “en ik was eigenlijk van plan om met het werk in Forum op te houden en niet naar Monaco te gaan”.

Maar hij voelde van tevoren “nattigheid”, zodat zijn verkiezing geen totale verrassing was. “Gelukkig moesten de woorden van de Zwitserse voorzitter ‘We hebben een kandidaat in gedachten en dat ben jij’ in vele talen vertaald worden, dus ik had even bedenktijd.”

‘Werk aan de basis’

Echt nodig was dat niet, want “nu kan ik makkelijk lijnen leggen naar de officiële instanties van de christelijke kerken. We hebben zo de gelegenheid om de pastorale zorg voor binnenvaart (internationaal een buitenbeentje), kermis en circus voor de toekomst veilig te stellen. En de mensen zagen mij wel zitten: iemand uit het protestantse Nederland, die ook gewend is om oecumenisch te werken.”

In 2009 vindt er in Nederland een mondiaal congres plaats, daar wil Van Welzenes ook het Schipperspastoraat bij betrekken. Hij vindt zijn nieuwe functie boeiend, maar: “Het werk aan de basis, tussen de mensen staan, dat blijft toch het leukst.”

Persdienst Bisdom Haarlem / Wim Peeters Print artikel


Voor het laatst gewijzigd: