Mgr. Punt schrijft brief aan volwassen dopelingen

De bisschop schrijft onder meer: “Jullie zijn voor mij een bemoedigend teken dat de H.Geest zich van menselijke prognoses vaak niet zo veel aantrekt. De kerk is tenslotte geen gemeenschap waarvoor we met “slimme” campagnes leden kunnen werven, maar een volk dat de Heer zelf samenbrengt: “Niet gij hebt Mij uitgekozen, maar Ik u...”

Dit mysterie van Gods aanwezigheid, aldus de bisschop, is het hart van de kerk. “Waar twee of drie bijeen zijn in mijn Naam, daar ben Ik in hun midden”. In het Woord van de Schrift spreekt Hij je aan. In de sacramenten raakt Hij je aan. In de biecht vernieuwt Hij steeds de genade van je doopsel en vergeeft je zonden door het woord van de priester, zelfs al “reiken ze van de aarde tot de hemel”. In de eucharistie, het sacrament van de liefde bij uitstek, ben je werkelijk aanwezig in de zaal van het Laatste Avondmaal en op Golgotha. Hij neemt je mee in die beweging van dood naar Opstanding en voedt je steeds weer in volle werkelijkheid met “zijn Lichaam en zijn Bloed, zijn Ziel en zijn Godheid”. Maar wát Hij in je kán doen hangt af van je geloof. Anders is Hij er ook, maar met gebonden handen. Als een mens het zicht op Gods aanwezigheid verliest en niet meer in diepe eerbied kan neerknielen voor zijn verborgen majesteit in dit wonderbaar sacrament, dan sterft het geloof en uiteindelijk ook de ziel”, zo schrijft mgr. Punt.

Jaarlijks worden in Nederland zo’n 1800 mensen ouder dan zeven jaar in de kerk opgenomen, van wie driekwart door het Doopsel, de overigen zijn reeds gedoopt en ontvangen het Vormsel en de Communie. In Haarlem zijn er dat 350.

De Paasnacht is vanouds de nacht waarin de doopleerlingen worden gedoopt.